Verdieping

Alweer je doelen niet gehaald? Het ligt niet aan jou

0

Column – De vakantietijd is voor veel mensen niet alleen een periode van rust, maar ook een moment om terug te kijken. Hoe gaat het met die goede voornemens, waar we op 1 januari mee aan de slag zouden gaan? En hoe staat het met de kpi’s van ons werk? Zitten we nog op schema? Maar hoe voel je je dan, als blijkt dat het je (weer) niet lukt om je doelen te halen?

“Weer een jaar m’n doelen niet gehaald”

Een kennis van me was jarig, en verzuchtte op Facebook: “Weer een jaar ouder. Weer m’n doelen niet gehaald.” Het is verwonderlijk – en eerlijk gezegd, best deprimerend – om zo naar een levensjaar te kijken. Als een tijdspanne om je doelen in te halen, niet meer en niet minder. Toch is het in deze tijd niet vreemd. De blogs, boeken, video’s en cursussen om jezelf te verbeteren vliegen om je oren. Ook op Frankwatching zijn artikelen om slimmer te werken – en zelfs om slimmer op vakantie te gaan – enorm populair.

Zelfoptimalisatie is hot

Vrijwel iedereen die ik ken, is op de een of andere manier bezig met zelfoptimalisatie. Op het werk (met bullet journals, met tools voor projecten of todo-lijstjes, met het toepassen van de methodes van Grip). Maar ook daarbuiten (kapot gaan tijdens een marathon, even helemaal offline bij een stilteretraite). En als het even niet zo goed gaat, stommelen we met niet aflatend optimisme door: falen is een les, een probleem is een uitdaging!

Zelf was ik begin dit jaar ook met goede moed begonnen met manieren om beter te werken. Ik werk met een bullet journal en ik probeer wat methodes van Grip toe te passen (zoals het blokken van mijn agenda). Thuis Marie Kondo ik me een slag in de rondte en luister ik enthousiast naar de podcast van The Minimalists om vast te stellen waar ik nog in kan minderen.

Wat als het niet lukt?

Toch beklijft het niet allemaal. Het lukt me niet om alles tot in de puntjes uit te voeren. Heus, ik heb écht wat aan al die tips en ik ga er enthousiast mee aan de slag, maar toch: m’n bullet journal is half gevuld, m’n huis is nog steeds een zootje. En als ik even wat slechter in m’n vel zit, of het gewoon héél érg druk heb, dan laat ik alles nog meer verslonzen. Gevolg: ík voel me daar slecht over. De mensen om me heen lukt het wel (denk ik dan), waarom mij niet?

Ik sprak enkele collega’s erover en merkte dat ik duidelijk niet de enige was die worstelt met het onvermogen om die perfecte staat te bereiken. We voelen ons schuldig of schamen ons zelfs als iets niet lukt. De gemene deler? We betrekken het falen op onszelf… En zoeken gauw verder naar meer tips om tóch sneller, beter, efficiënter te werken.

Tegentrend: zelfverwoesting

Zoals je bij zoveel trends ziet, is er ook hier een tegentrend in opkomst. Ik zag het opeens scherp toen ik de enthousiaste reacties spotte rond het nieuwe boek van Marian Donner: Het Zelfverwoestingsboek (aff.). De titel van het interview in De Morgen trok meteen mijn aandacht: “Marian Donner verklaart de oorlog aan de zelfhulpindustrie: we mediteren, sporten en werken onszelf een ongeluk”. Het raakte een snaar, al klinkt iets als ‘zelfverwoesting’ wel erg hard. Wie wil nou doen aan zelfverwoesting?

Donner zet al onze pogingen tot zelfverbetering in een ander daglicht. We zijn geen machines die altijd verbeterd en geoptimaliseerd moeten worden. We zijn onvoorspelbaar en we falen. Dat is wat van de mens een mens maakt.

Als je dingen aan jezelf wil verbeteren, waarom wil je dat doen? En voor wie eigenlijk?

Het ligt niet aan jou

We zijn nieuwe Victorianen, lees ik vervolgens in dit artikel. Want ook nu staat zelfdisciplinering centraal. We moeten aan onszelf werken en gelukkig (en perfect) zijn. Dat er mensen zijn die het niet redden – die geen succes hebben, die ongezond leven – is een teken van een “individueel, moreel tekort” en niet van een sociaal-economisch probleem. We hebben te maken met een doorgeslagen maakbaarheidsideologie. Donner stelt in ‘Ode aan de loser’ dat ‘mislukken’ niet aan onszelf ligt, maar aan de maatschappij: “Er is niet mis met ons, er is iets mis met de wereld om ons heen.”

Donner: “Door alle nadruk op zelf-optimalisatie, of Bildung, zijn we gaan denken dat er iets mis is met onszelf als we het niet redden. En dat wij dus ook degenen zijn die moeten veranderen. Een burn-out wijst op een gebrek aan persoonlijke grenzen, niet op een te hoge werkdruk, bestaansonzekerheid en/of zogenaamde bullshitjobs. Procrastinatie is een gebrek aan wilskracht, geen gevolg van technologie die er expliciet op gericht is ons af te leiden en verslaafd te maken.”

Dan maar stoppen met zelfverbetering?

Jezelf verbeteren of streven naar succes is (uiteraard) niet slecht. Dit onderschrijft Donner ook: “Waar het om gaat, is: wat ben je bereid ervoor op te geven? Wil je van jezelf een karikatuur maken om succesvoller te zijn? Hoeveel wil je jezelf aandoen om hogerop te komen?”

Het komt volgens mij neer op twee belangrijke vragen: als je dingen aan jezelf wil verbeteren, waarom wil je dat doen? En voor wie eigenlijk?

Het is oké!

Alhoewel ik het antwoord niet heb op waar de grens van zelfverbetering ligt, stel ik wel het volgende vast: het is oké om te stuntelen. Het is heel normaal als het niet perfect is. En het is helemaal prima om gewoon eens lekker lui op de bank te zitten, tv te kijken en een bak chips leeg te eten. Voel je er vooral niet schuldig over.

Wat we alvast kunnen doen, is meer dansen (aldus Donner). Dat lijkt me nou een uitstekende bezigheid tijdens de vakantie. Laat het werk even gaan en laat je innerlijke loser los!

Deze column verscheen eerder in de Frankwatching Weekly. Wil je ook deze zaterdageditie in de mailbox ontvangen? Schrijf je hier in.

PS Zoek je nog lees- en luistervoer voor de vakantie? We zetten wat boekentips en podcasttips voor je op een rij. Ook voor als je toch aan zelfverbetering wil doen. 😉 En over zelfverbetering gesproken: merk je ook dat je snel afgeleid bent? Misschien wordt het tijd voor een ‘attention diet. Deze longread van Mark Manson helpt je erover na te denken… en om ermee aan de slag te gaan!