Microsoft Mix Essentials: Passionate about standards
Dat Microsoft de laatste jaren hard heeft gewerkt om van de monopoly-troon af te dalen en zich te mengen met de community bleek wel uit de sessies op dag 2 van de Mix Essentials 2009. De tools zijn niet langer alleen bestemd voor de developers binnen je organisatie, maar kunnen het gehele ontwikkelproces voor digitale media ondersteunen. Bovendien wordt bij al deze tools eveneens rekening gehouden met andere platformen en andere browsers.
Passionate About Standards – No Platform Left behind
De dag begon met een sessie door User Experience Evangelist Martin Tirion over de vernieuwde Expression Suite, en dan met name Expression Web. Expression Web is een software pakket dat qua eigenschappen enigszins vergelijkbaar is met het welbekende Dreamweaver. Als front-end developer ben ik jaren geleden ook begonnen met dit pakket dat met name voor beginners een zeer goede ondersteuning biedt bij je leercurve maar volgens veel developers vaak teveel het heft in eigen handen neemt en code schrijft waar de gebruiker niet om vraagt.
Expression Web 3 lijkt te zijn gestoeld op de basis van Visual Studio, maar is echt een stap voorwaarts in de richting van de front-end developers. Het laat veel van de features weg die met name voor back-end development bedoeld zijn en heeft de overgebleven ruimte benut met zinvolle tools voor front-end development. Een van de features die in Martin Tirion’s verhaal benadrukt werd is de uitgebreide IntelliSense functie, feitelijk afkomstig uit Visual Studio maar slim verrijkt voor Expression Web. Zo geeft het suggesties op basis van de gekozen code-standaard (de doctype; bijvoorbeeld XHTML Strict of HTML 4), en ondersteunt het inmiddels ook PHP-ontwikkeling en uiteraard CSS.
Een andere slimme feature was de interpretatie van de cascading (overerving) van CSS. De software begrijpt de opbouw van de stylesheet en geeft waarschuwingen als styles wordt overschreven verderop in je stylesheet. Ook kun je de code controleren op bijvoorbeeld niet gedefinieerde HTML-elementen of elementen die wel zijn opgemaakt via CSS maar nooit worden gebruikt in de code.
W3C standaarden
Met de komst van Internet Explorer 8 deed Microsoft eerder dit jaar al een belangrijke stap in de ondersteuning van de W3C standaarden, en daar is ook in de Expression Web omgeving rekening mee gehouden. Zo kun je binnen het programma (dus zonder gebruik van je browser!) je code valideren op basis van de gekozen doctype, en uiteraard kun je daarnaast ook je CSS en de accessibility van de code controleren. Als er fouten ontdekt worden, wordt het betreffende stuk code gehighlight en doet het programma suggesties om het te verbeteren.
De overtreffende trap hiervan is samengevoegd in een andere nieuwe feature: SuperPreview. Superpreview is in applicatie binnen Expression Web waarbij je de code kunt testen in verschillende browsers, wederom zonder daadwerkelijk gebruik van je browser maar dus binnen de software.
Parallel aan elkaar kun je de werking van je code bekijken in bijvoorbeeld Internet Explorer 6 en Internet Explorer 8. Anders dan bij 2 screenshots kijk je hier naar werkende code, dus als je een element in het linkerscherm aanklikt, licht hetzelfde element in het rechterscherm ook op. Zo kun je direct inzien waar de verschillen zich bevinden en het probleem direct oplossen.
Op dit moment maakt Superpreview alleen gebruik van browsers die zijn geïnstalleerd op je systeem, dus het testen van browsers op andere platforms is nog toekomstmuziek, maar niet voor lang. Beloofd werd dat binnen niet al te lange tijd ook een (vermoedelijk betaalde) versie van SuperPreview zal worden uitgebracht op basis van cloudservices. Zo kun je via virtuele omgevingen direct testen voor alle exotische browsers op de Mac en Linux-omgevingen.
Prototypes bouwen met Expression Blend 3 en het nieuwe Sketchflow
Later op de dag was er wederom een verhaal van Martin Tirion, ditmaal over Expression Blend 3 en SketchFlow. Blend is de omgeving waarin je Silverlight applicaties kunt ontwikkelen en SketchFlow is de laatste toevoeging aan deze software. Het richt zich op de verschillende ontwikkelstadia van een product.
Iedere professional kent het wel; een ontwerper heeft samen met een functioneel ontwerper gezwoegd op de perfecte interface met het mooiste sausje, en vervolgens heeft een van de Flashers er een clickable demo van gemaakt.
Vol goede moed vertrek je naar de klant, die na het zien van je demo natuurlijk laaiend enthousiast is. “Strikje eromheen en klaar“, zegt de klant. Vervolgens beland je in een discussie over waarom er in Godsnaam nog twee maanden moet worden ontwikkeld (en belangrijker nog: betaald). En dat alleen maar omdat je de klant zo goed mogelijk wilde laten zien wat hij/zij kon verwachten van het eindproduct.
