Wie profiteert er van bitcoins?
Als het over geld gaat, denken veel mensen: waar gaat dat geld naartoe? Terecht. Zeker in het geval van de bitcoin, is het voor veel mensen lastig voor te stellen wie er nu precies van deze virtuele munt profiteren. In dit artikel lees je wie er allemaal geld verdienen of hebben verdiend aan de bitcoin en hoe dat tot stand is gekomen.
1: De ontwikkelaars
De eerste mensen die hebben geprofiteerd van Bitcoin als virtuele munt, zijn de mensen die het systeem hebben bedacht. Daarbij wordt altijd de naam Satoshi Nakamoto genoemd, die eind 2008 met Bitcoin op de proppen kwam. Het is echter onzeker of deze persoon echt bestaat. Er zijn vermoedens dat achter deze naam een groep ontwikkelaars schuil gaat, die om onbekende reden anoniem wil blijven. Hoe dan ook, Nakamoto heeft het plan op papier gezet en een kleine groep mensen heeft geholpen met de ontwikkeling.
Het in de lucht helpen van Bitcoin betekende concreet het schrijven van programma’s die op vele computers zijn geïnstalleerd en die samen Bitcoin als virtuele munt in stand houden. Ze bepalen samen hoeveel bitcoins er zijn, wie ze in hun bezit hebben en ze registreren alle transacties. Voor dat denk- en programmeerwerk, en het risico dat het niets zou worden, zijn de ontwikkelaars beloond. Aanvankelijk gaf letterlijk niemand een cent voor een bitcoin: hij was vrijwel niks waard. Maar de waarde groeide gestaag.
Een peperdure pizza
De allereerste bitcointransactie vond plaats op 22 mei 2010. Die dag werden bij Laszlo Hanyecz, een van de programmeurs, twee pizza’s bezorgd die tienduizend bitcoins hadden gekost. Hij had ze niet zelf gekocht, maar een persoon in Londen had dat voor hem gedaan. Hij had ze op afstand besteld bij Papa John’s in Florida, in ruil voor die bitcoins. De pizza’s waren toen 25 dollar waard. Momenteel is een bitcoin ongeveer tweehonderd dollar waard. Als die Londenaar ze nog heeft, zijn zijn bitcoins nu twee miljoen dollar waard. Een peperdure pizza!
2: De mijnwerkers
Laszlo Hanyecz had zijn tienduizend bitcoins niet met een druk op zijn muisknop gecreëerd. Nee, hij had er echt werk voor verricht. Of beter gezegd: zijn computer had dat gedaan. Die heeft dagen, misschien wel maanden lang bitcoins gedolven. Gedolven? Ja, zo noem je dat. Het is alsof een mijnwerker op zoek gaat naar een goudader. Dat goud is in dit geval de bitcoins. Laszlo is zo’n moderne mijnwerker, die echter niet in de rotswand is gaan hakken, maar die zijn computer rekensommen heeft laten oplossen. Rekensommen? Ja, hele moeilijke rekensommen. Dat doet hij in competitie met zijn koempels, overal ter wereld.
Die rekensommen maken deel uit van het bitcoinsysteem. Ze zitten in het protocol; de regels die Bitcoin als virtuele munt bepalen. Dat protocol bepaalt ook dat er uiteindelijk maar 21 miljoen bitcoins kunnen komen. Momenteel zijn er bijna 14,6 miljoen in omloop. Dat betekent dat met een dagwaarde van tweehonderd dollar, alle bitcoinbezitters samen bijna drie miljard in dollars bezitten. Naar verwachting is in 2040 het maximale aantal bitcoins gedolven. Dat betekent dat er nog miljoenen bitcoins kunnen worden gehaald. Aan de slag dus?!
