Apptimalisatie: 6 tips voor de optimale app
Het doorontwikkelen en testen van apps is nog vol in ontwikkeling, zeker als we het vergelijken met websites. Waar A/B-testen voor sites standaard is, geldt dat niet voor apps. Dat is ook niet zo makkelijk met al die verschillende besturingssystemen, telefoons, tablets en schermen. Dus hoe zorg je ervoor dat je je app goed kan optimaliseren?
Bij Oxxio hebben we (Willem Wijtvliet, mobile marketeer, Oxxio en Marjolein Schipper, webanalist & CR-consultant, Dept Agency) inmiddels flinke stappen gezet in de ‘apptimalisatie’ en er de nodige ervaring mee opgedaan. We delen met jullie 6 tips hoe je een app goed optimaliseert.
Tip 1: Blijf testen
Voor de doorgewinterde online marketeer is dit geen verrassing: ook de app moet je blijven testen. Maar het is makkelijker om websites met A/B-testen onder de loep te nemen dan apps. Je moet namelijk rekening houden met allerlei verschillende apparaten, besturingssystemen, versies van besturingssystemen en appstores.
Onlangs testten we zelf de chatbutton in onze app. Uit de data bleek dat veel mensen wel naar chat gaan maar geen gesprek beginnen. Daarom keken we naar het uiterlijk van de button.
De variabelen waarmee we testten:
A: is de controlegroep met de oorspronkelijke button
B: is dezelfde button als A maar dan in de vorm van een chatwolk
C: de chatwolk met een potlood erbij
De uitkomst van de test was niet eenduidig. Zo bleek dat Android-gebruikers 9% meer chatgesprekken begonnen bij variant C, maar dat er bij mensen die iOS als systeem hebben, geen verschil was te zien. Dit is waardevolle informatie die op de lange termijn zou kunnen leiden tot 2 verschillende designs voor iOS en Android. Continu blijven testen dus!
Tip 2: Houd een vinger aan de pols
Dagelijks verzamelt de app data over het gebruik van de features die live staan en wordt er gekeken naar opvallende cijfers. Vooral nieuwe features worden scherp gemonitord. Pakt het uit zoals we hebben bedacht? In Firebase, de Google Analytics voor apps, komen de data allemaal samen in een overzichtelijk dashboard.
Het is vanzelfsprekend dat websites constant worden doorgemeten en aangepast aan de wensen van de gebruiker. Dit proces staat voor apps nog in de kinderschoenen. Het is enorm tijdrovend en lastig, alleen al vanwege de 2 versies die je moet hebben voor iOS en Android en daarnaast alle verschillende modellen en merken telefoons. De data van al deze verschillende bronnen moeten wel overeenkomen wil je de juiste keuzes kunnen maken.
Elke maand komt het team (design, development, data-experts) samen om te kijken waar de bottlenecks zitten en welk probleem in de komende maand wordt aangepakt. Klanten en hun gedrag zijn daarin leidend. Via alle kanalen komt er feedback binnen en door het gedrag in de app te monitoren krijgt het team ook belangrijke inzichten. Gebruiken de klanten de app of een nieuwe feature ook zoals jij het hebt bedacht? Als het niet zo is, dan moeten er verbeteringen komen.
Tip 3: Blijf in contact met de gebruiker
Onze backlog loopt vanzelf vol met klantfeedback. Omdat we veel contact hebben met onze klanten via social, chat en mail, komt die feedback ook sneller. We hoeven er niet eens om te vragen. Onze marketeers zijn ook regelmatig actief op de afdeling klantenservice. Maar prioriteren is hier wel belangrijk, je hebt op de klantenservice wel echt nuttige gebruikersdata nodig om te zien of een bepaalde klacht echt een groot probleem is. Heb je niet de juiste data, dan doe je maar wat.
Vervolgens gaan we weer hetzelfde iteratief proces in. Doordat je alles met data snel valideert bij de klant, voorkom je dat je te veel tijd verspilt aan het bouwen van een plan op basis van aannames. Door die flexibiliteit boek je snel resultaat.
Tip 4: Houd rekening met verschillen tussen Android en iOS
Niet alleen de besturingssystemen verschillen, ook de gebruiker van het systeem verschilt. Zo blijken Android-gebruikers vaker te reageren op pushmeldingen. Apple-gebruikers daarentegen spenderen meer tijd op hun telefoon.
Maar het echte verschil zit in de systemen. Meest in het oog springend zijn de knoppen. iOS heeft er eentje (of geen), Android heeft er 3. Daarnaast heeft Android nog de ‘floating action button’ (FAB), een soort sneltoets in apps. In elk systeem navigeer je dus compleet anders door een app. Dat maakt het designproces voor de app ook anders. Google heeft een interessante video over hoe ze tot hun designprincipes zijn gekomen.
Android is wel ingewikkelder. Daarom hebben we een matrix gemaakt met wat we wel en niet meer ondersteunen. Die matrix baseren we op data. Als een bepaalde versie of telefoon nog veel wordt gebruikt, faseren we die versie natuurlijk nog niet uit. Maar als een telefoon of besturingssysteem zes jaar of ouder is, is het niet meer zo interessant.
Tip 5: Blijf ontwikkelen
Waar je tot een paar jaar geleden nog weg kon komen met enkele updates van een app per jaar, gaat dat nu niet meer. De app is net als je website nooit af. Het wordt nog wel onderschat hoeveel werk een app nodig heeft. Er zijn allerlei backend– en frontend-systemen die continu in beweging blijven. Dat moet je blijven meten.
Houd er wel rekening mee dat elke nieuwe vorm, knop of stukje copy ook weer getrackt moet worden. Dit is tijdrovend maar levert wel interessante inzichten op over hoe mensen de app gebruiken.
Tip 6: Gebruik de uitrolfunctionaliteiten van de Appstore en Playstore
De uitrolfunctionaliteiten van de Appstore en Playstore zijn echt heel handig en worden door veel mensen over het hoofd gezien. Je kunt nieuwe versies van een app testen onder een kleine groep gebruikers. Als je nog niet zeker bent van een nieuwe functionaliteit, kun je die update gefaseerd uitrollen. De Appstore begint bij 1% van de gebruikers en bouwt zelf op. Bij de Playstore draai je zelf aan de knop.
We zijn natuurlijk ook benieuwd wat jullie ervaringen zijn met het ontwikkelen van apps. We horen ze graag!
Foto: Rob Hampson/Unsplash