Om deze reden heeft Microsoft Sketchflow ontwikkeld. Sketchflow stelt je in staat om een goed functioneel ontwerp te maken, waarna je op basis van dat FO direct een clickable demo kunt maken, die je vervolgens kunt animeren en zo aan de front-end specialist kunt aanleveren. Allemaal in een bestand. En in een programma. Klinkt als een toren van Babel maar dat valt eigenlijk enorm mee.
Sketchflow maakt gebruik van dezelfde XAML (een soort XML) als de uiteindelijke Silverlight-applicatie, maar ziet er ondertussen uit als een standaard wireframe, en is net als bij andere FO-programma’s op te bouwen via het draggen & droppen van elementen. Als de klant het goedkeurt vervang je zwart/witte vlakken door de kleurrijke interface uit het design en vervolgens kun je op dezelfde fundamenten als de functioneel ontwerper het uiteindelijke product opleveren.
Om deze samenwerking tussen verschillende disciplines nog verder te ondersteunen is ook TSV (versiebeheer / Sourcecontrol) geïntegreerd in Blend 3. Zo kun je allemaal in hetzelfde bestand werken en heb je altijd de beschikking over oudere versies.
Persconferentie – Windows Surface
Halverwege de dag was er voor de aanwezige pers een persconferentie georganiseerd rondom het Windows Surface platform (zie ook ons eerdere artikel). Dr. Neil, Surface guru uit Redmond, nam ons mee in de wereld van de multi-user multi-touch interface.
De Surface is geen computer maar een tafel, met alle facetten van dien. Dat er onderhuids een computer aanwezig is om het oppervlak te interpreteren is volgens Dr. Neil bijzaak. De Surface is getest voor 52 touchpoints, maar zou in theorie enorm veel meer interactiepunten aan moeten kunnen. Nu is uitgegaan van vier personen ( x 10 vingers) en 12 objecten die communiceren met de applicatie. Zo werd er bijvoorbeeld een mini-stoplicht geplaatst op de tafel met een tag die communiceert met de computer. Staat het stoplicht op rood en passeert de auto (eveneens met een tag) dat punt op het oppervlak; dan krijg je een bekeuring van de politie. Virtueel dan.
Surface wordt nadrukkelijk gezien als social media, en niet als in Facebook en Hyves waarbij je met je vrienden digitale contacten onderhoudt (“Look, my new holiday pictures, download them @ Hyves!”), maar echte sociale contacten, face-to-face, waarbij de Surface als het ondersteunende platform wordt gezien. Seamless interactie met elkaar en de digitale omgeving.
Het was echt verbazingwekkend om te zien hoe goed het eigenlijk functioneert. Als je bijvoorbeeld je vinger op het oppervlak plaatst meet het niet alleen dat punt maar let het ook op de schaduwen van je hand om zo te bepalen aan welke kant van de tafel je staat. De interface houdt daar ook rekening mee. Het herkent niet van wie de vinger precies is, maar wel de richting waar het vandaan kunt, dus met meerdere mensen 1 spel spelen is echt geen enkel probleem voor de Surface.
Momenteel wordt het vooral gebruikt in de dienstverleningssector. Hotels, ziekenhuizen, educatieve instellingen en natuurlijk casino’s maken steeds meer gebruik van de Surface, maar met een instapprijs van 11.000 euro zal het niet snel worden gebruikt in de particuliere sector. Het gebrek aan bijvoorbeeld een browser en Office maakt het ook niet tot een dagelijkse computer. In Nederland zijn er inmiddels enkele tientallen verkocht, maar het gaat daarbij met name om developerunits (ca. 15.000 euro).
“Hoewel het niet anders dan een succes kan worden op de lange termijn merk je dat er vooral bij de gebruiker nog een stap moet worden gemaakt. 3D-omgevingen blijven lastig te interpreteren voor de gemiddelde persoon. “Het is niet voor niets dat we nog steeds 2D-kaarten gebruiken om ons door een 3D-landschap heen te bewegen”, aldus Dr. Neil.
Ook in het sociale aspect is nog winst te behalen. Multi-friend kent een andere hiërarchie dan multi-stranger. “Friends don’t really care about screwing up each other while in a game”, terwijl bij een multi-stranger verhouding de eerste persoon vaak direct de leiding heeft. Hoe daar mee moet worden omgegaan is nog niet echt bekend. Wederom loopt technologie dus voor op de ontwikkeling van de mens.
Meer informatie over de Expression Suite vind je op de blog van Martin Tirion, meer informatie over de Surface op de blog van dr. Neil. Lees hier alle artikelen over Microsoft Mix Essentials.