Zijn we klaar voor het splinternet?
De wereld bevindt zich wat betreft AI – en in het bijzonder gezichtsherkenning – en privacy in een bijzondere spagaat. Aan het ene uiterste van het spectrum is er China, dat gezichtsherkenning op alle mogelijke manieren inzet en dat juist gebruikt om de dataveiligheid te waarborgen. Aan de andere kant is er het westen, waar er veel voorzichtiger wordt omgegaan met de mogelijkheden van de technologie en om regulering wordt gevraagd. Er lijkt een steeds grotere kloof te ontstaan in het gebruik van internet.
In Californië is onlangs een verbod ingesteld op gezichtsherkenningstechnologie en – sterker nog – biometrisch toezicht. Het aantal steden dat zich hierbij aansluit neemt in rap tempo toe. Dit is het gevolg van een steeds grotere groep burgers die zich zorgen maakt over het gebruik en de opslag van hun gegevens. En dat is niet vreemd, aangezien steeds meer (persoonlijke) data wordt geregistreerd; waar je bent, wat je creditcardgegevens zijn en wat je beste vriend van de basisschool op dit moment doet. Alles is online. Er zijn zeker voordelen van het delen van deze persoonlijke informatie – denk aan persoonlijke aanbevelingen, -ervaringen en gemak; maar ten koste van wat?
Eyes in the sky
Wanneer krantenkoppen schreeuwen over terroristen die worden achtervolgd door drones die hun mobiele telefoons volgen, een verdachte bij een concert wordt betrapt via gezichtsherkenningstechnologie of een vermeende seriemoordenaar wordt aangehouden met behulp van de DNA-gegevens van een familielid, kan menigeen privacy niets schelen. Totdat doordringt dat al deze ‘eyes in the sky’ ook meekijken in ons leven.
Het digitale tijdperk is het spreekwoordelijke tweesnijdend zwaard, en onze privacy is het heft. Met elke klik, swipe en scrol komen onze interesses, voorkeuren en plannen aan het licht. De alomtegenwoordigheid van locatiesensoren, gezichtsherkenning en smartphones heeft ervoor gezorgd dat de consument op ieder moment van de dag aan een uitgebreide – en lucratieve – analyse wordt onderworpen.
Een nieuw privacytijdperk
Aan de start van het nieuwe privacytijdperk, stond de introductie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), dat nog een stap verdergaat dan de ePrivacy wetgeving, ook wel bekend als de cookierichtlijn. AVG is gericht op de bescherming van alle data, ongeacht in welke vorm (dus niet alleen digitale data), en op hoe bedrijven transparantie waarborgen en bijhouden wie waarvoor toestemming heeft gegeven. Als data de nieuwe olie is, zijn schandelen zoals Cambridge Analytica een natuurramp, die koste wat kost voorkomen moet worden en bij voorkeur zo snel mogelijk.
Met de invoering van AVG, komt hopelijk een einde aan de excessen van het internet. Echter, de nieuwe wereldorde hangt volledig af van de manier waarop bedrijven en overheden reageren op de kwestie van privacy, waarbij het belangrijk is dat er rekening wordt gehouden met de volgende punten:
1. Gebrek aan vertrouwen leidt tot wantrouwen: Vertrouwen staat aan de basis van de rijke geschiedenis van een vrije economie en is al lange tijd een cruciaal element voor het draaiend houden van de handel. De basis voor vertrouwen – de aanname dat mensen per definitie de waarheid spreken – is de laatste tijd echter op losse schroeven komen te staan. Vertrouwen en waarheid hebben plaatsgemaakt voor het duistere web, nepnieuws en deep fakes. Dit speelt de overheidswetgeving en maatregelen volledig in de hand.
2. Privacy is dood; lang leve privacy: Ondanks dat het tegendeel nog vaak wordt beweerd, is privacy niet dood – het wordt gewoon kritischer tegen het licht gehouden. Wat privacy nu, in het verleden en in de toekomst betekent staat hoog op de agenda voor een stevig debat bij degenen die denken dat het verloren is gegaan en blijft tegelijkertijd een onvermijdelijk fenomeen in het tijdperk van het algoritme.
3. Bereid je erop voor dat het internet het splinternet wordt: De houding ten opzichte van dataprivacy lijkt steeds verder verdeeld te raken in diverse werelddelen, namelijk Europa, de VS en China. Geopolitieke antwoorden op kwesties als veiligheid, vertrouwen en gegevenssoevereiniteit bepalen steeds meer hoe onze wereld eruit ziet, hoe deze werkt, wie er wint en wie er verliest. Nu en in de toekomst.
Privacy versus technologische vooruitgang
Hoe er met privacy wordt omgegaan, is afhankelijk van de prijs die bedrijven, burgers en overheden bereid zijn te betalen om de privacy van consumenten te beschermen. Wie bepaalt waar de grens ligt? Gaan we voor een vooruitstrevend, maar mogelijk privacy-schendend model, of een meer conservatieve benadering waar de voordelen van privacy belangrijker zijn dan technologische vooruitgang?
We zijn voor een groot deel afhankelijk van wat de grote technologiebedrijven gaan doen, of zelfs wat zij mogen doen. Ook hier lijkt steeds meer verdeeldheid in te ontstaan en in de toekomst wordt dit beeld alleen maar meer gefragmenteerd. Bedrijven moeten zich bewust zijn van het toenemende wantrouwen van de consument ten aanzien van nieuwe technologieën en het risico dat ze lopen om de loyaliteit van klanten te verliezen in het proces om voorop te blijven lopen.
Ben Pring is director van Cognizant’s Center for the Future of Work
Dit bericht is geplaatst op ons open Business channel en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.