4 manieren om hoger in Google te komen met neuromarketing

Bijna maandelijks brengt Google een verandering aan in haar algoritme. En als je door deze updates je strategie continu verandert, kan het zomaar voorkomen dat je opeens een terugval in bezoekersaantallen hebt. Het kan vermoeiend zijn om deze updates constant bij te houden, zeker als dit niet je ‘core business’ is. Daarom heb ik 4 tips die je zullen helpen om hoger te komen in Google. Tips die hoogstwaarschijnlijk de tand des tijds goed zullen doorstaan, omdat ze zijn gebaseerd op neuromarketing. Ik leg zo uit waarom juist de invalshoek van wetenschappelijke gedragsverandering het verschil gaat maken.

Onder de motorkap van Google

Maar laten we eerst naar de achterliggende gedachte achter het algoritme van Google kijken. Op die manier kunnen we de terugval in bezoekers verklaren én voorkomen.

Ieders tocht op Google begint met een simpele zoekvraag. Na bevestiging van de zoekopdracht bekijkt Google welke website daar het beste antwoord op geeft. Aan de hand van meer dan 200 factoren maakt de populaire zoekmachine een gecalculeerde inschatting. Gelukkig stopt Google daar niet. Daadwerkelijk gedrag speelt hierin ook een belangrijke rol. Helemaal niet gek, want uit echt gedrag kun je het beste conclusies trekken.

Bedenk maar eens wat voor jou de populariteit van een artikel het beste aangeeft. Zitten daar toevallig ook het aantal shares op social media en het aantal views bij? Allemaal gedragsfactoren waaraan wij afleiden of iets populair is of niet. Daar worden wij gedragswetenschappers blij van!

Deze factoren beïnvloeden Google’s algoritme

Welke gedragsfactoren bepalen dan of een webpagina populair is? Een – vast incomplete – opsomming van mij:

• tijd op de pagina (hoe meer hoe beter)
• aantal (unieke) bezoekers
• het aantal shares op social media
• bladwijzers (bookmarks)

Nu hoor ik je denken: ‘maar hoe weet Google die specifieke data?’ Het zijn tenslotte allemaal factoren welke je alleen kunt weten als je daadwerkelijk op je website zit.

Of heeft Google daar iets slims op bedacht? Statistieken als ‘tijd op de pagina’ en ‘het aantal unieke bezoekers’ zijn handig meetbaar met Google Analytics. Handige bladwijzers kun je aanmaken in de snelle browser van Google: Chrome. Door z’n grote populariteit heeft Google hiermee een compleet beeld van deze eerder genoemde gedragsfactoren. Bekijk maar eens het aantal websites dat Google Analytics gebruikt:

Op het moment van schrijven gebruiken 27.386.318 websites Google Analytics:

Chrome

In december gebruikte 68 procent van de internetburgers de browser van Google: Chrome. Dat Google deze data echt gebruikt, werd duidelijk in een interview van een oud-werknemer. Daarin vertelde hij dat Google data uit Google Chrome gebruikt om surfgedrag bij te houden.

‘Voor niets gaat de zon op’, zullen we maar zeggen.

Conclusie: je wilt dat mensen langer op je website zitten. En dat is waar wetenschap om de hoek komt kijken. Door middel van bewezen neuromarketing technieken kun je ervoor zorgen dat je bezoekers jouw blog niet links laten liggen.

[Update 19-2-2016 16.30 uur]. Martijn Scheijbeler (voormalig on-site SEO van The Next Web, nu Marketing Directeur) vertelt dat het niet zo eenvoudig ligt. Hoewel hij de link met Google Chrome niet ontkent (het wordt gebruikt voor ‘user data’), is hij er wel zeker van dat Google Google Analytics niet kan en mag gebruiken voor deze doeleinden. Hier zijn tweet en hier een blog met een zelfde opinie.

1. Vier geheimen voor het maken van een perfecte titel

Een pakkende titel kan ervoor zorgen dat er op jouw link wordt geklikt in de zoekresultaten. Ook hier geldt voor Google weer: hoe meer mensen op jouw link klikken (gedrag), hoe relevanter jouw artikel is, dus hoe hoger je komt.

[Update 19-02-2016 16.30 uur] Ook hier is Martijn Scheijbeler het niet mee eens. Alleen Google AdWords zou rekening houden met deze ‘voorkeur’.

Deze bewezen technieken om van jouw titel een echte aandachtstrekker te maken zijn de volgende:

• Gebruik jij, hij, wij, zij of jullie.
• Gebruik getallen (‘4 tips om…’)
• Vertel hoe je iets kunt doen (‘Hoe jij hoger in Google kan komen’)
• Verklap een geheim (‘Deze 7 geheimen helpen jou om…’)
• Schrijf met meer hoofdletters in je titel (‘Titels Zoals Deze Werken ook Goed’ 😉 )

De reden voor hoofdlettergebruik kun je zien in bovenstaande afbeelding. Door de hoofdletters hebben je ogen veel meer ‘cues’ om te ontcijferen wat er nu daadwerkelijk staat. Onder andere te lezen in het boek Decoded, The Science Behind Why We Buy (die ik van harte aanbeveel).

