De brainstorm is dood. Toch? [4x nee]
“Brainstormen is complete tijdverspilling! Dat domme geeltje plakken kost zeeën aan tijd en het levert zelden bruikbare ideeën op.” Waarom is er toch zo veel protest tegen de brainstorm? Zie hier: 4 redenen waarom brainstormen met een groep compleet zinloos is. Althans, volgens de critici. Ik ben zo vrij geweest om mijn kanttekeningen erbij te plaatsen, omdat het volgens mij een stuk genuanceerder ligt.
1. Individuen bedenken meer en betere ideeën dan een groep
Solo werkt beter dan samen, dat is de overtuiging van veel tegenstanders van de brainstorm in groepsverband. Zelfs de wetenschap trekt al decennialang dezelfde conclusie: onderzoek na onderzoek wijst uit dat proefpersonen die in hun eentje een reeks creatieve ideeën bedenken, gemiddeld meer output voortbrengen dan een groep met dezelfde opdracht. Menig onderzoeker beweert zelfs dat de kwaliteit van de eenzame denkers hoger ligt dan die van een gezelschap.
Laat ik duidelijk zijn: ik ben het eens met het eerste deel van de stelling. In korte tijd zo veel mogelijk ideeën bedenken, kun je inderdaad beter alleen doen. Dan word je niet gestoord of afgeremd door groepsprocessen, voorstelrondjes, discussies of vragenvuren. Zoek een fijne omgeving op, creëer een sfeer die jouw creativiteit opzweept en ga los. Als kwantiteit het hoofddoel is van een brainstorm, dan sluit ik me aan bij de solisten.
Samen zie je meer mogelijkheden
Echter, kwaliteit is een heel ander punt. Als jij in je uppie ideeën verzint, dan ontspruiten die enkel en alleen uit jouw hoofd. Oké, jij legt misschien onnavolgbare creatieve connecties, maar die blijven begrensd door jouw kennis, ervaring en talent. Sta eens stil bij de gi-gan-ti-sche winst die ligt in het uitwisselen van gedachten of halve ideeën met anderen. Samen zie je meer mogelijkheden, twee weten meer dan één.
Ik zeg met nadruk ‘twee’, want brainstormen in duo’s is mijn favoriet. Zo’n dialoog met een gezamenlijk doel kan je blik verbreden en je slagkracht vergroten. “Three is a crowd.” Met z’n drieën ontstaat er veelal een druk gesprek waarbij wachten op je beurt een struikelblok is. In een vier- of vijftal neigen mensen op zoek te gaan naar gelijkgestemden om kleinere clubjes te vormen. Dat kan leiden tot discussies vanuit twee kampen (voor en tegen) of tot het buitensluiten van eenlingen. Elke groep groter dan vijf is een fikse uitdaging. Soms heb je een ervaren begeleider nodig om de deelnemers bij de les te houden en niet door elkaar te laten praten.
Kans op chaos
Hoe groter de groep, hoe meer kans op chaos. Dat wil niet meteen zeggen dat je creatieve samenwerking in zijn geheel moet afzweren. Kies voor werkvormen die de klassieke brainstormsessie ontstijgen, die een brug slaan tussen solo en samen. En ja, dat zijn er meer dan genoeg.
Conclusie: als het gaat om kwantiteit is de eenzame brainstormer de koning, maar creatief denken in een groep biedt meer kans op originele vondsten.
2. Kritiek uitstellen leidt tot slechte ideeën
Uitstellen van kritiek is een vuistregel bij de klassieke brainstorm. Kritisch denken staat creatief denken in de weg, zo luidt de oorspronkelijke uitleg. In de loop der jaren is er veel kritiek gekomen op deze kritiekloosheid. Tegenstanders suggereren dat er waardevolle inbreng verloren gaat zodra mensen hun onvrede wegslikken of hun commentaar krampachtig voor zich houden.
