Big Data & Internet Of Things: de sleutel tot ultieme serviceconcepten
‘Big Data‘ en ‘Internet of Things‘ zijn twee hot topics. In dit artikel bespreek ik beide trends en de mogelijkheden die ze bieden. Vervolgens illustreer ik de trends aan de hand van voorbeelden, die zijn gemaakt tijdens de Big Data Visualization Hackathon. Deze werd in oktober 2012 georganiseerd in het Philips Design Center in Eindhoven.
Big Data: alles wordt gemeten
Big Data is al een tijdje een Buzz-word. De belangrijkste kenmerken van Big Data zijn: de grote hoeveelheid data, de snelheid waarmee data wordt gegenereerd, de variëteit in soorten data en de volatiliteit (bron: Forrester). Voorbeelden zijn de miljoenen Twitter-berichten die wereldwijd worden verzonden, aankoopgegevens, bezochte locaties, gepubliceerde foto’s, gereden kilometers en ga zo maar door.
Tot voor kort konden bedrijven er nauwelijks gebruik van maken met hun conventionele analysemethoden. Bovendien was opslagcapaciteit duur en dus beperkt. Dit verandert echter in hoog tempo. De opslagcapaciteit wordt steeds goedkoper, mede dankzij clouddiensten zoals die van Amazon. Bovendien neemt de computerkracht toe en komen er nieuwe analysetools op de markt. De kennis die deze data opleveren, biedt bedrijven ongekende mogelijkheden tot het creëren van diensten met zoveel toegevoegde waarde, dat consumenten zelfs bereid zijn ervoor te betalen.
Internet of Things: alles is verbonden
Ieder apparaat bevat straks een chip, waarmee het wordt gekoppeld aan het internet. Deze trend heet ‘The Internet of Things’. Auto’s, wasmachines, koffiezetapparaten vliegtuigen, schoenen, zelfs tandenborstels genereren gegevens over bijvoorbeeld de hoeveelheid, het moment en de locatie van gebruik. Hiermee komt nog meer Big Data beschikbaar. De drijvende kracht hier achter is Moore’s Law: de technologische capaciteit verdubbelt iedere 18 maanden, terwijl de kosten gelijk blijven. Het wordt dus betaalbaar om in elk product een chip te stoppen.
De gebruikers van deze producten staan allemaal met elkaar in verbinding. Daardoor ontstaat een gigantisch kennisnetwerk, waarvan de intelligentie kwadratisch toeneemt met het aantal gebruikers en hun aangesloten apparaten (Metcalfe’s Law). Hoe meer mensen aangesloten, hoe specifieker je selecties kunt maken om jezelf mee te vergelijken. Hoe groter de aantallen, hoe betrouwbaarder de resultaten.
Dat biedt bedrijven prachtige kansen om services te ontwikkelen, waarmee ze hun klanten in staat stellen betere en persoonlijke keuzes te maken. Keuzes, die ze kunnen relateren aan die van anderen.
Branded utilities: services die onmisbaar zijn voor je klanten
Eén van de belangrijkste kansen om Big Data en Internet of Things te benutten, is de ontwikkeling van branded utilities; services die gekoppeld zijn aan het (fysieke) product en die de gebruiker mist, als hij stopt met het gebruik van het product. In vrijwel alle branches liggen de mogelijkheden voor het oprapen. In de voedingsindustrie kan je mensen inzicht geven in hun eetpatroon, waardoor ze gezonder gaan leven. De banken kunnen inzicht geven in hoe je je geld efficiënter kunt besteden, zodat je meer geld overhoudt voor leuke dingen. De autoindustrie kan je helpen zuiniger en veiliger te rijden.
Eneco Toon Thermostaat & Zeo Slaapmanager
Eneco heeft met Toon een thermostaat ontwikkeld die je helpt om energie te besparen. Een ander mooi voorbeeld hoe je fysieke en digitale services kunt koppelen, is de Zeo Slaapmanager; een sensor die je ‘s nachts op je hoofd plaatst met behulp van een hoofdband. De volgende morgen kun je zien wat de kwaliteit is van je slaappatroon. Online biedt Zeo een coachingprogramma om je te helpen op basis van je slaap. Bovendien kan je zien wat de kwaliteit is van jouw slaap in vergelijking met jouw leeftijd- of sexegenoten. Als je ziet dat jouw diepe slaap minder is dan de benchmark, kun je ondersteuning krijgen in het verbeteren van dat specifieke onderdeel.
Feit is dat fysieke producten ondergeschikt worden aan de services die eraan toe worden gevoegd. Het is zelfs mogelijk dat consumenten gaan betalen voor de service en er straks gratis een apparaat bij krijgen. Een abonnement op mobiliteit, waar het vervoermiddel op basis van de behoefte van dat moment geleverd wordt. Een vitaliteitsprogramma, met een gratis Nike Fuel.
