Design making als trend bij gebiedsontwikkeling: zo zet je het in
In steden is vaak veel braakliggend terrein beschikbaar, waar (nog) niets mee wordt gedaan. Een uitstekende plek voor nieuwe concepten en ideeën. Er zijn veel mogelijkheden en gemeentes zijn snel enthousiast. De vraag is echter hoe je het aanpakt. Design making blijkt hier zeer geschikte werkwijze voor te zijn. Maar wat is design making en hoe zet je het in?
De term design thinking komt je waarschijnlijk wel bekend voor. Je hebt ermee gewerkt of over gehoord. Aan deze werkwijze kunnen we nu een nieuwe toevoegen: Design Making. Samen tot ideeën komen en een concept uitwerken om bijvoorbeeld braakliggend gebied te upgraden. De term is afgeleid van design thinking, maar dit keer wordt in plaats van een concept samen bedenken, iets samen gecreëerd.
Zelf doen en samenwerken
Ondernemers die met gave ideeën zelf actief kijken of deze ideeën gerealiseerd kunnen worden, zonder daar per se eerst voor naar het loket van de gemeente te moeten of bij grondeigenaren aan te moet kloppen. Meer initiatief vanuit ondernemers, bedrijven en particulieren is een trend, het bottom-up principe. Iets dat uiteindelijk per definitie samen moet gebeuren, anders komt iets niet van de grond. Vaak is veel verschillende kennis en vaardigheden nodig en blijkt het samenvoegen hiervan de sleutel tot succes. Je krijgt nieuwe ideeën vanuit verschillende perspectieven en op die manier kunnen stakeholders elkaar inspireren en motiveren.
Het voordeel van iets samendoen en oprechte open vragen stellen aan mensen, is dat je vaak inspirerende en onverwachte antwoorden krijgt. Doe je dit niet, dan blijf je al snel te veel in je eigen kader denken. Nog een voordeel naast rijkere en leuke ideeën is potentiele partners die het soms ook nog eens deels zelfs uit willen voeren. Als je alles zelf wilt bepalen, een duidelijk doel voor ogen hebt en het moeilijk vindt om samen te werken, is design making misschien niet helemaal aan jou besteed.
Mainstream
Wat de werkwijze mogelijk maakt, is dat het meer mainstream wordt dan vroeger om bezig te zijn met de braakliggende terreinen. In het verleden was het geen noodzaak om over deze terreinen na te denken, maar door het opkomend aantal initiatieven wel. En waarom zou je het niet gebruiken als het kan? Ontwikkelaars of gemeentes reageren eerder positief op een voorstel dan naar de gevaren te kijken (wat in principe vaak een primaire reactie was van vergelijkbare partijen). Nu krijg je als ondernemer eerder de kans en vinden partijen het interessant om een gebied op de kaart te kunnen zetten. Ook is het door het programma van de afgelopen jaren, voortgekomen uit de crisis, makkelijker om ideeën in juridische zin te realiseren. De wetgeving laat meer toe dan vijf of tien jaar geleden.
Voorbeeld van design making
BinckLab is zo’n voorbeeld. Een initiatief van onder meer Wout van der Heijden (Volq) die het zonde vindt dat in Nederland veel terrein braak ligt tot het ontwikkelt wordt. “Er zijn veel terreinen die vaak goed gebruikt kunnen worden in die tussentijd,” zegt hij. Met BinckLab wordt op zoek gegaan naar een tijdelijke invulling voor een kavel op de Binckhorst in Den Haag dat tot de zomer van 2018 braak ligt. Dit wordt gedaan vanuit de filosofie dat er vaak heel gave dingen gedaan kunnen worden op terreinen die braak liggen.
Er is veel vraag naar plekken om te ondernemen, om nieuwe dingen te proberen, te experimenteren en festivals te organiseren. Wout: “Vaak zijn terreinen niet beschikbaar of is het te duur, te ingewikkeld of te lastig qua vergunning. Het leuke aan bouwterreinen als die op de Binckhorst is dat dit plekken zijn waar je die gave dingen kunt doen die normaal gesproken niet kunnen.” Naast BinckLab is het stationsgebied in Leiden, waar drie maanden lang een ‘buurt’ werd opgebouwd, een goed voorbeeld. In deze tijdelijke pop-up-buurt konden bezoekers drie maanden lang het strand, sportveld, theater en de kroeg bezoeken.
