Communicatie

Hoe inclusief is online participatie eigenlijk? [onderzoek & ervaringen]

0

De een deed het aarzelend, of zelfs met frisse tegenzin, de ander ging direct overstag. 2020 was het jaar waarin gemeenten in Nederland ‘massaal digitaal’ gingen in het bereiken en betrekken van inwoners. Niet per sé omdat het kan. De mogelijkheid om participatie via een online kanaal of tool te organiseren was namelijk al. Maar vooral omdat het moet (inderdaad: corona…). Ondanks de koudwatervrees. Iets dat ‘moet’, zoals vaak het geval is met participatie, kun je namelijk niet eindeloos uitstellen.

In dit artikel delen we graag enkele ervaringen die wij de afgelopen tijd hebben opgedaan met het organiseren van online participatie voor meerdere gemeenten in Nederland. Ook vroegen we een representatieve groep Nederlanders naar hun mening en ervaringen ten aanzien van online participatie. De resultaten van dit onderzoek laten we graag aan je zien.

Met als doel om antwoord te geven op de vraag: ‘is participatie inclusiever geworden omdat deze nu door omstandigheden online georganiseerd wordt, of sluiten we juist groepen inwoners uit?’. Een belangrijke vraag, ook om met de blik op de toekomst de aarzeling bij gemeenten weg te nemen om online participatie te organiseren. Maar dan als waardevolle aanvulling op fysieke participatie op locatie (wanneer dit weer kan).

Digitale transformatie tijdens een crisis

Soms heb je als organisatie een crisis nodig om tot ‘digitale transformatie’ te komen, zo betoogt Marco Derksen op zijn eigen platform Koneksa Mondo. De claim die hij maakt geldt eigenlijk voor onze totale samenleving: het onderwijs, de zorg, maar zeker ook voor de manier de waarop wij als consumenten onze producten en diensten afnemen. COVID-19 is zo’n crisis. De komst van het coronavirus zorgde ervoor dat Nederland begin 2020 op alle fronten binnen enkele weken bijna volledig digitaal ging.

Uiteraard ging ook de overheid online. Corona was de crisis die ervoor zorgde dat gemeenten in Nederland in een digitale stroomversnelling kwamen. In eerste instantie om de interne communicatie en samenwerking te ondersteunen. Inmiddels zitten bijna alle gemeenten in Nederland in MS Teams of een vergelijkbaar tool. Al snel volgde de samenwerking met inwoners en andere externe stakeholders. Een vloek èn een zegen, zo betoogt Siri Beerends op iBestuur, want die online bubbel waarin iedereen zich bevindt brengt ook risico’s met zich mee.

Inclusieve participatie

‘Unusual suspects’ bereiken en betrekken bij wat er speelt in hun eigen leefomgeving – steeds meer gemeenten in Nederland maken het tot hun first priority. Ook vóór corona bestond al het besef dat je als gemeente tijdens de traditionele fysieke bewonersavond vooral in gesprek gaat met het geijkte, reeds bekende clubje inwoners dat de weg naar het gemeentehuis prima weet te vinden. Uiteraard moet je de inbreng van deze groep waarderen. Maar het risico dat je als gemeente op deze manier slechts ideeën en meningen ophaalt van een deel van je inwoners is groot.

Online kanalen en tools bieden gemeenten kansen om unusual suspects te bereiken en betrekken, betogen ook Roos Hofstra, Ank Michels en Albert Meijer op het platform coronapapers.nl. Hun casestudie laat zien dat de drie tools (het webinar, de hybride bijeenkomst en het online platform) de inclusiviteit van participatie ten goede komt. “Bewoners die offline zouden participeren doen dit online ook, en daarnaast is gebleken dat een nieuwe groep bewoners, die eerder niet deelnam, wordt aangetrokken door de laagdrempeligheid van online middelen”.

