Stop met het bouwen van sociale netwerken!
Op de agenda voor 5 november stond een aankondiging van Google over het open maken van haar eigen sociale netwerken. Het opener maken van sociale netwerken is een hot issue en er wordt door verschillende mensen al druk ge-brainstormed (bijvoorbeeld op PICNIC) wat de eisen en wensen precies zijn en hoe deze het beste gerealiseerd kunnen worden.
Het is eerst gedeeltelijk uitgelekt, waarna de officiele bekendmaking volgde. Op het eerste gezicht is het nog interessanter dan toegang tot Google’s sociale informatie. Google biedt een federatie genaamd OpenSocial voor samenwerking tussen sociale diensten. OpenSocial lanceert met een paar hele grote partners zoals LinkedIn, XING, Ning en in Nederland Hyves.
Dit lijkt een poging om Facebook de wind uit de zeilen te nemen. Facebook biedt toegang tot haar informatie via een API en hieromheen is een bijzonder divers en rijk ecosysteem ontstaan van applicaties. OpenSocial biedt iets vergelijkbaars aan, maar dan uitbreidbaar en open voor iedereen die mee wil doen.
Deze aankondiging is een mooie eerste stap naar consolidatie en standaardisatie van sociale netwerken. De hoeveelheid sociale netwerken is enorm en aan het groeien omdat elke site (terecht) denkt door een sociale dimensie aan zijn dienst toe te voegen een verrijking voor haar gebruikers te kunnen bieden. Het is alleen niet te doen om op elke site op een zinnige manier je sociale netwerk en privacy-instellingen bij te houden.
Een uniforme manier verzinnen waarop dit wel kan is bijzonder lastig, maar slimme mensen zijn ermee bezig.
Het continu herschrijven van dezelfde functionaliteit zorgt ook voor een paar slechte gebruikspatronen die telkens de kop op steken. Het combineren en openstellen van sociale netwerkgegevens biedt een uitweg.
Patroon 1: Elke site die iets doet met gebruikersprofielen, biedt de mogelijkheid om vrienden te worden met andere gebruikers. De informatie over met wie je vrienden bent —je sociale netwerk— die staat al op een heleboel plaatsen waaronder in je adresboek, in je Instant Messenger en op andere sociale netwerken maar het nieuwe sociale netwerk wil het graag ook weten. Dit betekent dat je al je vrienden opnieuw moet toevoegen.
Na dit een paar keer te hebben gedaan is de lol er wel vanaf. Een nieuw sociaal netwerk moet een bijzonder grote toegevoegde waarde hebben willen mensen overstappen. De meeste mensen zullen blijven hangen bij dat netwerk waar ze al op zitten en waar iedereen al op zit. Nieuwkomers in de markt krijgen het dus steeds moeilijker en moeten zich in rare bochten wringen om hun dienst op te bouwen.
Patroon 2: Veel sites die een sociaal netwerk bevatten, laten je ‘even snel’ je logingegevens voor GMail, MSN of Yahoo! intypen om te kijken welke mensen uit je e-mailadresboek al op hun sociale netwerk zitten.
Op deze manier kun je snel en gemakkelijk je sociale netwerk opbouwen. Dit is voor jou en dat sociale netwerk erg handig. Het enige probleem is dat het een ontzettend slecht idee is. Het is niet goed om gebruikers aan te leren op willekeurige sites hun wachtwoorden in te typen.
Er is nu de OAuth standaard, waarmee je beperkte toegang kunt verlenen tot een andere dienst. Hiermee kun je als gebruiker zeggen dat iemand bijvoorbeeld wél je contactenlijst mag ophalen, maar niet uit jouw naam e-mails mag versturen.
Hergebruiken van sociale informatie
Wacht even op de publicatie van de code APIs en de testopstellingen van de verschillende partijen en bouw dan diensten die waarde toevoegen bovenop de bestaande sociale netwerken. Open Social biedt potentieel een heel groot en divers publiek. Bestaande Facebook applicaties kunnen ook zonder al teveel problemen aangepast worden om te werken in OpenSocial. Dit zorgt ervoor dat applicatie-ontwikkelaars niet voor elk sociaal netwerk het wiel opnieuw hoeven uit te vinden.
Uit ervaring weet ik dat de APIs en code van Google van hoge kwaliteit zijn, het is even afwachten op de precieze details, maar ik denk dat een hele grote groep ontwikkelaars (ik inbegrepen) nu de kans krijgt om applicaties te maken met rijke sociale informatie (Hyves doet bijvoorbeeld mee) zonder tegen de sociale netwerken in te moeten werken.
Update
Hier nog een update van dit artikel wat na de aankondiging van OpenSocial enigzins overhaast geschreven is. Ik heb in Berlijn tijdens Barcamp Berlin en tijdens de Web 2.0 Expo de kans gehad om meerdere mensen te spreken over dit onderwerp en meerdere sessies bij te wonen met onder andere David Recordon (Sixapart) en Patrick Chanezon (Google).
Teleurstellendste aan de aankondiging is dat OpenSocial op dit moment niet meer is dan een runtime voor sociale applicaties. Je kunt dus een OpenSocial-applicatie schrijven en deze draaien op Orkut of Plaxo of LinkedIn. Deze platformen zullen zelf beslissen welke applicaties ze toestaan en wat ze acceptabel gedrag vinden. Het is dus niet een manier om verschillende sociale netwerken aan elkaar te koppelen, om informatie her te gebruiken of om de informatie uit bestaande sociale netwerken te halen (ook al zou dat allemaal wel kunnen tot op zekere hoogte).
Hoe je een OpenSocial Container implementeert is ook gepubliceerd door Google. Iedereen die dat nabouwt kan zich dus aansluiten bij het platform. Op deze manier heeft iemand al een Facebook implementatie ‘OpenSocket’ gerealiseerd, zodat Facebook toch participeert.
Tim O’Reilly merkte al op dat het gaat om de sociale data niet om sociale applicaties. Laten we dit hergebruik van applicaties maar beschouwen als eerste stap en wachten op wat er nog komen gaat.
Alper Çuğun is programmeur, schrijver, interactie-ontwerper en sociale integratie consultant.