Hoe start je het design making-proces?
- Het van belang dat je van tevoren zo min mogelijk vastlegt. Wel is het van belang dat je duidelijke richtlijnen neerzet zodat de ‘spelregels’ voor iedereen duidelijk zijn. Het principe van Design Making is dat je niet het gehele project alleen uit gaat voeren, maar juist een boel mensen op locatie mee laat doen. De term is breed inzetbaar, maar het uiteindelijke doel is dat er fysiek iets wordt gemaakt en iets in een fysieke omgeving tot stand komt. Één partij schept die randvoorwaarden/richtlijnen, waarna de rest gave dingen kan gaan creëren.
- Denk na over de primaire doelgroep van gebruikers en ondernemers en bedrijven die willen helpen het idee vorm te geven. De doelgroep moet duidelijk zijn. Dit kunnen dus gemeentes, initiatiefnemers en mensen zijn die zich bezighouden met projectontwikkeling of bewoners die naar het gebied worden toegetrokken.
- Breng de doelgroep op de hoogte. Zowel via mailings als een online campagne via Facebook of Twitter. Ook kan het nuttig zijn om fysieke folders te verspreiden. Het leukst is om je gezicht te laten zien op de locatie zelf. Met de BinckLab is dit gedaan door een kas op die plek neer te zetten, er letterlijk bijna te gaan wonen, om zo een gevoel te kunnen krijgen bij de locatie.
- Stel open vragen en ga in gesprek met mensen zonder sturend of oordelend te zijn.
- De key is veel mensen spreken met wie je uiteindelijk een succesvolle invulling kunt verzinnen. Het is niet zo dat je iedere keer hetzelfde trucje herhaalt op een nieuwe locatie. Je moet goed kijken naar de specifieke kenmerken van die locatie en in welk gebied het ligt. Welke ideeën zijn er al? Die moet je proberen aan te boren om succesvol te zijn in de omgeving. Je moet snappen wat er gebeurt in een gebied en zien waar behoefte naar is.
- Alle ideeën zijn een mega brainstorm die uiteindelijk weer moeten worden getrechterd naar een aantal concepten.
Tips voor design making
Met onderstaande tips kun je zelf aan de slag met design making.
1. Denk in mogelijkheden.
Wil je een project starten en ben je op zoek naar een stuk grond. Stel jezelf dan de vraag waarom je een terrein niet zou kunnen gebruiken. Grote kans dat daar (naast eventuele gevaren) vaak geen reden voor is. Zeker grootgrondbezitters als projectontwikkelaars of gemeenten hebben veel grond die weinig of geen functie heeft.
2. Wees niet te bescheiden.
Gemeenten en projectontwikkelaars staan er veel meer voor open. Op het moment dat je je verenigd en je stem laat horen, is de kans veel groter dat er naar je geluisterd wordt.
3. De spelregels die je zelf opstelt zijn van belang.
Hierin moeten bepaalde afspraken worden gemaakt. Hoe lang het proces duurt is afhankelijk van het aantal stakeholders en mensen die mee willen denken. De ene keer duurt dit twee maanden, de andere keer een half jaar.
4. Zorg ervoor dat je zichtbaar blijft bij je doelgroep.
Dit kan op de locatie zelf, maar ook online. De kansen liggen bij de doelgroep interactief laten meedoen, hen blijven betrekken bij de processen en activiteiten rondom het concept. Een online community creëren is geen slecht idee, het laat zowel de doelgroep als de ontwikkelaars engagen met het project en bied de mogelijkheid om constant te kunnen blijven vernieuwen en met elkaar in gesprek te gaan.
Het gevaar is wel, hoe beter de economie draait, hoe minder naar initatieven geluisterd wordt. Dat is een kanttekening van het proces. Sommige projectontwikkelaars en gemeenten doen het omdat ze een visie hebben, anderen omdat er een terrein ligt en er nog geen bestemming voor is. Het is uiteraard een prettigere samenwerking met mensen die het uit visie doen.
Hoe denk je zelf over design making en wanneer zou jij het toepassen?
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een interview met Sander te Selle (Gemeente Den Haag).
Afbeelding header met dank aan 123RF