Weg met mythes: tips voor bedrijven die starten met interactieve video
Dat video effectiever is dan tekst, is al langer bekend. Maar als we Max Greenwood, director of social media bij TiVi, moeten geloven, is interactieve video nog effectiever dan lineaire video. Waarom maakt dan nog niet iedereen er gebruik van? Omdat er nogal wat misverstanden en mythes bestaan over de inzet van interactieve video. Dus is het tijd om die met mooie voorbeelden de wereld uit te helpen.
Interactive video is only limited by what your imagination can conceive, and passive video is a thing of the past – Max Greenwood
Interactieve video’s?
Interactief wordt soms nog verward met interactie, wat zoveel betekent als kijkers die reageren op je video. Interactieve video draait in plaats van reactie meer om de actie van de kijker. Het zijn namelijk dynamische video’s, waarin het gedrag van de kijker bepaalt hoe de video verloopt en wat er in beeld verschijnt.
Interactiviteit toevoegen aan video kan op twee manieren:
1. Layovers
Dit zijn klikbare elementen die over de video heengelegd worden. Deze lagen zijn gemakkelijk toe te voegen aan bestaande content voor video.
2. Branching
Dit betekent letterlijk ‘vertakking’. De video begint op één punt, de introductie. De keuzes van de kijker maken vervolgens verschillende scenario’s mogelijk en kunnen zorgen voor meerdere vertakkingen.
Zo kun je direct aankopen doen vanuit de video, meer verdieping aanbrengen door naar externe links te verwijzen, documenten direct downloaden vanuit de video of om feedback van kijkers vragen.
Nu we dat duidelijk hebben, is het tijd om de mythes erbij te halen.
Mythe #1: interactieve video is niet geschikt voor mobiel
In het eerste kwartaal van 2017 werd een recordpercentage aan video – maar liefst 57% wereldwijd – gekeken op smartphones. Zo werd de campagne Designed to Play van Philips door 65% van de kijkers op smartphones bekeken. De gemiddelde kijkduur op mobiel lag op 4 minuten.
Online videoplatforms zijn zich daarom ook steeds bewuster van het feit dat ze interactiviteit voor mobiel moeten optimaliseren. Adobe Flash wordt tegenwoordig door vrijwel geen enkele browser meer ondersteund. Dit door de vele storingen en haperingen. Daarom worden video’s tegenwoordig vaak aangeleverd in, onder andere, HTML5. Dit is een mobielvriendelijke samenstelling, die interactiviteit ook in mobiele browsers laat werken.
Het is relatief simpel om interactieve video’s aan te passen voor de optimale kijkervaring via mobiel. Het scherm is nou eenmaal kleiner dan dat van een desktop en heeft dus andere instellingen nodig. Het is slechts een kwestie van schaling, door de plaatsing en de grootte van de knoppen iets bij te stellen.
Neem het onderstaande voorbeeld van Zorganimaties. In de eerste afbeelding zie je de video zoals deze op desktop wordt getoond. In een desktop-browser is de video groter en is de tekstuele lijst met opties goed leesbaar. Maar als dezelfde lijst wordt verkleind, is deze minder goed leesbaar. Om dit op te lossen, gebruikt Zorganimaties grotere, overzichtelijke knoppen voor het menu, zoals te zien is in de onderste afbeelding. Deze knoppen zijn duidelijker en beter leesbaar op een kleiner scherm.
Mythe #2: interactieve video kan alleen B2C
Dat interactieve video werkt voor Business to Consumer (B2C), blijkt onder andere uit de voorbeelden hierboven. Ze zijn bedoeld om consumenten te informeren en entertainen. En om ze aan te zetten tot een aankoop of het achterlaten van gegevens.
Hoe zit het dan met alle organisaties die zich focussen op Business to Business (B2B)? Ook voor hen heeft interactieve video toegevoegde waarde.
Kijk bijvoorbeeld naar de video’s van Nespresso Business Solutions. Vele kantoren hebben een Nespresso op de werkvloer staan. Net als andere machines, heeft deze af en toe onderhoud nodig. Nespresso zet interactieve video in om bedrijven te helpen met het onderhoud van de machines. In de video kies je welk apparaat er op kantoor staat. Vervolgens doorloop je de stappen om het onderhoud van de machine uit te voeren.
