Ondernemende journalisten melden zich online: wie overleeft?
Online komen de laatste maanden steeds meer journalistieke initiatieven naar boven. Met name ondernemende journalisten melden zich als nieuwkomers op een markt waar ruimte is ontstaan. De vraag is wie gaan overleven: want een goed idee gaat niet altijd gepaard met een financieel sterk fundament en dat leidt tot slachtoffers.
Een niet te stuiten daling in de oplagecijfers
De oplagecijfers van de Nederlandse kranten laten kwartaal na kwartaal een niet meer te stuiten ontwikkeling zien: ze dalen steeds verder en het gaat snel. De klappen komen zelfs ongekend hard aan bij De Telegraaf, de krant die nog immer op broadsheet verschijnt. Dan kan het rap gaan, blijkt uit de jongste cijfers van het oplage-instituut HOI.
Ook andere media, die al langer bestaan, hebben moeite hun status te behouden. Op radio en televisie versnippert door het enorme aanbod van zenders de belangstelling van de consument met de dag. Er zijn weinig programma’s meer die de hele natie aan zich weten te binden, behalve als het gaat om het koningshuis en de grote sportevenementen. De publieke omroep vecht ondertussen tegen de haar opgelegde bezuinigingen en verliest terrein. De Oranjes zijn voor de NOS nog een zekerheidje, maar in de sport zijn hoger biedende partijen inmiddels de baas.
Deze bewegingen zijn de afgelopen jaren van invloed geweest op de journalistiek. Talloze banen gingen verloren en waar minder journalisten actief zijn is er automatisch minder nieuws. Een groeiend aantal weetjes wordt tegenwoordig uitgeserveerd via het internet, waar de burgers via social media en al dan niet talentrijke bloggers actief zijn. Qua duiding kunnen zij meestal niet tippen aan journalisten die feiten checken, zaken tot op de bodem uitzoeken en in de regel geen eigenbelang hebben.
Steeds meer online journalistieke initiatieven
Met een leger op straat gezette journalisten, net afgestudeerden die geen baan kunnen vinden en vooral de technologische ontwikkelingen, zijn er online steeds meer journalistieke initiatieven. Het aantal bijeenkomsten waarop journalisten praten over de impact van hun vak is bijna niet meer te tellen. Ze denken, weliswaar een tikje laat, na over wat de komst van internet voor hun beroepsgroep betekent en hoe ze op eigen kracht een positie kunnen veroveren. In die voor velen verwarrende tijd begint online het een en ander op te bloeien. Het is allemaal nog wel te vers om conclusies te trekken.
Gooi niet alle noviteiten op een hoop
Het is overigens goed om onderscheid te maken tussen de verschillende innovaties, want in diverse publicaties gaan veel noviteiten op een hoop. The Post Online en De Correspondent worden samen met Blendle en eLinea heel makkelijk in één adem genoemd, maar dat is onterecht. De eerste twee zijn partijen die pure journalistiek bedrijven en voor een online platform hebben gekozen, de laatste twee bieden vanaf hun kersverse platform online content aan, zonder dat ze daar zelf iets aan toevoegen.
De Correspondent
Van de recente toetreders heeft De Correspondent van Rob Wijnberg, voormalig hoofdredacteur van NRC Next, nog de meeste aandacht en aanhang gekregen. Maar liefst 20.000 mensen telden na de introductie in De Wereld Draait Door ongezien zestig euro neer om dit initiatief mogelijk te maken. Het resultaat is vooralsnog dat sinds een week kundige schrijvers dagelijks via een prachtige website hun zogeheten ‘longreads’ publiceren. Wijnberg komt overigens van een krant die niet bang is voor experimenten. NRC brengt al enige tijd longreads uit en stopt sinds kort via e-books archiefmateriaal in nieuwsdossiers.
The New York Times & The Guardian
De meesten initiators worstelen nog met de keuze voor hun platforms. Hoe jeugdiger de doelgroep, hoe makkelijker de overgang naar honderd procent online. Oudere consumenten zijn meestal niet 24/7 online actief en vinden het downloaden van een app al een heel avontuur. Dit lijkt een kwestie van tijd en goed opletten. Over de grens gaat het allemaal nog harder. The New York Times plaatste via de eigen website met Snowfall een verbluffende maar kostbare publicatie. Voor het kleine Nederland is dat soort producties nog te hoog gegrepen. The Guardian is een mooi voorbeeld van een krant die constant met vernieuwing bezig is.
Tijd is de vijand van velen
Online journalistiek bedrijven is een vak dat extra vaardigheden vraagt. In opleidingen wordt hier al op ingehaakt, maar nog onvoldoende. De Vereniging van Online Journalisten Nederland heeft na juni geen tweet meer geplaatst, dus daar gaat ook iets mis. Tijd is de vijand van velen en het valt niet mee een goede businesscase te maken. De Nieuwe Pers, de digitale opvolger van de verdwenen gratis krant met één betalende abonnee (Marcel Boekhoorn), is inmiddels in The Post Online opgegaan. eLinea heeft dankzij een tweede kapitaalinjectie een doorstart kunnen maken.
Veel nieuwkomers sterven een snelle dood
Uit onderzoek van ondermeer de Hogeschool van Utrecht blijkt dat lokaal veel nieuwkomers een snelle dood sterven. Er zijn niet zo veel journalisten die goed kunnen schrijven en rekenen. Dat was vroeger al zo, het is de hoogste tijd dat ze zich terzijde laten staan door mensen die verstand van cijfertjes hebben. Alleen dan heeft het nieuwe uitgeven kans van slagen.
Er onstaat ruimte voor nieuwskomers en kleintjes
Een trend die eveneens zichtbaar wordt is dat er ruimte ontstaat voor de nieuwkomers en de kleintjes. Dit mede dankzij de steun van het Stimuleringsfonds van de Pers, dat een Innovatiefonds in portefeuille heeft. Per ronde is een pot van 450.000 euro beschikbaar. Het Stimuleringsfonds investeert tegenwoordig liever in online dan in dode bomen. Grote uitgevers, die vooral gefocust zijn op hun bestaande producten, doen hier af en toe een beroep op, maar ook ondernemende journalisten weten de weg inmiddels te vinden.
Per ronde zijn er tientallen aanvragen en worden de kansrijkste gehonoreerd. Zoals die van Het Journalistieke Boek, dat bezig is een hedendaags product te ontwikkelen. Het betreft het zogeheten nieuwsboek, een actueel en met audio en video verrijkt e-boek dat circa veertien dagen na een grote gebeurtenis in Nederland op de markt komt. In het rijtje van toetreders het noemen waard. Online is er al veel over bericht, De Volkskrant en NRC Handelsblad schreven er bijvoorbeeld over.
Maar er is veel meer. Andere net opgestane en wendbare uitgevers uit het journalistieke veld timmeren eveneens aan de weg. Fosfor doet dit met haar longforms, Oostenwind wil met een Swipebook gaan scoren.
Foto intro met dank aan Fotolia