- fb
- tw
- li
- gp
- pi
- total
- fb
- tw
- li
- gp
- pi
Dit essay vertelt het universele verhaal van communiceren: wat het is en wat het doet. Het verhaalt over werk van bedrijven en (overheids)organisaties dat beroepshalve wordt gedaan om te communiceren. Het laat je inzien dat de ‘core business’ van organisaties samenhangt met het ‘werk van communiceren’.
Als je communicatiewerk van een organisatie doet, lever dan een bijdrage aan de kernactiviteiten van die organisatie. Want communiceer je vanuit een ander belang dan het primaire organisatiebelang, dan schaadt dit de organisatie. Veelal niet vandaag of morgen, maar wel vroeger of later…
Het essay begint met kijken naar communiceren en zien wat de unieke eigen betekenis van communiceren is. Ken je die betekenis dan weet je wat je doet als je communiceert: je kent wat je niet-niet kunt. Daarna staan de zoeklichten op het communicatiewerk dat in Nederland in opdracht van bedrijven en (overheids)organisaties is gedaan. In dat licht is de kennis van het werk in volle glorie te zien en ontluikt communiceren zijn kennis.
Aansluitend ligt de focus op de context van bedrijven en (overheids)organisaties, want daar is communicatiekennis van betekenis. In die context is te bezien wat goed is en wat beter kan als het op communiceren aankomt; ook wat anders moet en wat niet meer hoeft. De voertaal hierbij is de communicatietaal. Die taal spreken is een kwestie van doorontwikkelen van wat iedereen van zichzelf al kan: communiceren.
‘Wat communiceren betekent’ komt voort uit het werk dat beroepshalve voor organisaties wordt gedaan. De eerste vonk was de vraag wát dat werk nu toch tot communicátiewerk maakt. Daarna kwam het inzicht dat voor communicatiewerk naast kennis van ‘werk’ ook kennis van ‘communicatie’ nodig is.
Dat riep tal van vragen op: Wat is die kennis dan? Maakt die kennis een vak tot communicatievak, een vaardigheid tot communicatievaardigheid en een wetenschap tot communicatiewetenschap? Wat ís communiceren eigenlijk? Velen die op de communicatievelden ronddwalen en -dwaalden hebben aan dit essay meegewerkt. Een aantal in woord en daad, tallozen in de verbeelding. Uit hun kennis, inzichten, ervaringen en wijsheid – en de antoniemen daarvan – is dit verhaal ontstaan. Frank Regtvoort schreef de tekst, Sacha Buddingh’ deed de eindredactie en de vormgeving is van Luc de Ruijter.
Alle boeken