Social media, e-business, marketing: what’s next?

Welke ontwikkelingen zijn er gaande in media, marketing en e-business? Daar zijn we uiteraard reuze benieuwd naar op Emerce eDay 2013. De Amsterdam Convention Factory als nieuwe locatie, zichtbaar (en voelbaar) meer bezoekers en een fors aantal interessante sprekers: eDay is goed bezocht en voelt prettig druk met een programma vol parallelsessies.

Vooraf keuzes maken is onvermijdelijk, ook om daarnaast de vele collega’s en vakgenoten te kunnen ontmoeten. Die formule is sinds de eerste eDay ongewijzigd: binnen 1 dag bijgepraat worden over actuele online ontwikkelingen en de mogelijkheid tegelijkertijd een nuttig rondje te netwerken.

Daarom – zonder de claim volledig te zijn – een persoonlijke keuze van 9 sprekers en take aways die in elk geval zijn blijven hangen. Min of meer naar chronologie van de dag van begin tot einde.

What’s next #1. Facebook is een eettafel/schoolplein

Ji Lee van Facebook is vanwege de Facebookconferentie een dag eerder toch al in Amsterdam en mag de ochtend aftrappen. Wie gehoopt had op een blik achter de schermen en de nodige inside informatie komt niet aan z’n trekken, maar Lee is een spreker die authentiek is en vooral een persoonlijk verhaal durft te vertellen. Waarom hij met zijn talent en drive nu op de plek is belandt waar hij werkt. En dat is precies zijn punt: wat je met Facebook doet moét authentiek en oorspronkelijk zijn. ‘Zie Facebook als een eettafel waaraan je met je vrienden de dag doorneemt en de ups en downs van het leven deelt’.

Daar sluit mijn collega Japie Stoppelenburg zich later volmondig bij aan: in plaats van de eettafel, gebruikt hij de metafoor van het middelbare schoolplein. Maar hij deelt Ji Lee’s punt: als bedrijf ben je alleen succesvol op Facebook als je de taal van dit schoolplein spreekt, de emoties daaromheen begrijpt en er creatief op inspeelt. Doe je dat niet, of kun je dat niet: blijf dan weg.

What’s next #2. Denk, ontwikkel en onderneem in platforms

What’s next? De losse- en op zichzelf staande online producten, diensten of merken die we zo goed kennen, zijn volgens Marshall van Alstyne van het befaamde MIT (Boston) in elk geval niét next. Het denken in platforms is naar zijn mening onvermijdelijk. Dat vergt veel van organisaties en niet minder van hun adviseurs en leveranciers. Maar we moeten wel, betoogt Van Alstyne: platforms zijn dé manier om met beperkte kosten te innoveren en nieuwe business succesvol te ontwikkelen.

Door het slim koppelen en combineren van verschillende platforms ontstaan nieuwe verdienmodellen en mogelijkheden. Met een beperkte investering bereik je veel en veel meer gebruikers. Van ‘user generated content’ evolueren we naar ‘user generated business’.

What’s next #3: Twitter is marketing in the moment

Veel aandacht voor Twitter’s Josh Grau en niet alleen vanwege de komende beursgang van zijn bedrijf (de geruchten reppen dat het op 15 november zal gebeuren). Grau toont ons de recente insights van Twitter die leiden tot nieuwe stappen. Zoals de onvermijdelijke koppeling van Twitter met (hoe ouderwets) TV rondom grote nationale, samenbindende evenementen als de Superbowl (USA) of een populaire serie als Glee.

Hoe groter het event, hoe meer erover gesproken wordt (en hoe geconcentreerder de tweets), hoe interessanter het is om juist als adverteerder hierbij aan te haken. ‘Marketing in the moment’ is de kernachtige samenvatting van deze ontwikkeling, die volgens Grau onomkeerbaar is.

What’s next #4. Andere continenten, andere aanpak

‘Alles mobiel’ is geen nieuws meer in 2013. Ook niet voor Afrika. Toch bevat de case van Georges Eduard Dias van L’Oreal voldoende prikkelende aanknopingspunten. Business is dankzij de mobiele ontwikkeling in Afrika voortaan simpel: ‘you can open a shop using a SIM-card’. Dias ziet verschil met de online aanpak zoals we in Europa en de VS hanteren en benadrukt dat wie in Afrika online succesvol wil worden, deze context moet begrijpen en aanvoelen. Daarbij zijn er volop kansen, zeker als je de traditioneel sterke lokale structuur en verbondenheid slim koppelt met wat mobiel internet mogelijk maakt: ‘make your neighbourhood your marketplace’.

