Kennisplatformen 2.0: intelligent verbinden
Waar de meeste LinkedIn-kennisnetwerken hun toegevoegde waarde nog moeten bewijzen, duiken er hier en daar next practice kennisplatformen op die op geheel eigen wijze proberen te verbinden. Hierbij ter inspiratie 3 actuele voorbeelden van Hollandse (online) bodem.
INNL: sociaal semantisch verhalennetwerk
INNL is een verhalennetwerk waar ook Nationaal Historisch Museum, Geheugen van Oost, Buurtwinkels, Nieuw Land Erfgoed en Community Joods Monument toe behoren. Bezoekers van een site binnen het INNL-netwerk kunnen inloggen met één profiel en bijdragen leveren aan iedere site. Hierdoor kunnen gebruikers bijvoorbeeld hun verhaal op de site van het NHM illustreren met foto’s uit de database van het ANP, of mensen uit de Community Joods Monument taggen op een foto van de Buurtwinkels-site.
Het ANP Historisch Archief vormt een waardevolle aanvulling op het INNL-netwerk, waar Nederlanders samen hun eigen geschiedenis schrijven. De sites ondersteunen bijdragen in verschillende vormen; verhalen, geluidsfragmenten, foto’s en film. Gebruikers kunnen geografische- en chronologische informatie aan hun bijdrage toevoegen. Zo worden gebeurtenissen gekoppeld aan de plek waar ze zich hebben afgespeeld, en wordt de historische samenhang tussen gebeurtenissen weergegeven. Deze semantische webopbouw maakt het mogelijk betekenisvolle relaties te leggen tussen de inhoud van de website en persoonlijke verhalen. Het INNL netwerk verbindt nu zo’n 500.000 verhalen, foto’s, objecten, persoonsbeschrijvingen en andere historische inhoud.
Vernieuwende aanpak
Het INNL-concept won onlangs de prestigieuze Best of the Web award in de categorie Innovatie. De jury prees het platform als next practice voor musea online. Algemeen directeur Erik Schilp is trots op de prijs: “Het Nationaal Historisch Museum wil historische informatie op een aantrekkelijke, interactieve manier aanbieden. Innl.nl is ook vanuit dit concept ontwikkeld. Ik vind het goed om te zien dat deze vernieuwende aanpak internationaal gewaardeerd wordt.”
Ook vernieuwend – maar corporate gedreven – is Financeincorporated.nl, de online opvolger van het papieren relatiemagazine f.inc van ConQuaestor. Deze consultancy organisatie richt zich op de top 200 van het bedrijfsleven en overheid onder het motto ‘mastering finance’.
Visie uitstralen en kennis delen
ConQuaestor – dat ook een ‘BV Nederland Dashboard’ aanbiedt in de App Store – wil met de online f.inc de beweging maken naar opinieleider in haar sector. Directeur Albert Hamminga: “Waar ons papieren relatiemagazine f.inc 6 keer per jaar een losse verzameling artikelen betrof, hebben we nu een doorvertaling gemaakt naar een digitaal kennislabel. De uitdaging was om het papier helemaal los te laten en uit te vinden hoe een digitale versie er vervolgens uit zou zien. Let wel: met behoud van herkenbaarheid. We zijn het aan onze stand verplicht om visie te etaleren en kennis te delen. Dat lukt niet alleen door heel veel relevante artikelen online te zetten. De uitdaging is dat we klanten en stakeholders laten zien waar financiële en economische ontwikkelingen in het hier en nu de komende jaren toe zullen leiden. We bouwen daarom ook dossiers op op basis van actuele, relevante thema’s. In het verlengde daarvan kunnen we analyses maken en scenario’s ontwikkelen.
De bijdragen komen uit zowel onze eigen organisatie als van klanten en experts. Daarnaast bieden we livestreams aan van toonaangevende financiële media. Dat maakt f.inc tot een geloofwaardig, interessant kennisplatform dat op de huid van de ontwikkelingen zit.”
Via de rubriekopties kan de lezer het aanbod selecteren voor het eigen interessegebied. Terwijl de papieren uitgave werd verspreid onder 9.000 relaties, is het kennislabel c.q. -platform nu toegankelijk voor iedereen. De contactketen met klanten en relaties van ConQuaestor krijgt hierdoor een belangrijke rol. Hamminga: “De toegevoegde waarde is dat we nu meer mediavormen kunnen inzetten, en actueler en interactiever kunnen zijn. De volgende stap is om de digitale f.inc met de andere ConQuaestor-kennislabels, zoals ConQuaestor.tv en de Conquaestor Masterclasses, te verbinden. Mensen willen elkaar ook graag fysiek ontmoeten, dat blijkt wel uit de overboekingen voor onze Masterclasses.”
Een andere volgende stap is het uitrollen van een social mediaprogramma, dat van medewerkers conversation managers maakt. “Het is helemaal niet erg om de kennis die we hebben vrij te geven. Onze toegevoegde waarde is namelijk dat we – als geen ander – in staat zijn om die kennis te implementeren bij onze klanten. We geven dus kennis vrij zonder het kwijt te raken.”
Q: crossmediaal intelligentie tonen
Niet in de laatste plaats is er Q, de naam – een afkorting van Quarterly – waaronder Delta Lloyd Groep communiceert met haar stakeholders. Q, zo meldt het mission statement, wil inspireren en gedachte-uitwisseling stimuleren over Delta Lloyd Groep en de wereld van de financiële dienstverlening. Met minstens 4 keer per jaar een uiting, niet gebonden aan een specifieke vorm. Kijk, dat getuigt van lef. Q kan dus een magazine zijn, een dossier, een evenement of welke passende verschijningsvorm dan ook. Daarnaast waarborgt Qblog volgens de makers continu contact en dialoog.
Een nadere blik op dit ‘open platform’ leert evenwel dat er nog nauwelijks sprake is van dialoog, maar dat kan nog komen. Al met al wil Delta Lloyd met Q bereiken dat opinieleiders de Groep herkennen als een toonaangevende en toekomstgerichte organisatie. Het crossmediale concept voorziet in een journalistiek onafhankelijke aanpak en in plaats van old school corporate branding doet Delta Lloyd met Q aan een intelligente vorm van brand generosity. Helemaal 2011.
P.S. Op brand generosity kom ik graag in een volgend artikel terug.