Ouderen in sociaal isolement: hoe technologie perspectief kan bieden
De zorg- en welzijnsmarkt moet innoveren om eenzame ouderen beter te ondersteunen, te coachen, te motiveren en te activeren. In dit artikel lees je hoe we sociaal isolement bij ouderen te lijf kunnen gaan en wat hierin de rol is van digitale technologie.
In Nederland hebben we te maken met een grote verscheidenheid aan maatschappelijke vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan werkloosheid, laaggeletterdheid en sociaal isolement. We zoeken naarstig naar innovatieve oplossingen voor deze vraagstukken. Digitale middelen spelen daarin een steeds grotere rol. Over de noodzaak van digitale sociale innovatie in het algemeen publiceerde ik eerder al een algemene inleiding. Sindsdien zijn er grote stappen gemaakt om onder andere de arbeidsmarkt digitaal te innoveren. In dit artikel beschrijf ik hoe ik denk dat digitale middelen ook door zorg- en welzijnsorganisaties kunnen worden ingezet om eenzame ouderen beter te ondersteunen, te coachen, te motiveren en te activeren. Teneinde sociaal isolement in Nederland terug te dringen.
Nu is 16% 65 jaar of ouder, in 2040 zal dit meer dan een kwart van de bevolking zijn.
Ouderen in Nederland
Eerst even de situatie schetsen. De levensverwachting van de Nederlanders neemt toe. Nu is 16% 65 jaar of ouder, in 2040 zal dit meer dan een kwart van de bevolking zijn. Het aantal 75-plussers zal dan zelfs verdubbeld zijn. Op zich een mooi vooruitzicht voor ons allen, maar er zit ook een keerzijde aan deze ontwikkeling. Omdat we ouder worden, krijgen we ook vaak meerdere aandoeningen (“dubbele vergrijzing”). Hoeveel zorg zal er nodig zijn voor deze grote groep en hoe organiseren we dat? Zijn er genoeg mensen die zorg kunnen bieden? Vallen er geen ouderen buiten de boot?
Natuurlijk wordt daar op dit moment, ook ingegeven door de invoering van de participatiewet, goed over nagedacht. Er ontstaan initiatieven waarbij meer zorgtaken worden uitgevoerd door vrijwilligers, buurtbewoners of mantelzorgers. Ook is er steeds meer aandacht voor de zelfredzaamheid van ouderen, om deze groep zo lang mogelijk onafhankelijk te laten zijn van zorg.
Twee derde van de ouderen kwetsbaar
Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau zal ongeveer een derde van de ouderen lang vitaal blijven. Zij hebben weinig hulp en ondersteuning nodig, omdat ze hoogopgeleid zijn, een goed inkomen en een groot en stabiel netwerk hebben. Bovendien hebben ze het gevoel dat ze de regie over hun eigen leven voeren. Dit betekent dat twee derde van de ouderen in meer of mindere mate kwetsbaar is of wordt. Omdat ze geestelijk achteruit gaan. Of door lichamelijke beperkingen, verhuizing of het overlijden van hun partner een minder groot sociaal netwerk hebben.
Eenzaamheid onder ouderen
Een klein of geen sociaal netwerk leidt tot eenzaamheid (pdf) en komt voor in alle leeftijden. Relatief gezien zijn ouderen tussen 60 en 75 jaar zelfs niet eenzamer dan anderen. Toch moeten we ons druk maken om het eenzaamheidsvraagstuk juist in deze leeftijdsgroep. Eenzaamheid in deze groep is namelijk ingrijpender en blijvender van aard. Zo is de kans op een nieuwe partner als je op late leeftijd weduwe of weduwnaar wordt veel kleiner dan bij jongeren. Ook gezondheidsklachten worden door jongeren eerder en sneller overwonnen. Ouderen zijn hierin kwetsbaarder dan jongeren.
Problemen door eenzaamheid
Eenzaamheid zorgt voor veel problemen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat gevoelens van eenzaamheid zorgen voor een lagere kwaliteit van leven. Eenzaamheid wordt in verband gebracht met (psychische) klachten, zoals angst, depressie, slaapproblemen en hart- en vaatziekten. Eenzame mensen overlijden gemiddeld eerder. Voor het individu kan eenzaamheid dan ook een groot (gezondheids-)probleem vormen.