What’s next #5: Wisdom of the data, gezondheid voor iedereen

Gezondheid is volgens Aza Raskin van Jawbone niet een kwestie van geluk, maar vooral het gevolg van een gezonde leefstijl. ‘Online’ leent zich bij uitstek voor een eerlijk en transparant verhaal. Ontwikkelingen zoals de quantified self (direct feedback op je gedrag dankzij devices die slim omgaan met jouw persoonlijke data) ziet Raskin als een enorme kans. Zeker als je die koppelt aan screening, analyse en wat anderen om je heen zoal doen.

Op die wijze ontstaat – vrij naar het principe van ‘the wisdom of the crowds’ – een nieuwe en waarschijnlijk ook gezondere wereld. Met dank aan ‘the wisdom of the data’. Lees over data, technologie en gezondheid ook vooral dit artikel van Sander Duivestein.

What’s next #6: Big data en een big issue

Data dus. Het woord valt veelvuldig. Big data vooral. Het is ook in de wandelgangen sowieso trending topic. Er is sprake van een bijna ouderwetse richtingenstrijd. Het vooruitgangsdenken wordt vertegenwoordigd door de positieve, optimistische blik op big data: wat kun je er allemaal mee, wat zijn de schijnbaar onmetelijke mogelijkheden en wat gaat ons dat allemaal aan geluk, succes en gemak brengen? Maar er is ook een kritische stroming: issues als veiligheid (fraude, betalen, bankieren) en de discussie over de grenzen van privacy (welke zijn die, en hoe handhaven we die?) zijn terecht actueel. To be continued dit debat, zoveel is zeker.

What’s next #7: Pas nieuwe technologie en methoden toe

Het gaat op eDay gelukkig over meer dan de bekende disciplines en methodes. De integratie van naburige vakgebieden is één van de kenmerken van (online) design en marketing. Een nieuwe ontwikkeling als neuromarketing (met RSI meten aan de hersenen wat een product met je doet) helpt ons nog beter te begrijpen hoe de doorsnee gebruiker (online) producten percipieert, ervaart en gebruikt.

 

Paul Postma introduceert zijn net verschenen boek ‘Anatomie van de verleiding‘ en adviseert bekende aannames, onderbuikgevoelens en routine vooral te parkeren. Toepassen van neuromarketing leert ons namelijk heel precies hoe het (vaak onbewust) in onze hersenpan werkt. En daar zit natuurlijk het haakje met ‘what’s next’: met zo’n inzicht kunnen we onze producten en diensten nog veel beter laten doen wat ze moeten doen en de effectiviteit vergroten.

What’s next #8: Crowdfunding, alles draait om commitment

Crowdfunding lijkt als buzzword alweer bijna ouderwets. Ivan Askwith van Lucas Film mag niettemin rekenen op veel toehoorders. Met het bekende Kickstarter als voorbeeld illustreert hij hoe crowdfunding voor films succesvol ingezet kan worden. In zijn optiek gaat het niet om het puur en alleen inzamelen van geld: hoewel het einddoel, is geld slechts een resultante.

De crux zit hem volgens Askwith in het voeden van potentiële financiers met de juiste mix van commitment, storytelling en bewijsvoering: laat ze geloven dat wat je wil realiseren goed is voor hun wereld. Zo wordt financieren gemotiveerd door een primaire behoefte van deze groep: ‘to change the world and to support what you really think is needed’.

What’s next #9: Er is geen blueprint voor online ontwikkelingen

Hoe graag iedereen aan het einde van zo’n eDay wil weten wat er precies te gebeuren staat, er is en blijft veel onzeker. “For the future online, there is no such thing as a blueprint”, aldus slotspreker Michael Shanks van Stanford University (USA). Hij vat daarmee kernachtig samen wat meer sprekers al stelden.

Accepteer de onzekerheid die hoort bij online ontwikkelingen en richt je werkwijze zo in dat je effectief om kunt gaan met die onzekerheden. Zelf ziet Shanks veel potentie in het inzetten van de mentaliteit, skills en aanpak van designers. Kortom: ben nieuwsgierig, verplaats je in de context en de gebruiker, bouw prototypes, test, meet en verbeter continu.

Is Shanks boodschap rocket science? Nee. Of het gedroomde antwoord op what’s next? Ook niet. Wel een mooie gedachte om morgen concreet in de praktijk toe te passen. Waarvan akte.