Volgens mij is de oplossing voor deze angst eenvoudig: laat mensen tijdens de brainstorm hun opbouwende kritiek opschrijven in plaats van stilhouden. Zo hoeven ze niet op hun tong te bijten, maar kunnen ze op hun formulering kauwen. Tegelijkertijd gaat de stroom aan nieuwe ideeën gestaag door, niet gehinderd door tussentijdse rationele bespiegelingen. De genoteerde kritiekpunten spaar je op voor de evaluatieronde na afloop.
Een beroerde mix van energieën
Besef dat er een groot verschil bestaat tussen de energie van enthousiast wilde ideeën delen en de energie van rationeel beoordelen. In het creatieve proces moet je beide activiteiten absoluut inplannen, maar alsjeblief niet op hetzelfde moment! Die beroerde mix van energieën veroorzaakt haperingen, blokkades en irritaties. Dat is de reden waarom kritiek een specifieke plek krijgt toegewezen in het proces.
Een aanvullend argument om creatie en kritiek niet te mengen, is evaluatiestress. Veel mensen vinden het eng om hun zelfbedachte ideeën te delen met anderen. Misschien omdat ze vrezen afgekraakt te worden, omdat ze verlegen raken van complimenten of omdat ze niet graag in het middelpunt van de belangstelling staan. Deze types hebben de neiging om dicht te slaan wanneer je kritiek toevoegt aan de fase van het ideeën bedenken. En voor je het weet komt dan het allerbeste idee niet op tafel, omdat de bedenker het Spaans benauwd heeft. Houd je de scheiding strikt, dan creëer je een veilige sfeer waarin iedereen zijn vondsten durft te delen.
Conclusie: creatie en kritiek kun je beter strikt gescheiden houden.
3. Groepsdynamiek nodigt uit tot lanterfanten
Gemakzucht is een bekende valkuil in groepsprocessen. Elke groep bevat uiteenlopende karakters: haantje de voorste, muurbloempje, luiwammes, herrieschopper, zeurpiet, bewaarder van de lieve vrede, noem maar op. Bij een collectieve taak hoort een collectieve uitkomst met de gezamenlijke inzet van alle participanten.
Maar sommigen vinden het prettig om wat minder hard te werken doordat anderen lekker op dreef zijn. Dat fenomeen: meeliften, zwartrijden, ‘shirking’, ‘free riding’ of ‘social loafing’, noem ik ‘sociaal lanterfanten’. Met name in grote groepen ligt dit ‘sucker’-gedrag op de loer.
De haantjes nemen graag het voortouw. Minder assertieve types laten zich hierdoor afremmen en blijven op de achtergrond. Anderen kennen feilloos hun sterke kanten en wachten rustig af tot ze die kunnen inzetten. Zodra een mopperaar één keer flink terecht is gewezen tijdens zo’n sessie, houdt die verder meestal zijn kaken op elkaar.
Bij lanterfanterij moet je ingrijpen
Zo’n dynamiek zit een mooi resultaat danig in de weg: ‘zwartrijden’ dwarsboomt betrokkenheid of samenwerkend leren. Een begeleider van buitenaf kan hier zijn handen aan vol hebben, maar zo iemand huur je dan ook niet voor niets in. Bij lanterfanterij moet je ingrijpen, bijvoorbeeld door mensen er tactisch op aan te spreken.
Meerdere individuele bijdragen van deelnemers komen tijdens een klassieke brainstorm samen tot een enkelvoudig eindproduct: een groepsdoel. Zodoende is ieders persoonlijke bijdrage vaak niet meer te identificeren of te evalueren.
- Pluspunt: dat kan een gevoel van teambinding bevorderen (“We hebben het samen gefikst!”).
- Minpunt: dat kan zorgen voor een anonieme vorm van onverschilligheid (“Whatever, ik voel me hier niet bij betrokken”).
Is ‘free riding’ een reden om sceptisch te zijn over brainstormen in een groep? Jazeker. Maar dit gedrag kan de kop opsteken bij élke manier van samenwerken. Geeft dat een motief om alle denkbare vormen van groepssessies in de ban te gooien? Nee.
Tegenstellingen erkennen
Juist door tegenstellingen in het team te erkennen, kom je nader tot elkaar. Samenwerking is een onmisbare factor om tot betrokkenheid en creatieve kruisbestuiving te komen. Lastig is het beslist, maar ook de moeite waard.