Onderzoek door de Vrije Universiteit onder 55-plussers toont aan dat 20% matig tot sterk eenzaam is. “Ik sta buiten de werkelijkheid, doe niet meer mee, er is geen tijd voor mij en ik mis diepgaand contact”, zijn veelgehoorde uitspraken. Factoren die bijdragen aan eenzaamheid zijn het ontbreken van een netwerk, een partner en/of goede gezondheid. Veel eenzame mensen doen een groot beroep op de zorgverlening om aandacht te krijgen voor hun probleem. Wekelijks bezoek aan de huisarts is geen uitzondering en hoewel deze liever geen medicijnen voorschrijft, heeft hij weinig alternatieven.
Sociale innovatie: de oudere centraal
Via een enquête (januari 2015) van De Twentsche Courant Tubantia hebben 24.000 respondenten (vooral zorgmedewerkers) laten weten dat zij zich zorgen maken: “Als oudere ben je niet meer dan een product waar niet meer dan dagelijks een aantal handelingen aan verricht moeten worden. Allemaal hetzelfde en niet als individu met eigen behoeftes”. En: “Hulp op afstand wint terrein. Cliënten moeten via een kastje praten over de inname van medicijnen. Daardoor raken steeds meer mensen in een isolement”.
Er is veel onrust over het lot van de kwetsbare ouderen: “Als er minder georganiseerde en professionele hulp over de vloer komt die een belangrijke signaalfunctie vervult, gaan mensen vereenzamen, dwalen en versmeren”. Dit gevoel wordt nog eens onderstreept door de wetenschap : men ziet het belang van het zelfredzaam zijn, maar alleen bij mensen die daarvoor in aanmerking komen. Ouderen die meervoudig kwetsbaar zijn (geestelijk, lichamelijk, geen netwerk) moeten nog steeds professionele hulp krijgen.
De Drie Zusters van ZorgAccent
Er zijn gelukkig zorgmedewerkers die deze ontwikkelingen juist aanpakken om te innoveren. Neem bijvoorbeeld de Drie Zusters van ZorgAccent, die zien dat het anders moet en bewijzen dat het anders kan. Ze slagen erin de bewoners van een verpleeghuis centraal te stellen, door ze aandacht te geven en maatwerk te leveren. Zorgaccent laat hiermee zien dat, door dingen anders te doen en zelfs andere dingen te doen, het mogelijk is om een bijdrage te leveren aan het geluksgevoel van de bewoners en hun familie. Een perfect voorbeeld van sociale innovatie in de zorg.
Digitale sociale innovatie voor eenzame ouderen
Als je deze lijn van sociale innovatie doortrekt naar digitale technologie, dan is de centrale vraag: hoe kunnen we digitaal maatwerk leveren aan (eenzame) ouderen? Om ervoor te zorgen dat ze minder snel vereenzamen, of om ervoor te zorgen dat hun sociaal netwerk wordt vergroot?
Het is tijd voor digitale sociale innovatie in de zorg- en welzijnsmarkt. Want ouderen zijn veel digivaardiger dan in het recente verleden. De leeftijdsgroep tussen 65 en 75 heeft een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt als het gaat om gebruiksfrequentie. Bovendien lopen ouderen in Nederland voorop in Europa: in slechts 3 landen wordt nog net ietsje meer gebruik gemaakt van het internet.
Gebruik & toepassingen
Niet alleen het gebruik is gestegen. Ouderen vinden ook steeds beter de weg naar verschillende toepassingen, zoals internetbellen, social media, online winkelen en bankieren. Ook zij zijn gewend geraakt aan digitale informatie op maat en om veel persoonlijke zaken digitaal via hun tablet te regelen, vooral bij commerciële instellingen zoals banken, verzekeringsmaatschappijen en energieleveranciers. Deze commerciële instellingen kunnen heel relevant zijn in hun dienstverlening, omdat ze veel van hun klanten weten. Hun context (behoeften en situatie) kennen. Dat doen ze door gebruik te maken van uitgebreide profielinformatie, klikgedrag, big data en door hen (vooral mobiel) te bereiken via de kanalen die zij gebruiken (zoals social media).
Het zijn dit soort marketingprincipes waarvan de zorg- en welzijnssector beter gebruik moet gaan maken. Juist voor de groep ouderen die kwetsbaar is door een minder groot sociaal netwerk kan digitale technologie een uitkomst bieden in de strijd tegen vereenzaming. Digitale sociale innovatie voor eenzame ouderen begint daarom bij het aansluiten op de diversiteit in hun behoeften. Geen enkele oudere is hetzelfde, digitaal maatwerk is daarom een vereiste. We hebben te maken met individuele mensen, in verschillende situaties en op verschillende locaties, met verschillende behoeften. Ik illustreer dit met de verhalen van Johan en Greet.