Sommige doelstellingen waar B2C-marketeers zich mee bezighouden, gelden ook voor B2B-marketing. B2B is eveneens bezig met informeren, engagement creëren en het vergaren van informatie.
Mythe #3: interactieve video is duur
“Wie maaien wil, moet zaaien.” De kosten van video zijn afhankelijk van meerdere factoren. Heb je al bestaande videocontent waar je slechts interactieve elementen aan toe gaat voegen? Of ga je zelf geheel nieuwe video’s produceren? Wat zijn de doelstellingen voor de interactieve video?
Ondanks alle factoren en afwegingen is het geen verrassing dat er aan video een prijskaartje hangt. Dit geldt voor iedere vorm van video. Onderzoek van Adformatie onder marketeers toont aan dat de uitgaven voor video erg uiteenlopen. Zo zijn er organisaties die tussen de €1.000 en €5.000 neerleggen voor een video. Terwijl er ook organisaties zijn die gerust meer dan €10.000 per productie neerleggen.
Maar interactieve video’s hoef je als organisatie niet geheel uit te besteden. Bedrijven nemen video’s steeds vaker in-house op en het is steeds gemakkelijker om zelf de interactiviteit toe te voegen. Dan zit het ‘duur zijn’ vooral in de mensuren die medewerkers eraan kwijt zijn. Maar goede begeleiding en training kunnen dit aantal uren al flink verminderen.
Sturen op doelstellingen
Een video wordt echter pas duur als hij niets oplevert. Dan is het een investering zonder rendement. Bij interactieve video worden niet alleen de standaardzaken gemeten, zoals kijkduur en het aantal views. Er wordt nauwkeurig op de keuze en klik gemeten. Zo weet je niet alleen of je je doelstelling haalt, maar kun je er ook heel precies op sturen.
Neem bovenstaande interactieve video van DriveGuide. De overkoepelende doelstelling voor de video is het verhogen van de conversie. De gadget kan namelijk direct vanuit de video worden besteld. Maar misschien nog belangrijker is dat de interactieve video inzicht biedt in wat de doelgroep het meest interessant vindt.
Hoe dit precies gebeurt? Zoals je hierboven kunt zien, is het beginscherm ingedeeld in zes vlakken. Ieder vlak is in de video aanklikbaar en wordt apart gemeten. Zo kunnen ze bij DriveGuide bijhouden welke functionaliteit het meeste wordt aangeklikt en dus het meest interessant is. Aan het einde van de video zit een feedbackformulier waarin de kijkers wordt gevraagd welke features ze missen. Aan de hand van gegeven feedback kan de gadget zo gemakkelijk worden geoptimaliseerd.
Van mythe naar legende
Nu deze drie mythes de wereld uit zijn geholpen, hoeven ze niet langer in de weg te staan. Zoals Max Greenwood al aangaf: de enige beperking voor interactieve video is je eigen verbeelding. Maar deze woorden komen uit 2015 en zelfs je verbeelding is geen beperking meer. Je kunt het zo gek niet bedenken of het kan in video.
Om nu al aan de slag te kunnen met interactieve video, zijn hier wat praktische tips:
Denk in interactieve video
Ga na welk materiaal je op dit moment al in huis hebt. Heb je bruikbare video’s die interactief gemaakt kunnen worden? Zet deze dan als eerste in. Het is gemakkelijk hier interactieve elementen als knoppen in te verwerken.
Maak je huisstijl op orde
Als organisatie is vaak al bekend welke kleuren en logo’s er tot de huisstijl behoren. Deze kunnen in interactieve video’s terugkomen, dus is het fijn deze op orde te hebben.
Verdiep je in de mogelijkheden
Met YouTube kun je gratis een begin maken met interactiviteit. De mate van interactiviteit is wel beperkt, je kunt met name doorlinken. Afhankelijk van je doelstellingen kan het daarom interessant zijn naar online videoplatformen te kijken.
Dus laat je verbeelding de vrije loop en gebruik de praktische tips als houvast. Hoe zou jouw interactieve video er dan uit gaan zien?