Schrijven

3 belangrijke verschillen tussen jip-en-janneketaal en begrijpelijk schrijven

0

Steeds vaker heb ik het tijdens mijn trainingen over begrijpelijk schrijven. En elke keer als ik erover begin maakt het onderwerp veel los. Ook de kaakspieren als ik weer een mond van een deelnemer open zie vallen. “Begrijpelijk schrijven? Ik ga onze lezers echt niet aanspreken in jip-en-janneketaal.” Haar buurman vult aan: “Ja, da’s kleutertaal joh.” Nu is een begrijpelijke tekst iets totaal anders dan een tekst die is geschreven in jip-en-janneketaal. En denk je dat kleuters een tekst snappen in jip-en-janneketaal? Dan kom je ook van een koude kermis thuis.

Ik ervaar dat het schrijven in begrijpelijke taal vaak wordt vergeleken (of beter gezegd: wordt verward) met een tekst in jip-en-janneketaal. Meestal gaat dit samen met weerstand. Dat merk ik aan opmerkingen zoals “maar ik wil wel dat mijn lezers mij serieus nemen” of “ja, maar mijn lezers hebben een hbo-diploma hoor”. Nu is het zo dat een tekst in begrijpelijke taal en een tekst in jip-en-janneketaal echt heel anders zijn. En zo ben ik dan ook een groot voorstander van begrijpelijk schrijven en een felle tegenstander van schrijven in jip-en-janneketaal. Daar wil ik wel aan toevoegen dat ik er dan van uitga dat je schrijft voor een volwassen lezer.

Wat zijn die 3 verschillen dan?

1. Lengte van zinnen

Universiteit Utrecht onderzocht 30 kinderverhalen die Annie M.G. Schmidt schreef over Jip en Janneke. Wat bleek? Een gemiddelde zin uit een Jip-en-Jannekeverhaal bevat zo’n 6 woorden. Schrijf je een tekst die makkelijk leesbaar is voor 80% van de Nederlandse bevolking? Dan kan je zinnen met een lengte rond de 15 woorden aanhouden. Dat is dus 2,5 keer meer dan het aantal woorden van een Jip-en-Jannekeverhaal.

2. Lengte van de woorden

Uit hetzelfde onderzoek van de Universiteit Utrecht bleek dat de woorden uit de Jip-en-Jannekeverhalen gemiddeld 4 letters tellen. Ook hier geldt dat je dit aantal meer dan kan verdubbelen. Neem bijvoorbeeld woorden zoals ‘beoordelen’, ‘onderzoeken’ of ‘organisatie’. Dit zijn woorden op B1-niveau. Een B1-woord is een makkelijk woord. Een woord dat bijna iedereen begrijpt. Die 3 woorden die ik net noemde zijn woorden van 10 én 11 letters. En dus niet van maar 4 letters wat de gemiddelde woordlengte in een Jip-en-Jannekeverhaal is.

3. Annie M.G. Schmidt schreef voor kinderen, jij (waarschijnlijk) niet

Eerst even dit, als iemand jip-en-janneketaal kleutertaal noemt, dan heeft deze persoon het mis. Met de zojuist gedeelde woord- en zinslengte zijn de verhalen (volgens het AVI-systeem) geschikt voor kinderen uit groep 4. Het AVI-systeem deelt teksten in op hoe moeilijk deze zijn. Ofwel: de Jip-en-Jannekeverhalen zijn zelfs te ingewikkeld voor kleuters. Maar een kleuter of een kind van een jaar of 8 uit groep 4… Het blijven kinderen. Dus heb je het over aardbeien, een reus of een eekhoorn. De kans dat jij voor jonge kinderen schrijft schat ik minder hoog in. Bij jou gaat het dus waarschijnlijk over andere onderwerpen. Misschien wel over juridische regels of wetten. Daarvoor hoef je niet te vervallen in jip-en-janneketaal én hoeft de tekst ook niets opeens heel ingewikkeld te worden. Je legt de onderwerpen in begrijpelijke taal uit en blijft ver weg van een kinderachtig toontje.

Waarom dan toch zo moeilijk doen?

Nu ik de belangrijkste verschillen op een rij heb gezet, vraag ik mezelf nog harder af waarom begrijpelijke taal toch steeds wordt verward met jip-en-janneketaal?. Zou het echt zijn omdat mensen bang zijn om niet serieus te worden genomen? Is dat de reden dat ze graag vasthouden aan ingewikkeld taalgebruik? Feit is dat veel mensen moeilijke woorden in hun tekst proppen in de hoop slimmer over te komen.

Dat bleek ook uit onderzoek van Oppenheimer, 86,4% van de deelnemers gaf toe dat zij bewust moeilijke woorden in hun tekst verwerken. Waarom zij dat deden? Omdat ze dachten zo meer indruk te maken. Grappig detail is dat de lezers van hun teksten helemaal niet onder de indruk zijn van moeilijke woorden. Sterker nog, de schrijvers van teksten met moeilijke woorden werden eerder gezien als ‘minder intelligent’. Waarom dat zo was? Omdat ze niet in eenvoudige taal konden uitleggen wat ze bedoelden. Andersom, bij de teksten met eenvoudige taal werd de intelligentie van de auteur juist hoger ingeschat. Hierbij is de uitleg van de lezers: “als je mij het duidelijk kunt maken, dan begrijp je zelf de materie kennelijk erg goed”. En nog een feitje: 60% van de Nederlandse beroepsbevolking begrijpt de gemiddelde tekst van overheden en bedrijven niet (goed). Dus je kan wel lekker intelligent willen overkomen, maar onnodig moeilijk woordgebruik werkt uiteindelijk dus tegen je.

Ja, ook voor hoogopgeleiden

Eerder had ik het erover dat een van de deelnemers van mijn training zei: “ja, maar mijn lezers hebben een hbo-diploma hoor”. Dacht jij dat ook toen ik het had over begrijpelijk schrijven? Dan help ik je graag uit die droom. Uit onderzoek van de Raad van Europa blijkt dat hoogopgeleiden liever een begrijpelijke tekst lezen. Nee, geen jip-en-janneketaal dus, maar zeker ook geen ingewikkeld stuk tekst. Gewoon een tekst die makkelijk en snel wegleest. En als je zo’n tekst schrijft dan please je ook nog eens het aartsluie lezersbrein. Je houdt het brein tevreden zodat er geen weerstand of kritische houding ontstaat. Ook houdt de lezer genoeg energie over om tot actie over te gaan. Zo neemt de kans op conversie alleen maar toe.

Nog even dit: heb je er weleens bij stilgestaan dat er onder hoogopgeleiden ook mensen dyslectisch zijn? En dat niet alle hoogopgeleiden Nederlands als eerste taal hebben? Wat denk je dat deze mensen liever lezen: ‘deze disciplines construeren gezamenlijk integrale projectbeheersing op omvangrijke en complexe projecten’ of ‘deze onderdelen geven samen vorm aan de totale beheersing van grote en ingewikkelde projecten’. En dan mijn allerlaatste vraag aan jou: is de laatste zin jip-en-janneketaal óf begrijpelijk geschreven?