Johan en Greet centraal
Johan (72) is onlangs weduwnaar geworden. Hij was al meer dan 50 jaar getrouwd met Lenie.
Lenie deed alles voor Johan: wassen, koken, de administratie en het schoonhouden van het huis. Johan krijgt nu thuishulp, maar die beperkt zich helaas tot slechts het schoonmaken. De rest moet hij zelf doen. Johan kan hiervoor helaas niet terugvallen op zijn 2 zoons, want die wonen te ver weg. Maar Johan is altijd ondernemend geweest en heeft een aardig sociaal netwerk. Als hem 1 of 2 keer wordt uitgelegd hoe hij de bloemkool moet koken of hoe de wasmachine werkt, dan komt hij er wel. Hij vindt het alleen wel prettig als hij eens een keer een acute vraag heeft, hij ook bij iemand terecht kan.
Voor Greet (67) ligt dat anders. Zij is al heel lang alleen en haar wereldje is klein. Ze is eenzaam, want ze is pas verhuisd en het lukt haar niet om goed contact met de buren te krijgen. Familie heeft ze niet. Ze is slecht ter been en het valt haar zwaar om de boodschappen binnen te halen. Greet krijgt 3 uur per week hulp in de huishouding. Tijd voor een praatje met de thuishulp is er echter niet. Zij zou graag meer in contact komen met anderen, maar tegelijkertijd schaamt ze zich een beetje voor het feit dat ze zo weinig mensen om zich heen heeft.
Digitaal is Johan al geholpen met een vraagbaak en pool van bekenden en vrijwilligers die hem met zijn vragen op afstand kunnen helpen. Via zijn iPad drukt hij op een helpbutton en krijgt beeldcontact met 1 van de mantelzorgers of vrijwilligers om hem te helpen met het lezen van de te kleine lettertjes op de rijstverpakking. Maar Greet heeft behoefte aan gezelschap, maar weet niet goed hoe dit aan te pakken. Zij is geholpen met een digitale omgeving, waarin veel aandacht wordt besteed aan (het verkrijgen van) contacten en (het vinden van) laagdrempelige activiteiten in haar buurt op basis van haar persoonlijke interesses. Greet krijgt ook tips hoe zij mogelijke drempels (schaamte, mobiliteit) om haar isolement te doorbreken kan beslechten. En, heel praktisch, hoe de online boodschappenservice van haar supermarkt werkt.
Innovatieve aanpak in de zorg- en welzijnsmarkt
Door inzet van principes en mechanismen die we al lang kennen uit de commerciële wereld (big data, behavioral targeting, marketing automation, profiling, smart matching, zelflerende technologie, segmentatie en personalisatie) zijn we in staat om content en motiverende triggers perfect op de situatie van Johan en Greet aan te laten sluiten. Daarmee geef je technisch gezien inhoud aan de term ‘de (eenzame) oudere centraal’.
Maar daarmee ben je er nog niet. Breng in kaart welke ‘klantreis’ Johan en Greet doorlopen en wat er organisatorisch en technisch nodig is om hen optimaal te coachen, te activeren, te motiveren en te faciliteren. Vaak betekent dit organisatorisch ook dat er andere dingen of dingen anders moeten worden gedaan. En dat vraagt om bereidheid van organisaties anders tegen het vraagstuk aan te kijken. Digitale sociale innovatie in de zorg- en welzijnsmarkt zit hem dus niet alleen in de digitale oplossing zelf. Het is juist de totale aanpak die innovatief is.
Help de individuele oudere door:
- optimaal te beantwoorden aan individuele informatie- en communicatiebehoeften
- te inspireren, te motiveren en te activeren
- een beweging te maken van digitale dienstverlening naar zelfredzaamheid.
Grip op de eigen situatie
Daarmee heeft de oudere niet alleen inzicht, maar ook grip op zijn eigen situatie. Het biedt perspectief, waardoor hij op eigen kracht zijn situatie kan verbeteren of kan voorzien in zijn persoonlijke behoefte. Door de (eenzame) oudere als vertrekpunt te nemen, zorgen we voor relevante invulling en inzet van digitale technologie die hem echt verder helpt.
Foto’s (met uitzondering van man op het bankje) met dank aan 123RF.com