Fysieke producten worden commodities. De concurrentie wordt straks gevoerd om wie de beste en meest onmisbare service levert.
The next level: van branded naar device agnostic services
Het doel van een branded utility is een lock-in te creëren voor de gebruiker van jouw fysieke product. Immers, de digitale service heeft veel kennis opgebouwd over jouw gedrag. Je zou al die kennis in één keer kwijtraken als je een ander product gaat gebruiken. Het gevolg is dat alle producenten hun eigen digitale platformen gaan ontwikkelen. Je ziet hier in al grote ontwikkelingen op het gebied van Quantified Self. Hierbij gaat het om tools, die je inzicht geven in jouw persoonlijke situatie en helpen deze te optimaliseren.
Fitbit is een activiteitenteller. Zij biedt een site en app aan waarmee je inzicht krijgt in jouw activiteitniveau, gerelateerd aan dat van de andere gebruikers.
Maar Nike bouwt bijvoorbeeld ook aan haar eigen platform voor de activiteitenteller Nike Fuel. Op een gegeven moment loop je het risico dat gebruikers er van balen dat ze voor ieder fysiek product aparte apps moeten downloaden, accounts moeten aanmaken en gegevens moeten invoeren. Of dat ze veroordeeld zijn tot één merk om het platform te kunnen gebruiken. Juist het combineren van data van meerdere apparaten in één dashboard levert extra toegevoegde waarde op. Je kan oorzaak en gevolg achterhalen.
Bijvoorbeeld dat één uur hardlopen per dag zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van je slaap. Fabrikanten zullen dan ook moeten overwegen hun platformen in de toekomst open te stellen voor andere leveranciers. Ze kunnen bijvoorbeeld API’s ontwikkelen die gebruikers van andere platformen de mogelijkheid bieden hun data te importeren. Als de fabrikanten dit niet doen, lopen ze het risico dat hun service overgenomen wordt door start-ups die mer onafhankelijke platformen ontwikkelen.
Grote partijen kiezen nu al hun positie
Strategisch wordt dit een zeer interessant spel. Kies je voor een API, ga je voor een merkspecifiek platform of laat je andere merken op jouw platform toe? Je ziet nu al grote bewegingen. Fitbit liet eerst de wifi-weegschaal van Withings toe op hun platform. Toen ze hun eigen weegschaal hadden ontwikkeld, hebben ze de API met Withings uitgezet. Philips en Nike lijken hun eigen platformen te ontwikkelen, terwijl de kleine merken meer de neiging hebben om samen te werken.
Ook de grote jongens, als Google en Apple, mengen zich in dit geweld. Zo heeft Google een belang genomen in 23andMe, een bedrijf dat DNA-testen aanbiedt. Het ligt voor de hand dat ook verzekeraars zich op deze markt gaan begeven. Immers, de mogelijkheden van Quantified Self bieden enorme kansen op kostenbesparingen. Zie bijvoorbeeld het concept van Bloodroots dat ik hieronder beschrijf.
De Philips Design Hackathon
Philips is zich al langere tijd bewust van de kansen die Big Data biedt. Dat is ook één van de redenen waarom ze de Big Data Visualization Hackathon hebben gesponsord. Een hackathon is een kortdurend evenement, waarin mensen met verschillende competenties samenwerken om een applicatie te ontwikkelen. Het vond plaats in oktober 2012 in het gebouw van Philips Design op de High Tech Campus in Eindhoven.
Aan de hackathon deden 11 verschillende teams mee. Ook Jungle Minds was van de partij. Ons team bestond uit een Strateeg, Conceptontwikkelaar, Interactie-ontwerper, Visueel Ontwerper en een Programmeur. Een absolute uitdaging om met al deze disciplines bij elkaar in een kamer te zitten met de opdracht om binnen twee dagen een werkende applicatie op te leveren. Het thema was ‘Making the Healthy Choice in any environment’. We konden datasets gebruiken die online beschikbaar waren of een eigen dataset creëren. Het resultaat waren 11 totaal verschillende concepten. Hieronder een paar voorbeelden ter inspiratie.
Inzicht in de wachttijden van de buslijnen van Londen
Mensen balen ervan dat ze moeten wachten als de bus te laat is. Dat kan je zien als je Twitter analyseert, veel digitaal gevloek. Het levert een negatief sentiment op dat slecht is voor je gezondheid. De gegevens van alle bussen in Londen zijn realtime beschikbaar. Je ziet van alle buslijnen welke bussen er rijden en of ze op tijd rijden. Eén team ontwikkelde daarom een toepassing, waarmee je op je iPhone kan zien welke buslijn de meeste vertraging heeft.
