Zorg 4.0: Science or F(r)iction
“417 Vitale functies gechecked” bromt mijn autocomputer. Shoot, meer intelligentie in mijn auto dan in m’n lijf. Waarom heb ik geen chip in mijn lichaam die alle vitale functies checkt en me “Ok!” voor de dag geeft. Ha, roept mijn vrouw, je weet nog steeds niet of je auto “lekker in z’n vel zit” en er zin in heeft vandaag. Van haar kan ik dat wel hebben, haar eerste auto had een naam en gedroeg zich zo nukkig als een klein kind. Is dit nu de ware aard van de term psycho-somatiek? Of hadden ze dat 2000 jaar geleden al in de gaten: Mens sana in corpore sano!
Met verwondering kijk ik naar de immer toenemende belangstelling voor de psycho-somatiek. Meer psychische zorg in de 1e-lijnshulpverlening (pdf)! Ik krijg een kip-ei-gevoel. Is het Maslow, die de rijke Westerse maatschappij meer aandacht voorschrijft voor de geestelijke ontwikkeling van het individu? Kunnen we (bijna) alle somatische klachten verhelpen en blijven slechts vragen van psychische aard over?
Of keren we terug naar onze kern en zoeken we genezing van binnen uit? De opkomst van “alternatieve” geneeswijzen met vaak een cultureel historische achtergrond buiten West Europa, doet vermoeden dat men al langer en elders een andere methode van genezing nastreeft. In algemene zin worden alle zintuigen momenteel gebruikt voor psychische inmenging in het menselijk lichaam. Horen, zien, ruiken, voelen & bewegen. En… McDonalds heeft de “smaaktherapie“. In extreme vorm de vraag of Henk Mutsaers gelijk heeft en het Westen somatische klachten in stand houdt! Jammer van de “Ads door Google” op zijn site, pijnlijk bij zo’n stellingname.
Waar ik nu echt mee zit is de vraag of het dagelijks (m)weten van dit soort feiten nu geestelijke rust geeft of juist niet! Is de mens gebaat bij een deterministische of holistische zorgbenadering ? Heeft het zin om alles meetbaar te maken?
Als techneut ben ik geneigd te stellen dat je met werktuigbouw een eind komt. Vanuit die optiek is het menselijk lichaam slecht ontworpen. De regels van “reliability engineering” roepen om een extra hart. Al het goede komt in tweeën, behalve het hart. Op Becel kan ik mijn hart testen. Dat gaat meteen mis. Een vragenlijst bepaalt de conditie van m’n hart. Iedere techneut weet: een pomp meet je door. Opvoerdruk ok! Leidingnetwerk ok! Capaciteit ok!
Ik begrijp het wel, dat kan je thuis (nog) niet meten. Daar werken we aan. Nog een paar jaar en we hebben een HIB-poort op de laptop: Human Interface Bus. Je steekt je pink in de poort en je weet alles! Zorg 4.0! En als we toch bezig zijn, lichttherapie via je monitor? Uw webcam registreert de eerste symptomen van een depressie, binnen 10 seconden gaat uw monitor naar de stand lichttherapie. Luistert u ook even mee naar de muziek? Uw toetsenbord gaat ritmisch trillen, houd uw handen op de toetsen !! Ruikt u McDonalds al … Vergeet u niet uw verzekeringspasje in de computer te steken?
Mensen kunnen niet meer voelen roept mijn vrouw! Als je naar je lichaam luistert, hoef je niks te weten! Dat is een raar feit. Mijn vader, huisarts, had een “klinische blik“. Als er een patiënt de spreekkamer in kwam, wist hij al wat er aan de hand was. Hij had geen meetapparatuur nodig, behalve om zijn “gevoel” te staven. De stelling nu: kunnen we dit zelf, en zo ja waarom zijn we dat verleerd. Dat weet ik wel, roept mijn vrouw: “vanaf de allerjongste leeftijd worden we Westers rationeel geconditioneerd”. Als we niet in de statistische standaard vallen kraakt het consternatiebureau.