Content

Terug naar de basis: 9 tips voor structuur in je tekst

0

Begrijpelijk schrijven is méér dan het noteren van eenvoudige woorden en korte zinnen. Minstens zo belangrijk is dat je structuur in je teksten aanbrengt. Maar hoe doe je dat? In dit artikel deel ik 9 tips. Misschien is de informatie voor jou niet helemaal nieuw, maar even het geheugen opfrissen kan nooit kwaad.

Begrijpelijke teksten en teksten op B1-niveau zijn al een tijdje het onderwerp van mijn blogs. Want wát maakt een tekst nu echt begrijpelijk voor een lezer?

Structuur als onderdeel van een begrijpelijke tekst

Ik ontdekte dat een begrijpelijk verhaal veel verder gaat dan het opschrijven van eenvoudige woorden, korte zinnen en duidelijke koppen (de standaard kenmerken van B1). Zo mag een ‘heldere structuur’ wat mij betreft ook niet ontbreken in dit rijtje.

Een logische structuur is namelijk cruciaal om je boodschap duidelijk over te brengen. Mist de rode draad in een tekst? Dan haak je waarschijnlijk snel af.

Toch is die structuur aanbrengen voor veel mensen een uitdaging. Daarom neem ik je mee in het schrijfproces van een informatief artikel over secundaire arbeidsvoorwaarden, dat ik voor een online platform voor ondernemers schreef.

Bepaal je boodschap, doel en doelgroep

Om een goede tekststructuur te bepalen, stel ik mezelf vóór het schrijven altijd deze vragen:

  • Wát wil ik vertellen? In dit geval wil ik een aantal secundaire arbeidsvoorwaarden presenteren, waarmee werkgevers het verschil voor hun mensen kunnen maken.
  • Aan wíé wil ik dit vertellen? Mijn tekst is bedoeld voor werkgevers en HR-specialisten.
  • Waaróm wil ik dit vertellen? Ik wil deze arbeidsvoorwaarden benadrukken, omdat ze bijdragen aan duurzaam inzetbare werknemers. En dat is weer belangrijk in deze krappe arbeidsmarkt, waarin werkgevers en ondernemers zich moeten onderscheiden.

Meestal schrijf ik de kop van mijn artikel als laatst.

Als ik mijn research gedaan heb, is het tijd om structuur aan te brengen in de berg met informatie. Daarbij zijn de volgende onderdelen wat mij betreft cruciaal.

1. Kop

Tuurlijk: je artikel begint met een kop of titel. Maar ik schrijf de kop meestal als laatst. Tot die tijd gebruik ik een werktitel.

Waarom? Pas als de hele tekst op papier staat, kan ik het beste beoordelen wat de échte kern van het verhaal is. Vaak springt er een zin of quote uit die ik als kop kan gebruiken.

In dit geval let ik er goed op dat de kop lezers een idee geeft van wat ze kunnen verwachten. Ook wil ik mijn lezers natuurlijk prikkelen om door te lezen. Daarom benadruk ik alvast wat de lezer eraan heeft om mijn artikel van A tot Z te lezen.

Het wordt: 7 secundaire arbeidsvoorwaarden waarmee je goed werkgeverschap laat zien.

2. Intro

Het tweede structuuronderdeel van mijn tekst is een intro. Ook die schrijf ik meestal als laatste, om dezelfde reden als de kop van mijn artikel.

In mijn intro vat ik de kern van het verhaal samen. Tegelijkertijd wil ik de lezer nieuwsgierig maken om verder te lezen. Daarom besluit ik in te spelen op de voordelen voor de werkgever. Want met goede arbeidsvoorwaarden zorgen werkgevers voor gemotiveerde, betrokken en duurzaam inzetbare werknemers, weet ik uit mijn research.

Dat benadruk ik in mijn intro:

Met goede secundaire arbeidsvoorwaarden kun je als werkgever het verschil maken voor je mensen. Je denkt dan misschien al snel aan een dertiende maand, reiskostenvergoeding of laptop van de zaak. Maar heb je deze 7 voorwaarden al eens overwogen? Hiermee zorg jij voor gemotiveerde, betrokken en duurzaam inzetbare werknemers.

