Loopbaan

Iedereen maakt weleens een fuck-up: zo leer je van je fouten

0

Fuck-ups, iedereen maakt ze. Een goede fuck-up is best klote. Het gaat gepaard met een gevoel van onbehagen, schaamte, schuld, spijt en misschien zelfs verdriet. Bij een kleine fout vervloek je even iets of iemand en je kunt weer door. Bij een grotere fout heb je misschien nog dagen of zelfs weken last van een naar gevoel. Dat je van fouten kunt leren weten we allemaal. Maar dat je een geheel andere mindset kunt aannemen ten opzichte van fouten, weten we misschien niet allemaal. Zonde, want als je falen op een andere manier benadert, valt er nog zoveel meer te leren.

De faalparadox

Allereerst moet je niet bang zijn voor het maken van fouten. Zie niet op tegen die presentatie, dat voortgangsgesprek of die sollicitatie. Benader iedere activiteit als een experiment en als kans om te leren, in plaats van als een potentieel moment om op je bek te gaan. Iets proberen kan namelijk nooit fout gaan. Dat neemt niet alleen veel angst weg, de focus op leren maakt zelfs dat je beter presteert dan wanneer je focust op presteren. De ‘faalparadox’ wordt dat genoemd.

De groeimindset

Het echt grote geheim van anders naar fouten kijken zit hem in de mindset. Je hebt namelijk een ‘groeimindset’ en een ‘vaste mindset’. Als je met een groeimindset naar fouten kijkt, zie je fouten als iets positiefs, als kans om te leren en beter te worden. Je stelt leerdoelen, verwelkomt feedback met open armen en het succes van anderen is voor jou geen bedreiging, maar een manier om je eraan op te trekken. Iemand met een vaste mindset daarentegen, stelt prestatiedoelen, ziet fouten als persoonlijk falen, pakt feedback op als bedreiging en is vastgeroest in een onveranderlijk palet aan capaciteiten.

Wees niet bang om een fout te maken.

Superfalen

Dit en meer lees je terug in het boek Superfalen van Frank Deuring (affiliate). Hij beschrijft hoe je anders naar fouten kunt kijken, hoe je ze kunt delen en hoe je er zelf en als organisatie beter van kunt worden. Dit aan de hand van bestaande theorieën, vele voorbeelden en eigen ervaringen.

Voordat de schrijver een fuck-up-expert werd, ambieerde hij een carrière als stand-upcomedian, wat je goed terugziet in de schrijfstijl. Die is ietwat chaotisch en druk, maar het leest wel makkelijk weg en het spreekt tot de verbeelding. Die stand-upcarrière is overigens nooit zo succesvol geworden als hij zelf had gehoopt. En die ervaringen gebruikt Deuring om zijn verhalen en adviezen kracht bij te zetten. Die openheid schept meteen een gevoel van vertrouwen. Je leest meteen dat het oké is om fouten te maken, te delen en dat het je veel kan opleveren.

Fuck-ups voor de baas

Als je hoofdstuk één uit hebt, heb je al veel zinnige informatie en tips tot je genomen en lijkt het alsof je het boek al uit hebt. De conclusie staat namelijk al in de inleiding.

Gelukkig volgen er nog hoofdstukken over schaamte, afwijzing, tegenslag, perfectionisme, cultuur en structuur. Allemaal met genoeg inspiratie, tips en voorbeelden. Die zijn toegespitst op het individu, maar ook op het functioneren als bedrijf of team. Zoals het creëren van psychologische veiligheid: een cultuur waarbij het oké is om fouten te maken en die te delen. Idealiter zelfs om fouten te vieren. Daar wordt iedereen beter van. Anders maken collega’s misschien dezelfde fouten. Door en masse faalmomenten te delen, kun je dus ook systeemfouten herkennen en ze oplossen.

Falenderwijs spelen

Er staan heel wat tips in het boek. Maar het is dus vooral de mindset die moet veranderen. Dat leer je niet in één dag, maar je kunt er wel direct mee aan de slag gaan. Een manier om dat te doen is een leuk en praktisch spel dat in het boek wordt beschreven: de ‘Faalkracht-methode’ van Michel Taal. Het komt erop neer dat je samen probeert te falen in spelvorm. Dit kun je dus met collega’s spelen. Je gaat iets doen wat voorheen niet zou durven, omdat je bang bent om te falen. Nu is falen echter het doel. Je schraapt al je moed bij elkaar (met een beetje hulp van je nieuwe mindset) en gaat ervoor.

Voorbeeld: alle sales-collega’s benaderen elk drie potentiële droomklanten voor een afspraak.

  • Krijg je een ‘ja’, dan heb je een afspraak met een droomklant.
  • Krijg je een ‘nee’, dan heb je “gefaald” en krijg je dus een punt.

Wie uiteindelijk de meeste punten heeft, wint het spel. Wat er ook gebeurt en wat de uitkomst ook is, het resultaat is altijd goed. Want je hebt of iets heel tofs bereikt, of je hebt gewonnen. In ieder geval heb je veel geleerd. Een goede manier om eens flink potje te falen en er nog plezier aan te beleven ook.

Faal erop los

Kortom: van falen kun je leren en Superfalen helpt je daarbij. Het scheelt je veel angst en onbehagen, en je wordt er iedere keer een beetje beter van. Wie de kunst van het falen beheerst en dit deelt met anderen – zoals binnen het bedrijf -, creëert een cultuur waar de focus ligt op leren, in plaats van presteren. Dat blijkt ook nog eens betere resultaten op te leveren. Lekker erop los falen dus.

Ik wens jullie allemaal fijne fuck-ups toe!