Wanneer je een bus hebt gemist kan je zien wanneer de volgende bus, al dan niet met vertraging, eraan komt. Hierdoor kan een passagier keuzes maken. Bij welke lijn is de kans het grootst dat de bus op tijd is. En als ik de bus heb gemist, wacht ik dan op de volgende bus of kan ik beter een andere lijn kiezen. Het resultaat is dat passagiers hun reisgedrag kunnen optimaliseren en daardoor een beter humeur hebben.
Hoeveel pijn lijdt Nederland?
Mensen twitteren over alle emoties, waaraan ze op dat moment onderhevig zijn. Ook als ze pijn hebben. Eén team heeft een applicatie gemaakt waarin je realtime ziet hoeveel pijn Nederland heeft. Ze scannen de twitterberichten op een aantal trefwoorden waarin pijn wordt uitgedrukt. Dat koppelen ze aan de ledematen die in hetzelfde bericht worden genoemd. Je ziet op een afbeelding van het menselijk lichaam waar Nederland het meest pijn heeft. Ernaast loopt een Twitterfeed met pijnberichten.
We ontdekten op deze manier dat vrijdag avond Nederland het meest pijn in haar hand had en zaterdagochtend had Nederland last van haar voeten. Blijkbaar winkelen mensen totdat ze niet meer kunnen! Je kan dit weer koppelen aan allerlei andere data, zoals het weer. Misschien hebben we wel meer last van pijn in de nek als het regent. Je kan dan voorzorgsmaatregelen nemen op basis van het weerbericht.
Zelf je gezondheid beïnvloeden
Ons team heeft een concept ontwikkeld dat grip geeft op je eigen gezondheid: Bloodroots. Als je nu een cholesteroltest doet, krijg je een wit papiertje met een paar getallen: jouw resultaten en de norm. De dokter moet uitleggen wat het betekent en wat je eraan kan doen. Als je een te hoog cholesterol hebt, krijg je pillen en, met een beetje geluk, tips ter verbetering. In de nabije toekomst zal iedereen regelmatig zijn bloed testen op de belangrijkste parameters van gezondheid. De resultaten zullen online beschikbaar zijn. Je ziet dus ook de ontwikkeling in de tijd.
Wij hebben gekozen voor de visualisatie van de data door een boom. De takken zijn de hoofdgroepen (cholesterol, mineralen, glucose, etcetera). De bladeren zijn de deelaspecten ervan. De score bepaalt de omvang van de takken en de bladeren. Slaap, eten en beweging zijn van grote invloed op onze gezondheid. Deze vormen in ons concept de wortels van de boom. Deze drie aspecten meet je met apparaten, die data leveren aan de app. Je hoeft dus niets te doen om dagelijks inzicht te krijgen in je gezondheid en de mate waarin je je gezondheid kunt beïnvloeden.
Jouw data zijn verbonden met mensen uit alle werelddelen. Je kunt kijken of mensen met een lager cholesterol een andere levensstijl hebben. Of dat ze in bepaalde streken gezonder zijn dan in andere. Jij kunt daarvan leren en er je voordeel mee doen. Hoe meer mensen aangesloten zijn, hoe slimmer het systeem wordt en hoe waardevoller de feedback. Een combinatie van Internet of Things, Big Data en Quantified Self. Nu is het nog een idee, binnenkort wordt het realiteit. Diverse start-ups zijn er al mee bezig. Het resultaat is een systeem waarmee iedereen zelf zijn gezondheid kan sturen. Van behandeling naar preventie. De ultieme oplossing voor de stijging van de kosten in de gezondheidszorg. Wellicht inspiratie voor de politici, die op dit moment alleen maar kansloze oplossingen kunnen bedenken.
Big Data en Internet of Things: zet het hoog op de agenda voor 2013!
We staan nog maar aan het begin van het benutten van Big Data en The Internet of Things. Het zal invloed hebben op alle producten en diensten van ieder bedrijf. Je zult op een hogere abstractie dan het fysieke product moeten nadenken over de behoeften van je klanten. Welke apparaten zijn zinvol om aan elkaar te koppelen? Met welke bedrijven kan je samenwerken om de ultieme service te creëren?
We hebben bij Philips en Douwe Egberts kunnen zien hoe je fysieke producten van twee verschillende merken kan combineren in de Senseo. Digitale services bieden zo mogelijk nog meer kansen voor dwarsverbanden tussen diverse bedrijven uit verschillende branches. Dit leidt tot de beschikking over nog meer relevante data en levert dus concurrentievoordeel op. Mijn collega’s en ik zijn al met diverse bedrijven aan de slag om dit soort concepten te ontwikkelen. Stapje voor stapje ontwikkelen is het devies. Niemand weet op welke services de consument zit te wachten en of hij bereid is ervoor te betalen. Het is een ontdekkingsreis, waarvan je niet weet waar hij zal eindigen.