Klaar voor de ‘Participation Culture’ ?
De nieuwe generatie is sneller, maar niet slimmer. Verschillende onderzoeken naar de informatievergaring en -verwerking door jongeren komen tot dezelfde conclusie; de Google Generatie is een mythe. In werkelijkheid is er geen sprake van informatie experts maar bestaat er juist een sterke behoefte aan scholing in vaardigheden die nodig zijn om vooruitgang te boeken in de digitale informatiemaatschappij. Komt die scholing er niet dan voorzien sommigen een Participation Gap.
Vorige maand was er een studie van de British Library en daarvoor waren er publicaties van de Amerikaanse Mc Arthur Foundation. Beide partijen komen tot dezelfde conclusie wat betreft de omgang van jongeren met informatie, namelijk dat de manier waarop de nieuwe generatie informatie verwerkt niet fundamenteel anders is dan die van voorgaande generaties. Complexe materie blijft voor jongeren lastig te doorgronden. De hiervoor benodigde vaardigheden ontbreken vaak. Hierdoor schiet de kritische beoordeling van informatie die men tegenkomt tekort. De jonge generatie is dus niet per definitie slimmer in hun omgang met informatie.
Wel anders is de beschikbaarheid van digitale technologie waardoor jongeren de mogelijkheid hebben om zich zelfstandig te ontwikkelen en nieuwe dingen te leren. Online informatie delen en op een informele manier van elkaar leren is de kern van de Participation Culture. De nieuwe participatie cultuur speelt een belangrijke rol bij de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Wie niet meedoet loopt het risico op een kennis- en leerachterstand.
De Amerikaanse MacArthur Foundation, een Digital Media and Learning Initiative, initieert en financiert wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van de digitale technologie op de manier waarop jongeren leren en socialiseren.
In Confronting the Challenges of Participatory Culture signaleert Henry Jenkins, schrijver van Convergence Culture een dreigende Participation Gap binnen de Google Generatie. De groep is namelijk weliswaar vertrouwd met digitale technologie, ze slagen er lang niet allemaal in de nieuwe middelen ook effectief te gebruiken. Zo dreigt er een kloof te staan waardoor de voorlopers op een kennis- en leervoorsprong worden gezet en achterblijvers kansen voor persoonlijke ontwikkeling laten liggen.
In dezelfde publicatie worden de basisvaardigheden voor de Participatie Culture op een rij gezet:
- Play — the capacity to experiment with one’s surroundings as a form of problem-solving
- Performance — the ability to adopt alternative identities for the purpose of improvisation and discovery
- Simulation — the ability to interpret and construct dynamic models of real-world processes
- Appropriation — the ability to meaningfully sample and remix media content
- Multitasking — the ability to scan one’s environment and shift focus as needed to salient details
- Distributed Cognition — the ability to interact meaningfully with tools that expand mental capacities
- Collective Intelligence — the ability to pool knowledge and compare notes with others toward a common goal
- Judgment — the ability to evaluate the reliability and credibility of different information sources
- Transmedia Navigation — the ability to follow the flow of stories and information across multiple modalities
- Networking — the ability to search for, synthesize, and disseminate information
- Negotiation — the ability to travel across diverse communities, discerning and respecting multiple perspectives, and grasping and following alternative norms.
Er is een grote behoefte aan scholing en begeleiding van jongeren aldus een van de conclusies van het onderzoek in opdracht van de British Library. Educational research into the information behaviour of young people and training programmes on information literacy skills in schools are desperately needed. De uitdaging voor opvoeders en opleiders is duidelijk; jongeren de basisvaardigheden voor de nieuwe participatie cultuur bijbrengen.
De mythe van de Google Generatie is hier niet in het voordeel van jongeren zelf. Opvoeders en opleiders zijn vaak in de veronderstelling dat ze jongeren niets nieuws meer kunnen leren wat digitale media betreft en dus blijft scholing en begeleiding vaak uit. Daarbij zijn ouders vooral druk zelf niet achterop te raken.