8 typen Nederlanders

Om goed zicht te krijgen op wie de usual dan wel unusual suspects zijn, ontwikkelde Citisens een model met 8 betrokkenheidsprofielen. Dit segmentatiemodel deelt Nederlanders op basis van big én small data in op 4 centrale kenmerken:

  • de mate waarin zij betrokken zijn bij de eigen leefomgeving
  • het vertrouwen dat zij hebben in de gemeente en andere instituties
  • wat hun voorkeur voor participatie is (bijvoorbeeld meedenken of meedoen)
  • wat hun communicatievoorkeuren zijn

8 betrokkenheidsprofielen: Honkvaste Buurtbewoners, Eigengereide Digitalen, Zorgzame Senioren, Geïnformeerde Gezinsdrukte, Stadse Nomaden, Gevestigde Beïnvloeders, Kritische Vernieuwers en Zelfbewuste Aanpakkers.Dat de inzet van een online kanaal of tool in een participatietraject de drempel om te participeren voor typische unusual suspects Honkvaste Buurtbewoners en Geïnformeerde Gezinsdrukte verlaagt, zagen we al eerder in de gemeente Overbetuwe. Maar of het de drempel voor typische usual suspects Gevestigde Beinvloeders en Zelfbewuste Aanpakkers verhoogt (en hen dus ‘buitensluit’ – de angst van veel gemeenten) is nog niet eerder bekeken. Met name omdat de online participatie tot nu toe meestal als aanvulling op evenementen fysiek op locatie wordt georganiseerd (en inwoners dan kiezen voor wat zij zelf het prettigst vinden). Door corona verviel deze mogelijkheid.

Onze ervaring met online participatie – wie neemt er deel?

In de afgelopen maanden verzorgden we, in opdracht van meerdere gemeenten in Nederland, diverse online participatie-activiteiten. We lichten er hier 3 uit, en beschrijven onze ervaringen. Specifiek kijken we naar welke betrokkenheidsprofielen deelnamen aan de activiteit. Is er sprake van over- dan wel ondervertegenwoordiging – kijkend naar de ‘werkelijke’ samenstelling van de profielen in de gemeente? Dit was mogelijk omdat we aan iedere deelnemer bij aanmelding het postcode hebben gevraagd. En we weten op basis van big data voor heel Nederland welke profielen er in welk postcode-6 gebied wonen.

Usual suspects oververtegenwoordigd

Zoals gezegd zijn er 2 profielen die als typische usual suspects gezien kunnen worden: Gevestigde Beïnvloeders en Zelfbewuste Aanpakkers. Deze groepen weten hun weg naar het gemeentehuis vaak goed te vinden. Begin 2021 organiseerden we voor de gemeenten Alphen aan den Rijn en de gemeente Lochem een webinar (via WebinarGeek) en twee online bewonersbijeenkomsten (via Zoom). Wat bleek? Gevestigde Beïnvloeders en Zelfbewuste Aanpakkers waren goed vertegenwoordigd bij deze activiteiten. Er was zelfs sprake van oververtegenwoordiging.

De angst die bij veel gemeenten leeft, dat je deze groepen ‘buitensluit’ als je de participatie online organiseert, blijkt dus ongegrond. Voor het webinar van de gemeente Alphen aan den Rijn, met als onderwerp de Regionale Energie Strategie (RES), schreven 581 inwoners zich in. 60% hiervan viel in één van de twee profielen (tegenover het ‘werkelijke’ percentage 36%). Tijdens de online bewonersbijeenkomsten van gemeente Lochem, met 261 deelnemers, viel zelfs 96% in één van deze profielen (tegenover 71%). De hoogte van dit laatste percentage kan zeker ook verklaard worden door het onderwerp. In Lochem ging de activiteit over duurzame opwekking van energie via windmolens en zonneparken. Een onderwerp dat deze profielen direct raakt omdat zij vaak in het buitengebied wonen (en er daar nu eenmaal ‘plek’ is voor windmolens en zonneparken).

Unusual suspects ondervertegenwoordigd

Daarnaast bleek het volgende: onder de deelnemers bevonden zich ook de typische unusual suspects-profielen Honkvaste Buurtbewoners en Geïnformeerde Gezinsdrukte. Maar ze waren wel ondervertegenwoordigd. Bij het webinar in Alphen aan den Rijn viel 30% van de deelnemers in één van deze profielen (tegenover 35%). In Lochem was dit slechts 4% (tegenover 21%). Waarschijnlijk deels vanwege het feit dat de windmolens en zonneparken niet in hùn leefomgeving geplaatst worden. Het onderstreept vooral ook wat we al wisten van deze profielen: ze participeren alleen als het onderwerp hen direct raakt.

In onderstaande grafiek wordt de deelname aan het webinar van Alphen aan den Rijn verder toegelicht. De dunne balk geeft het ‘werkelijke’ percentage weer, de dikke balk het percentage deelnemers aan het webinar uit hetzelfde profiel.