3. Kern

Vervolgens zet ik de kern van mijn verhaal op papier. Er zijn zeven arbeidsvoorwaarden die ik wil toelichten. Die zet ik onder elkaar. Onder elke voorwaarde voeg ik toe wat ik bedoel met de arbeidsvoorwaarde en wat zo’n arbeidsvoorwaarde werkgevers kan opleveren.

4. Alinea’s

Maar met een lange lap tekst ben ik er natuurlijk nog niet. Daarom deel ik de informatie op in verschillende alinea’s. Voor online teksten houd ik ongeveer vijf zinnen per alinea aan. Ook zorg ik ervoor dat ik per alinea één onderwerp bespreek. Haal ik een nieuw onderwerp aan? Dan volgt een nieuwe alinea.

Zet je belangrijkste informatie vooraan.

Handig om te weten: elke alinea heeft een kernzin. Dat is de belangrijkste zin van de alinea. De rest van de zinnen gaan op die kernzin door. Vaak staat de kernzin aan het begin van de alinea. Ook met het oog op online teksten – die mensen vaak scannend lezen – is dat een slimme aanpak. Als je de belangrijkste informatie vooraan zet, heb je meer kans dat je lezer je boodschap meekrijgt.

5. Tussenkoppen

Als de verschillende alinea’s op papier staan, is het tijd om er tussenkoppen aan toe te voegen. Daarmee leid ik mijn lezers als het ware door mijn tekst heen. Ook probeer ik zo de kern van mijn verhaal goed over te brengen. Handig voor al die lezers die mijn tekst niet letter voor letter lezen, maar scannend.

Voor online teksten houd ik meestal aan dat ik na twee of drie alinea’s een nieuwe tussenkop plaats. Ik lees er persoonlijk liever eentje te veel dan te weinig. Hoeveel tussenkopjes je precies in je tekst aanbrengt, hangt dus af van de lengte van je tekst.

6. Paragrafen

Naast tussenkoppen kan ik mijn tekst nog extra structuur geven met paragrafen. Bij een online artikel is dat niet altijd gebruikelijk. Maar bij een langere tekst, zoals een longread of reconstructie, past dit wel weer goed. Je verdeelt je lange tekst dan eigenlijk in een aantal hoofdstukjes.

7. Structuur op zinsniveau

Ook op zinsniveau pas ik structuur toe. Dat doe ik met signaal- of verwijswoorden. Signaalwoorden geven verbanden tussen zinnen aan. Een voorbeeld:

Veel werkgevers en werknemers willen iets goeds doen voor de maatschappij. Daarom bieden sommige werkgevers de optie aan om een paar dagen per jaar onder werktijd vrijwilligerswerk te doen.

De verwijswoorden zijn de woorden in mijn tekst die naar een eerder woord, zinsdeel of zin verwijzen. Denk aan woorden zoals deze, die, dit, dat en wat.

Een slim uitgangspunt dat ik ooit ergens las: zorg ervoor dat in elke zin een signaal- en/of verwijswoord staat. Is dat niet het geval? Dan zit er mogelijk een ‘gat’ in je tekst en klopt de opbouw niet helemaal. Goed om te checken!

8. Slot

Elk artikel heeft een kop en een staart, dus een duidelijk slot mag niet ontbreken. Zelf sluit ik af met een bonustip. Ook voeg ik een call-to-action toe, waarmee ik de lezer aanzet om andere relevante content over dit onderwerp te lezen.

Een ander idee: geef in je slot een korte samenvatting, conclusie of aanbeveling. Of voeg een anekdote toe waarmee je verwijst naar het begin van je tekst. Zo maak je je verhaal mooi rond.

Wat ook goed werkt: stel je lezer een vraag om de interactie te bevorderen of aan te zetten tot nadenken.

9. Opmaak

Tot slot kun je je tekst extra structuur geven met tekstopmaak. Maak woorden bijvoorbeeld cursief of vet, om ze te benadrukken. Overdrijf niet, want dan verdwijnt het effect.

Andere tips:

  • Voeg opsommingstekens toe als je rijtjes met voorbeelden of voordelen noemt;
  • Plaats minder belangrijke informatie in kaders;
  • Voeg een quote of streamer toe om je tekst ‘wat lucht’ te geven;
  • En vergeet in je online teksten de linkjes naar andere pagina’s niet!

Hoe breng jij structuur in je teksten aan?

Marlous schreef dit artikel ten tijde van haar dienstverband bij contentbureau Beklijf.