2. Short starter-techniek

Mensen hebben een fundamentele neiging om eenmaal begonnen zaken te willen voltooien. Handig om te weten wanneer je bijvoorbeeld met een spaaractie begint. Door één kleine verandering kun je het effect hiervan maximaal benutten. Simpelweg de eerste stempel al zetten bij het uitreiken, verandert de keuze van ‘zal ik ‘m gebruiken?’ in een reeds begonnen race.

Ditzelfde onderliggende principe gebruiken we bij de ‘short starter’-techniek. Begin hiervoor je blog met een korte tekst die snel te lezen valt. Een korte zin is snel gelezen. En onbewust haakt je artikel zich automatisch vast in het hoofd van de lezer. Nu wil ze het af maken ook.

3. Afbeeldingen

De uitspraak ‘Een foto zegt meer dan 1000 woorden’ heeft gezorgd voor een explosie aan infographics. Dat is ook niet voor niks. De verwerkingssnelheid van beeld, ligt vele malen hoger dan die van tekst. Niet zo gek dus dat infographics populair zijn.

Een goede afbeelding kan zorgen voor de juiste associaties met je website en de lezer. Zo gebruikt Apple bijvoorbeeld vaak Aziaten in hun afbeeldingen; deze worden namelijk geassocieerd met excellentie in techniek en innovatie. Een associatie die Apple maar wat graag claimt.

Door middel van een afbeelding kun je ook beïnvloeden waar iemand naar kijkt. Kijk maar eens naar het volgende eye-trackingsonderzoek:

Voor de duidelijkheid: hoe roder het gebied, hoe langer iemand ernaar heeft gekeken.

Je ziet al snel dat de aanschouwer geneigd is te kijken waar de baby ook naar kijkt. Zorg er dus voor dat een persoon in een afbeelding op je website richting je tekst kijkt, en niet naar ‘buiten’.

4. Tekst:

Zelfs een lang stuk kan luchtig overkomen. Hoe? Door daadwerkelijk lucht te creëren.

Schroom dus niet om gebruik te maken van alinea’s.

Zo help je de lezer ook meteen bij het scannen van je artikel.

Een manier om vervolgens de aandacht weer in je artikel te trekken, is door je lezer te signaleren. Dit kun je bijvoorbeeld doen door bepaalde keywords dikgedrukt te maken. Visueel contrast door middel van een link (met een andere tekstkleur) is daarbij ook een sterke cue.

Als laatste visuele cue kun je sub-koppen gebruiken. Zo weet de lezer goed waarin het artikel hij op dat moment zit.

Embodied cognition

M’n laatste tip is meteen de meest psychologische.

In de psychologie bestaat namelijk de term embodied cognition.

Deze term beschrijft de neiging van onze hersenen om fysieke handelingen psychologisch te maken. Voorbeeld: een vriend die daadwerkelijk ver weg woont, staat emotioneel ook verder van je weg. En een klassieker: door met je hoofd te knikken tijdens een boodschap, ga je deze automatisch sterker geloven. Een leuk voorbeeld hiervan vind je ook terug in mijn eerdere artikel ‘Neuromarketing: social proof & 6 andere interessante inzichten’ uit 2015 (nummer 7).

Knijp jij wel eens met je ogen als je ergens ‘moeilijk bij kijkt’? Ik wel. Een (te) klein lettertype zorgt ervoor dat je met je ogen gaat knijpen. En je raadt het al, door embodied cognition gaat er dan iets fout. Je denkt automatisch ‘moeilijk’.

Dat wil je uiteraard voorkomen. Zorg dus voor een (relatief) groot lettertype. Zeker bij een ouder publiek, zij hebben nog meer moeite met het lezen van een klein lettertype.

Betere tekst

Deze vier tips zorgen voor een betere tekst. Daarmee ook een tevreden lezer. En een tevreden lezer is een tevreden Google.

En jij bedankt dat je helemaal tot het einde bent gekomen. Weer een puntje voor dit artikel bij Google. 😉

[Update 19-02-2016 16.30 uur] Kun je echt stellen dat Google data gebruikt van Analytics (en meer) zoals ik beweer? Martijn Scheijbeler is hier heel stellig in; dat doen ze niet. Terecht, als je bedenkt dat als dit inderdaad waar zou zijn, dan wacht Google een flink mediaschandaal.

Ik kan me alleen niet voorstellen dat Google hier niet ontzettende interesse in heeft. Het is tenslotte waardevolle data: gedrag. Wij (de redactie van Frankwatching en ik) zijn benieuwd. Wat zijn jullie gedachtes en bevindingen? Let us know, in the comments.

Daarnaast zijn de tips gelukkig niet waardeloos. De kern van het stuk: ‘denk vanuit de gebruiker’ gaat nog steeds op. Technische SEO zal nog wel even z’n waarde behouden, maar betekent in the end dat de slimste/welvarendste websites bovenaan zullen komen in Google. En dat kan geen goede reflectie van ‘goede’ en dus relevante content zijn, wat mij betreft.

Foto intro: nito / Shutterstock.com