Innovatie

Zes trends in e-learning

0

Na een periode van bezinning ontstaat hernieuwde interesse in de mogelijkheden van e-learning. In dit artikel worden zes trends in leren via internet besproken, die het “leerlandschap” de komende jaren sterk kunnen beïnvloeden: blended learning, social learning, self-service learning, serious gaming, filtered learning en content packaging & reuse.

E-learning, of “technology enhanced learning” zoals het tegenwoordig ook wel genoemd wordt, houdt opleiders als universiteiten, particuliere instituten en interne bedrijfstrainers al jaren bezig. Potentieel biedt het immers zeer interessante voordelen. Maar nadat de internetbel in 2001 uiteen spatte, raakten zowel opleiders als cursisten gedesillusioneerd over de mogelijkheden. Dat kwam in de eerste plaats doordat e-learning verkeerd werd toegepast. In plaats van het educatieve materiaal didactisch aan te passen op het medium, werden bestaande opleidingsmiddelen onder het mom van e-learning integraal online geplaatst. Dat gaf alle partijen in de praktijk maar heel weinig voordeel.

In de tweede plaats bleken de technieken op dat moment weliswaar al redelijk geschikt te zijn voor grootschalige e-learning toepassingen, maar was de gemiddelde cursist er in de praktijk nog niet aan toe. E-learning op zichzelf vraagt immers de nodigde vaardigheden rondom het gebruik van internet. Daarnaast waren de kosten voor de opleiders op dat moment nog erg hoog.

Een aantal technologische en sociaal-maatschappelijke trends maken dat er momenteel hernieuwde interesse in e-learning ontstaat. Zes van die trends worden in dit artikel toegelicht.

1. Blended learning

Blended learning, het combineren van c-learning (classroom-learning) met e-learning, wint momenteel sterk aan populariteit. Opleiders hebben van hun eerdere fouten geleerd; in plaats van e-learning te zien als vervanger van c-learning, ontstaan nu volwaardige combinaties van beide methoden. Dat betekent dat traditionele colleges, workshops en cursussen steeds meer aangevuld worden met online omgevingen waarop meer en diepgaande informatie, zelftoetsen, aanvullende modules, forums en multimediale presentaties terug te vinden zijn. Leren in de ‘analoge’ wereld wordt zo verrijkt met online leren, en vice versa.

Opleiders gaan dan ook in de komende jaren in toenemende mate blended learning pakketten aanbieden, die bestaan uit zowel offline als online componenten. Sterker nog, klanten zien de voordelen en zullen dat op termijn niet alleen verwachten, maar zelfs eisen. Met de huidige financiële crisis kan blended learning, mits slim toegepast, klant en leverancier bovendien significante besparingen opleveren.

2. Social learning

De opkomst van ‘Web 2.0’-fenomenen als sociale netwerken, blogs en wiki’s heeft invloed op de manier van leren. Was het digitale leerproces voorheen sterk zender-georiënteerd, tegenwoordig wint de behoefte aan meer onderlinge en wederzijdse kennisuitwisseling en digitale samenwerking aan populariteit.

Bij cursisten is de behoefte ontstaan om niet alleen in de klas of het trainingslokaal met elkaar in gesprek te gaan, maar ook online van elkaars kennis en kunde te profiteren. Opleiders zullen dat opmerken en steeds verder willen faciliteren. Dat heeft als bijkomend voordeel dat de opleider zijn cursisten voor langere tijd aan zich kan binden dan enkel de duur van de training of cursus. Bovendien geeft het de opleider de kans om de behoefte bij de cursisten nauwkeurig in de gaten te houden.

3. Self-service learning

Self-service learning omvat niet alleen leren op het moment dat het de cursist uitkomt, ook het flexibeler samenstellen van het leerpakket is daar onderdeel van. Daardoor worden in toenemende mate individuele leerroutes mogelijk. In de vorm van een “leerbuffet” kan de cursist steeds gemakkelijker zijn eigen trainingen samenstellen, nauwkeurig toegespitst op de persoonlijke behoefte van dat moment.

Als gevolg van blended learning en social learning wordt het voor cursisten steeds gemakkelijker om op zelfgekozen momenten online aan kennisverrijking te doen. Bekende opleiders als LOI en NTI adverteren hier al geruime tijd mee. Het concept zal de komende jaren verder doorgevoerd worden.