Deelname aan webinar met 8 profielen.

 

Online enquête laagdrempeliger

Een participatie-activiteit waar deze typische unsual suspects-profielen wel aan deelnemen is de online enquête. Deze tool is nóg laagdrempeliger dan een webinar of online bewonersbijeenkomst. Je kunt ‘m namelijk invullen op een moment dat het jou schikt.

Zo zetten we in opdracht van de gemeente Arnhem medio 2020 een online enquête uit via de enquêtesoftware Survalyzer, met als doel inwoners te laten meedenken over de Omgevingsvisie 2040. 3.578 inwoners vulden de enquête in. Ook hier vergeleken we de cijfers qua deelname aan de enquête met de samenstelling van de betrokkenheidsprofielen in de gemeente. De profielen Geïnformeerde Gezinsdrukte en Honkvaste Buurtbewoners bleken oververtegenwoordigd onder de groep invullers (samen 38%, ten opzichte van het ‘werkelijke’ percentage 30%). Ook Stadse Nomaden en Eigengereide Digitalen – ook typische unusual suspects – vulden de enquête in (respectievelijk 17% en 13%).

En, wat vinden inwoners zelf?

Half februari 2021 zetten we een online enquête uit onder 10.000 leden van het Citisenspanel. 2983 Nederlanders vulde hem in. Eerste vraag in het onderzoek: ‘heeft u sinds het voorjaar van 2020 deelgenomen aan een online participatie-activiteit van uw gemeente?’. 30% van de invullers gaf aan dit te hebben gedaan. Vervolgens konden ze aangeven aan welke activiteit ze hebben deelgenomen: webinar, online bewonersbijeenkomst, online enquête, online platform. De belangrijkste resultaten op een rijtje:

  • Stadse Nomaden en Eigengereide Digitalen vullen relatief vaak een online enquête in
  • Gevestigde Beïnvloeders en Stadse Nomaden volgen relatief vaak een webinar
  • Gevestigde Beïnvloeders en Geïnformeerde Gezinsdrukte nemen relatief vaak deel aan een online bewonersbijeenkomst (bijvoorbeeld via een tool als Zoom of MS Teams)
  • Geïnformeerde Gezinsdrukte en Honkvaste Buurtbewoners hebben relatief vaak een online platform bezocht

Aan invullers die eerder (vóór corona) ook deelgenomen hebben aan een fysieke participatie-activiteit is gevraagd wat de voorkeur heeft: online of (toch) fysiek participeren. Wat blijkt? Over de hele linie gaat tóch de voorkeur uit naar fysiek op locatie (51%). Tussen de profielen zijn geen significante verschillen gevonden:Bewonersbijeenkomst, fysiek of online?

Op de stelling ‘Mijn zorgen en vragen kan ik even goed inbrengen tijdens een online bewonersbijeenkomst (of webinar) als tijdens een fysieke bijeenkomst op locatie’ geeft het merendeel van de invullers aan: ja, dit kan even goed! (55% – en 15% is neutraal). Geïnformeerde Gezinsdrukte en Stadse Nomaden waren het het vaakst (zeer) eens met de stelling.

Zorgen en vragen even goed inbrengen.

Participatie is inclusiever geworden

We begonnen dit artikel met de volgende vraag: ‘is participatie inclusiever geworden omdat deze nu door omstandigheden online georganiseerd wordt, of sluiten we juist groepen inwoners uit?’. Op basis van de ervaringen en inzichten die we hier gedeeld hebben, is het antwoord: ja! Participatie is inclusiever geworden als deze, in verband met corona, uitsluitend online georganiseerd wordt.

  • We zien dat er in de afgelopen corona-periode een meer diverse groep inwoners (ook typische unusual suspects-profielen) deelneemt aan de 4 uitgelichte participatie-activiteiten.
  • Maar ook inhoudelijk lijkt de balans positief uit te slaan. Een ruime meerderheid geeft aan zorgen en vragen even goed te kunnen inbrengen als bij een fysiek participatiemoment.

Hebben we hiermee de aarzeling weggenomen? Zullen gemeenten ook in de toekomst, als fysiek weer ‘kan’, online participatie organiseren? We hopen van wel! Het is wat ons betreft – op z’n minst – een waardevolle aanvulling.