Hoe je de Nederlander herkent in zakelijk Engels
Het is eigenlijk gewoon oneerlijk. Nederlanders krijgen al vroeg Engelse les op school, kijken elke dag naar Engelse films en series en behoren dan ook tot de absolute top van Europa als het gaat om beheersing van Engels als tweede taal. En dan gaat het soms tóch nog mis in zakelijk Engels. Niet eens omdat je echt de fout in gaat (zoals ik in mijn vorige artikel schreef), er zijn ook subtielere dingen waaraan je kunt herkennen dat een zakelijke Engelse tekst is geschreven door een Nederlander.
Het gaat dan om zinsneden en constructies die technisch gezien niet fout zijn, maar wel ongebruikelijk. Een spellingcheck zal ze dus ook niet herkennen, maar het is toch goed om ze te vermijden.
Not possible = eigenlijk onmogelijk
De zin ‘This is not possible’ is grammaticaal helemaal correct, er is geen speld tussen te krijgen. In de praktijk wordt deze constructie echter nauwelijks gebruikt. Ik kan me niet heugen dat ik het afgelopen jaar ergens de woorden ‘is not possible’ in die volgorde heb gebruikt. Dit ondanks het feit dat ik veel teksten schrijf, zowel voor mijn werk als privé. Betere alternatieven, die ook door native English speakers worden gebruikt, zijn bijvoorbeeld:
- ‘you can’t do that’
- ‘it’s impossible’
- of zelfs ‘one can’t do this’
De beruchte FANBOYS
In Engelssprekende landen krijgen leerlingen al op de basisschool met de paplepel ingegoten dat je een zin nooit begint met een voegwoord. Een veelgebruikt ezelsbruggetje is FANBOYS: for, and, not, but, or, yet en so. Vermijd, als het even kan, deze woorden aan het begin van een zin. Ook hier geldt weer dat het technisch gezien niet fout is, zolang het voegwoord wordt opgevolgd door een onderwerp en persoonsvorm.
Maar (pun intended), in de meeste stijlgidsen wordt geadviseerd om dit soort zinsconstructies te vermijden. In het Nederlands hanteren we deze richtlijn niet echt. Als je dus regelmatig zinnen begint met een FANBOY, verraad je dat we te maken hebben met een Nederlandse auteur.
Wherefore, therefore, hence en thus
Desalniettemin, tamelijk, menigeen: allemaal oubollige woorden die we liever nooit meer tegenkomen. Maar als Nederlanders (zakelijk) Engels gaan schrijven, lijken ze ineens weer fan te zijn van oubolligheid. Zo passeren wherefore, therefore, hence en thus nog (te) veel de revue (buiten een academische context).
Voor een native Engelssprekende medemens kom je een beetje over alsof je, met een pijp in je mond, de lezer een ferme klap op de schouder geeft en zegt ‘I say, old chap, behold this goodly theory’. Oftewel: als je ook ‘so’ kunt gebruiken, doe dat dan.
Spoken uit het verleden
Engels en Nederlands gebruiken verschillende structuren om de verleden tijd aan te duiden. Een grammaticacontrole of vertaalmachine zal geen rode vlag plaatsen bij een zin als ‘We are now already ten years dog owners’ (als een vertaling van ‘We zijn nu al tien jaar eigenaar van een hond’). Een Engelse lezer zal die zin tien keer herlezen voordat hij of zij begrijpt wat er staat. Als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds voortduurt, dan gebruik je in het Engels have/has been. Dus: ‘We’ve been dog owners for ten years’.
Hetzelfde geldt voor since, ever since en for … time. Als since verwijst naar een moment in het verleden, dan gaat het meestal om iets dat ooit begonnen is en wat nog steeds zo is. ‘Since I was a girl, I wanted to write’ beschrijft dat je dit al vroeg wilde en dat is niet veranderd is sinds die tijd. Ever since gebruik je als je wil aangeven dat het al heel lang zo is, of dat het gevoel intenser is. Of allebei, zoals in ‘We met in university and we’ve been friends ever since’. Soms wil je echter benadrukken dat er een eind is gekomen aan die periode en dan gebruik je for … time. Bijvoorbeeld: ‘We were friends for ten years’, dit impliceert dat de vriendschap niet meer bestaat.
Het gebruik van since kan echter tricky zijn, omdat het woord ook een causaal verband kan aangeven. ‘Since the laws changed, the prison population decreased’ geeft aan dat de wetswijziging ervoor heeft gezorgd dat er minder mensen in de gevangenis terechtkwamen. Het kan ook betekenen dat het aantal gevangenen is afgenomen vanaf het moment dat die wet werd ingevoerd. Dat wil niet noodzakelijkerwijs zeggen dat er een causaal verband is met de invoering van de wet. Als het verschil tussen since als tijdsaanduiding of causaal verband onduidelijk is, kun je het woord beter vermijden.
Begin opsommingen met een definitie
Ook niet grammaticaal fout, maar wel verwarrend: een zin beginnen met opsommingen. ‘Troilus and Cressida, Timon of Athens, All’s Well That Ends Well and The Merchant of Venice are some of Shakespeare’s plays’. Tegen de tijd dat ik als lezer aan het einde van de zin ben uitgekomen (en dus te weten kom waar deze opsomming over gaat), is mijn aandacht eigenlijk al verslapt. Begin daarom liever met de definitie van de opsomming: ‘Shakespeare’s plays include Troilus and Cressida, Timon of Athens, All’s Well That Ends Well and The Merchant of Venice.’
However ≠ but
Eerlijk is eerlijk: niet alleen Nederlanders halen however en but door elkaar. Maar ze doen het wel relatief vaak. De twee woorden hebben echter een andere functie in een zin. Probeer in de volgende zin maar eens however te vervangen door but: ‘Dutch writers, however, frequently use the two words as if they were interchangeable, but they’re not’. Een handige vuistregel is dat je but gebruikt om twee zinnen aan elkaar te koppelen die allebei een onderwerp en persoonsvorm hebben – ‘I invited the team, but they didn’t come’.
However mag je gebruiken als je een tegenstelling gaat introduceren die vaak begint als nieuwe zin, met een komma na however: ‘I was disappointed the team couldn’t come. However, I found I was much more productive on my own.’
Shall we go?
In het Nederlands klinkt dit misschien als een hele beleefde uitnodiging. In het Engels kun je hiermee de genodigden tegen de haren in strijken. Je hoort deze constructie nog vaker uit de mond van Britten dan van Amerikanen, maar ook in Engeland is ‘Shall we go?’ minder gebruikelijk.
Dat komt waarschijnlijk doordat er ontzettend veel verschillende zinsconstructies mogelijk zijn in het Engels om iemand uit te nodigen: ‘Would you like to go?’ ‘Could we go?’ ‘Should we go?’ ‘Do you want to go?’ ‘Can we go?’. Deze lijst is haast eindeloos, ze staan hier overigens in volgorde van beleefdheid. Het is ook weer niet zo dat je shall nooit meer mag gebruiken, maar probeer ook de alternatieven te gebruiken, zeker als je alleen maar met Amerikanen te maken hebt.
Nogmaals: alle voorbeelden die in dit artikel worden gebruikt, zijn niet fout. Ze zijn hoogstens ongebruikelijk en verraden daardoor dat de schrijver (of spreker) Nederlands is. Natuurlijk ben ik erg nieuwsgierig: zijn er nog andere ‘Nederlandismes’ in het Engels? Of herken je jezelf misschien in een van deze valkuilen? Deel ze met me in de comments!