4. Serious gaming

Serious gaming is in de basis geen nieuw concept. Al in 1980 bracht Atari de game “Army Battlezone” voor het trainen van militairen op de markt. Dankzij verbeterde technologieën, lagere kosten en de kracht van internet als medium komt serious gaming meer en meer naar de gewone gebruiker toe. Bedrijven, universiteiten en overheden onderzoeken in toenemende mate de mogelijkheden van serious gaming voor kennisoverdracht. De fun-factor van een game, in combinatie met het gevoelsmatig en risico-vrij “ondergaan” van datgene wat geleerd moet worden, zijn daarin belangrijke factoren.

Accepteer cookies

Serious gaming krijgt met initiatieven als de online typecursus TypeTopa concrete invulling.

Traditionele opleiders gaan serious gaming in de komende jaren inzetten in de vorm van simulaties, vaardigheidstoetsen en als ‘edutainment’. Trainingsproducten als de online typecursus TypeTopia bestaan zelfs bij de gratie van e-learning en serious gaming. Ook medische organisaties zijn zeer geïnteresseerd in de mogelijkheden. Zo kan bijvoorbeeld de werking van hulpmiddelen voor suikerziekte met behulp van educatieve spellen op een aantrekkelijke manier aan kinderen en ouderen uitgelegd worden. Diverse verstrekkers van geneesmiddelen experimenteren nu al met dergelijke mogelijkheden. En chirurgen kunnen met behulp van serious gaming complexe operaties oefenen.

5. Filtered learning

Google en andere zoekmachines maken het mogelijk enorme hoeveelheden informatie te ontsluiten. Dat is enerzijds fantastisch, aan de andere kant een risico: immers, welke bronnen zijn te vertrouwen en welke niet? Kinderen van nu krijgen internet mee in de genen. Dat betekent dat ze moeten leren om informatie op waarde te schatten.

Mediawijsheidkaart van het Mediawijsheid Expertisecentrum

Vanuit onder andere bibliotheken wordt om die reden gewerkt aan het opzetten van digitale omgevingen met gecontroleerde leerbronnen. Door aan de ene kant leerbronnen van hoge kwaliteit bij elkaar te brengen en aan de andere kant docenten en cursisten of leerlingen de vrijheid te geven die gecontroleerde bronnen te combineren met niet-gecontroleerde bronnen, kan de kwaliteit van leren significant toenemen. Voor bijvoorbeeld scholieren in het voorgezet onderwijs is het immers belangrijk te beseffen dat lang niet alles wat op internet staat, van hoge kwaliteit is.

6. Content packaging & reuse

Al langer werken uitgeverijen en ontwikkelaars van digitale leeromgevingen aan standaarden om educatief materiaal digitaal uitwisselbaar te maken. Het voordeel daarvan is dat een uitgeverij leermateriaal slechts op één manier beschikbaar hoeft te stellen, en dat zo’n ‘content pakketje’ vervolgens in de leeromgevingen van verschillende ontwikkelaars kan draaien. Hoewel de standaarden al een tijdje bestaan, lukt het ontwikkelaars en uitgeverijen pas recentelijk om die belofte op grotere schaal waar te maken.

Uitgeverijen zullen steeds meer digitale pakketjes met lesmateriaal beschikbaar stellen. Het sleutelwoord daarbij is metadata. Dat stelt docenten in staat om digitaal lesmateriaal van verschillende uitgeverijen te combineren in zelf opgezette cursussen en trainingen. Bovendien kan het lesmateriaal verrijkt worden met de eerder genoemde gecontroleerde bronnen van bijvoorbeeld bibliotheken. Om die lespakketjes optimaal te kunnen benutten, zullen scholen, universiteiten en zakelijke opleiders meer en meer gebruik gaan maken van digitale lesomgevingen en “learning management” systemen.

Conclusie

Het leerlandschap zal zowel in het onderwijs als bij bedrijven en consumenten in de komende jaren aanzienlijk veranderen. Hoewel veel van de hierboven genoemde trends in de basis niet nieuw zijn, komen ze momenteel op dusdanige manier samen dat e-learning een nieuwe impuls krijgt. Bovendien motiveert de financiële crisis zowel klant als kennisleverancier om meer kostenefficiënt te werken; e-learning kan daar een belangrijk hulpmiddel in zijn. Het is aan de opleiders om de vernieuwde mogelijkheden van e-learning te faciliteren, want klanten zullen dat in de toekomst simpelweg van ze verwachten.