It’s all in the games
Is gamen vooral geweldig of geeft het juist veel problemen? Het boek ‘It’s all in the games’ omvat allerlei adviezen voor begeleiders en opvoeders van kinderen tussen de 8 en 25 jaar. Dat doen ze door objectieve informatie te geven, adviezen en door de lezer kennis te laten maken met de wereld van het gamen en de beleving van gamers. Het boek helpt jongeren en begeleiders in het streven naar gezond gamen.
Veel boeken over gaming gaan ofwel over de negatieve aspecten van games, zoals gameverslaving, of over de positieve aspecten, met name wanneer de game als onderwijsmiddel wordt ingezet. Dit boek gaat op beide kanten net zo veel in. Het heeft dan ook twee voorkanten: één voor de zonnige en één voor de schaduwzijde van het gamen. Het boek geeft informatie over de wereld van het gamen en de beleving van gamers, er worden adviezen gegeven en dit wordt geïllustreerd aan de hand van fragmenten van interviews met gamers. Het concept waarbij twee kanten van het verhaal ook fysiek als twee kanten worden weergeven, werkt goed en maakt het overzichtelijk.
Het boek geeft een drietal verhalen weer van (ouders van) gamers die verslaafd waren en een succesverhaal van een jongen die uitblinkt in games. Bovendien zijn er twee zelfrapportages in opgenomen, die ingevuld kunnen worden door de jongere en de begeleider. De uitkomsten dienen als uitgangspunten voor een gesprek tussen deze twee partijen.
Het boek is prettig geschreven, mooi vormgegeven en de praktische adviezen lijken me heel bruikbaar voor de doelgroep.
Adviezen voor begeleiders gaan vooral over gameverslaving, hoe dit te herkennen is, hoe het ontstaat en hoe de begeleider er mee om kan gaan. Dat het vooral over gameverslaving gaat, is niet verrassend want bij gezond game-gedrag hoeft de begeleider niet in te grijpen.
Voor opvoeders wordt als belangrijkste advies gegeven: ‘Houd goed contact met je kind’. Dit is altijd belangrijk, maar ook bij gamen geldt dat het goed is om samen te praten over waar de jongere mee bezig is, waarom het gamen leuk vindt en hoe je als ouder de jongere het beste kunt begeleiden, rekening houdend met zijn of haar karakter en met de context. Kijk met je kinderen mee en speel de game ook eens.
Zowel gamende jongeren als ouders geven aan dat het belangrijk is om kaders vast te stellen. Denk bijvoorbeeld aan het:
- afspreken van een tijdslimiet
- gezamenlijk stellen van prioriteiten (bijvoorbeeld eerst huiswerk maken)
- gebruiken van controlemiddelen, zoals ‘parent control’, ‘TimeSlot’, ‘YourSafetynet’
- checken of de game past bij de leeftijd van het kind (bekijk de PEGI: de kijkerwijzer voor games, die met symbolen op het game aangegeven is)
- bespreken van de risico’s met je kind.
Als je als ouder actief bezig bent met het game-gedrag van je kind, is het risico op gameverslaving kleiner, het contact met je kind waarschijnlijk beter en mocht er toch een probleem optreden, dan heb je minimaal het gevoel dat je er alles aan hebt gedaan om dit te voorkomen. Dat is niet altijd even makkelijk. In drukke tijden is het gamen een ‘makkelijke oppas’: het is vaak best prettig als je kind bezig is met een game, zodat je zelf rustig je werk af kunt maken. Bovendien kunnen kinderen zelf erg vasthoudend zijn in het gamen. Een uitspraak van een ouder die dit illustreert is: “Eigenlijk zou ik stevig moeten ingrijpen, maar ik zie op tegen die ruzie die daar vrijwel zeker van komt.” Het bevechten van regels geldt natuurlijk niet alleen voor gamen, zeker wanneer het pubers betreft, maar het kan bijzonder moeilijk zijn om telkens de confrontatie aan te blijven gaan en vast te blijven houden aan de gestelde grenzen. Als ouder voelt het soms tegenstrijdig aan met het advies om de band met je kind te verstevigen.
Een advies wat in het boek gegeven wordt, is om het kind aantrekkelijke alternatieven aan te bieden. Dat kunnen andere games zijn, maar ook andere (gezamenlijke) activiteiten, zoals het bouwen van een boomhut, samen winkelen, sporten of een maaltijd koken. Verdiep je in de wereld van de jongere en gebruik je creativiteit om leuke alternatieven te vinden. Dat kost de ouder meer energie, tijd en aandacht, maar verstevigt de band met de jongere.
Een vraagteken valt te zetten bij de doelgroep waar het boek zich volgens de omschrijving op richt. Dit betreft het gamegedrag van jongeren van 8 tot 25 jaar. Kinderen in deze brede leeftijdscategorie bevinden zich in heel verschillende leeftijdsfasen met bijbehorende verschillende adviezen voor begeleiders. Voorbeelden en adviezen in het boek gaan vrijwel allen over oudere kinderen en volwassenen. Dit boek past daarom beter bij jongeren op het voortgezet onderwijs dan bij kinderen op de basisschool.
Ik kan dit boek aanbevelen aan elke ouder en aan elke begeleider van gamers. Klik voor een impressie in pdf of bezoek de website van de auteurs voor meer informatie. Meer informatie over gamen en opvoeden is onder andere te vinden op de Gamewijzer, Weet wat ze gamen en Ouders online.
Titel: It’s all in the games
Auteurs: Herm Kisjes en Erno Mijland
Uitgever: InnoDoks, Middelbeers
Jaar: 2009
Nummer: ISBN: 978-94-90484-01-9.
Mediatype: Boek (124 pagina’s full colour)
Prijs: € 18.95