Wat zijn zoal de misvattingen over de digitale generatie? Met de bevindingen van eerder genoemde onderzoeken kom ik tot het volgende rijtje:
Misvattingen over de Google Generatie
- het zijn zoek-experts
- het zijn effectieve informatiewerkers, ze kunnen complexe materie aan
- ze hebben een voorkeur voor digitale communicatie ten koste van mondelinge communicatie
- het oordeel van vrienden is voor hen belangrijker dan het woord van autoriteiten
- ze leren door trial & error
Digitale media hebben er niet voor gezorgd dat de huidige generatie ook smart met gevonden informatie omgaat.
- De snelheid waarmee informatie wordt verwerkt gaat ten koste van de beoordeling. Relevantie, betrouwbaarheid en bron worden onvoldoende kritisch bekeken. Met de nieuwe technologieën is de vaardigheid van jongeren om informatie te beoordelen weinig veranderd.
- Jeugd en jongeren kennen hun eigen informatiebehoeften slecht en zijn daarom minder goed in het ontwikkelen van effectieve zoekstrategieën.
Waardoor laten jongeren zich dan wel leiden in hun selectie van informatie? Zoekresultaten zijn vaak heilig. En men hecht ook meer waarde aan informatie die nieuw is, informatie die aansluit bij hetgeen al bekend is en informatie die gemakkelijk verkrijgbaar is.
Het is ook een misvatting dat jongeren digitale communicatie prefereren boven mondelinge communicatie. Jongeren SMS-en bijvoorbeeld in de eerste plaats om de gesprekskosten te beperken. Daarbij vindt 90% elkaar in het echt zien heel belangrijk voor het onderhouden van contact. Chatten in een chatroom daarentegen, vinden jongeren de minst belangrijke manier om contact met elkaar te onderhouden (10%). Er zijn weinigen die geen gebruik maken van MSN maar 89% is het oneens met de stelling dat je zonder MSN er niet bijhoort. Aldus een rapport van het SCP uit maart 2007. Er is dus meer dan digitale communicatie, ook voor jongeren.
Nieuwe informatiebronnen zoals wiki’s, weblogs en forums leggen het af tegen traditionele autoriteiten zoals ouders, leraren en boeken wanneer het aankomt op betrouwbaarheid van informatie. Ook de veronderstelling dat jongeren elke nieuwe technische ontwikkeling zich met gemak eigen maken is twijfelachtig. In de praktijk gebruiken zij veel minder en veel eenvoudigere applicaties dan door volwassenen vaak wordt gedacht. Ook jongeren kiezen bij voorkeur voor eenvoud en bedieningsgemak en houden niet van onnodig ingewikkeld.
Wat is er dan wel uniek aan de Google Generatie?
- 24/7 connected
- knip en plak generatie
- voorkeur voor visuele informatie boven tekst
- digitale technieken en toepassingen zijn vertrouwd en vanzelfsprekend
Jongeren willen zich op elk moment verbonden voelen met de ander, dat is nieuw. Jongeren communiceren intensief met elkaar via de mobiel en internet. De groep tussen 16-18 jaar hebben de meeste online vrienden: 30% heeft er meer dan 105. Van de 13- en 14- jarigen heeft 50% minder dan 30 vrienden.
De groep heeft geen referentie aan het pre-Google tijdperk en heeft zich van jongs af aan kunnen instellen op de aanwezigheid en het potentieel van de techniek, ook dat is nieuw. De ‘knip en plak’ methode is populair en plagiaat komt veel voor, dat zagen we nog niet eerder. Verder zijn jongeren visueel ingesteld, alhoewel tekst nog steeds een belangrijke rol speelt rukt de (video)beeldcultuur op.
Voor wie meer over dit onderwerp wil lezen zijn hier een aantal interessante publicaties te vinden. Voor een volledig antwoord op de vraag of de Google Generatie mythe of realiteit is, lees hier het rapport Information behaviour of the researcher of the future. Lees hier het artikel Generatie Einstein bestaat niet op Young Marketing.
Robert Witteman is Researcher bij Sanoma Uitgevers.