Conclusie: groepsdynamiek is een uitdaging, maar deze uit de weg gaan, is een zwaktebod.
4. Luisteren maakt mensen passief
Als in een groep iemand praat, zijn sommige deelnemers een en al oor. Het kost zoveel aandacht om geconcentreerd aan te horen wat een teamgenoot zegt, dat hun productiviteit naar beneden suist. Ze luisteren actief (met volledige focus op de ander), waarmee ze hun creatieve brein in een passieve toestand brengen, ze stoppen met actief nadenken of ze vergeten waar ze aan dachten. De kans dat daarmee prachtige ideeën verloren gaan, is reëel.
Helaas schuiven in creatieve groepssessies ook mensen aan die liefst níet luisteren naar anderen, omdat ze te veel bezig zijn met zichzelf. In het meest positieve geval staan ze bol van eigen ideeën die ze graag delen, maar hebben ze geen geduld voor de plannen van teamgenoten. In het meest negatieve scenario zijn ze volledig uitgezoomd en maken ze in hun hoofd het boodschappenlijstje voor vanavond. Bij beide situaties stroomt de broodnodige creativiteit weg.
Creatief denken & geconcentreerd luisteren
Creatief denken en geconcentreerd luisteren zijn twee aparte vakken. Liefst spreek je die competenties niet tegelijkertijd aan. Met dit argument ben ik het roerend eens, hier valt geen speld tussen te krijgen. Toch acht ik mensen in staat om sneller te schakelen tussen luisteren en denken. Bijvoorbeeld door per zin die iemand uitspreekt, ultrakort na te gaan of er een gedachte tussen zit die aansluit op (of inspireert tot) een idee van jezelf.
Een korte notitie om dit combinatie-idee vast te leggen, kan een geheugensteuntje zijn voor het vervolg van de brainstorm. Flexibiliteit ahoy!
Conclusie: creatief denken en geconcentreerd luisteren lukt zelden tegelijkertijd, maar het is een kwestie van aanleren.
5. Scepsis belemmert kansen
Jawel, ik zou vier argumenten noemen, maar ik heb een vijfde toegevoegd. Dit betreft een factor die logischerwijs tegenstanders van de traditionele brainstorm nooit noemen, omdat ze er onderdeel van uitmaken. Waar ik veel creatieve sessies namelijk aan ten onder zie gaan, is scepsis.
De bron van de overlast ligt bij deelnemers die het nut niet inzien van de brainstormsessie en bewust instappen vanuit een negatieve energie. Vooraf hebben ze besloten dit zweverige creativiteitsgedoe geen serieuze kans te gunnen. Dan zeg ik: “Mij best, maar blijf dan weg.” Sommigen gedragen zich respectloos naar de organisator van de bijeenkomst en proberen muiterij onder de aanwezigen te veroorzaken. Moedwillig saboteren van een bijeenkomst is nog geen automatisch bewijs dat brainstormen niet werkt, maar het geeft zulke sessies wel een slechte naam.
Een creatieve sessie kan op honderden manieren
De reputatie van de brainstorm ligt onder vuur. Zoals gezegd sluit ik me qua inhoud grotendeels aan bij de criticasters. Wel vind ik dat zij hun cynische standpunten nogal meedogenloos botvieren op een bonte stoet werkvormen die ze voor het gemak onder de verzamelnaam ‘brainstorm’ scharen. Ze verliezen uit het oog dat je een creatieve sessie op honderden verschillende manieren kunt voeren.
Het wetenschappelijke bewijs dat de werking van de traditionele brainstormmethode bestrijdt, stapelt zich op. Juist daarom bestaan er zo veel aangepaste werkvormen waar ‘alleen’ en ‘allen’ hand in hand gaan. Googel bijvoorbeeld maar eens op ‘de nominale groep’. Kortom, de klassieke brainstorm mag je best doodverklaren, de moderne varianten zijn springlevend. Leer ze kennen, kies je favoriet en grijp die kansen.
Conclusie: een positieve instelling is nodig om tot resultaten te komen.