Bitcoins verkrijgen wordt steeds lastiger
Mwah. Net zoals de eerste goudaders makkelijk te bereiken zijn en je daarna steeds dieper moet graven, zo wordt het steeds moeilijker om bitcoins te pakken te krijgen. De rekensommen worden namelijk steeds moeilijker en daar heb je steeds snellere computers voor nodig. Ook geldt dat hoe meer rekenkracht in totaal wordt ingeschakeld, hoe moeilijker de sommen worden. Dat staat ook in het protocol. Een mijnwerker moet dus steeds opnieuw investeren in steeds duurdere apparatuur. Ook wordt zijn stroomrekening steeds hoger en dat is de belangrijkste kostenpost. De apparatuur vréét stroom.
3: De boekhouders
Het delven van bitcoins is dus een risky business geworden, want ook de toename van de complexiteit van het delven is voor een groot deel onvoorspelbaar. Het is daarom een stuk veiliger om te kiezen voor een bestaan als boekhouder – van bitcoins dan wel te verstaan. Want zoals eerder gemeld: de computers die het bitcoinnetwerk overeind houden, registreren ook alle transacties. En dat doen ze niet gratis, maar voor een kleine commissie. Dat is de ‘miners fee’. Ook dat is zo bepaald in het protocol.
Pro-actief zijn is belangrijk
Boekhouders moeten wel pro-actief zijn: ook voor het registreren van de transacties zijn ze met elkaar in competitie. Ook hier geldt: computerkracht telt. Ook een boekhouder kan dus niet achterover leunen. In de praktijk gaat boekhouden hand in hand met het delven van bitcoins. Als een mijnwerker een puzzel oplost, op zoek naar bitcoins, dan controleert hij tegelijkertijd transacties.
4: De wisselkantoren
Bitcoins worden omgewisseld in reguliere valuta zoals euro’s en dollars en vice versa. Voor dit doel zijn wisselkantoren opgericht, die van alle valuta voorraden aanhouden en die daardoor een koersrisico lopen (hoewel ze natuurlijk ook kunnen verdienen als een koers omhoog gaat). Anyway, deze exchanges zoals ze worden genoemd, rekenen een kleine commissie voor elke wisseltransactie. Bekende wisselkantoren in Nederland zijn Bitonic en Bitmymoney.
5: De handelaren
Bij de wisselkantoren zijn er verschillende koersen voor inkoop en verkoop. Je betaalt altijd meer voor bitcoins dan dat je er voor terugkrijgt. Dat geldt voor alle valuta. Wisselkantoren handelen op één plek. Geldhandelaren rekenen de wereld tot hun werkterrein. Hun taak is plaatsen op te sporen waar (een grote) vraag is naar bitcoins, en waar (een groot) aanbod is. Wie bitcoins vraagt, is bereid daar iets meer voor te betalen dan degene die ze aanbiedt er voor wil ontvangen. Als een handelaar vraag en aanbod bij elkaar brengt, profiteert hij van het koersverschil.
Bovendien kan de handelaar speculeren: afspraken maken en handelen met het oog op een opgaande of neergaande prijs. De koers van bitcoins komt tot stand door wat die handelaren doen. Maar die handelaren worden op hun beurt ook weer aangestuurd door wat de rest van de bitcoingemeenschap doet, of mensen die voor het eerst bitcoins kopen. Zo is de koers van de bitcoin ooit twaalfhonderd dollar geweest. Dat was op het moment dat de Amerikaanse overheid uitspraken deed die leken op acceptatie van deze munt als betaalmiddel. Later ebde dat vertrouwen weer weg, ging er een bitcoinhandelaar met de poet vandoor, en maakte de koers weer een duikvlucht.
De bitcoin heeft een koers die sterk op en neer gaat mede omdat de gemeenschap betrekkelijk klein is. De markt van euro’s en dollars is gigantisch, dus een ongelukje of een meevaller hier of daar heeft niet veel invloed.
6: De bitcoinbedrijven
Links en rechts ontstaan tal van bedrijven die actief zijn met bitcoins. Zo zijn er bedrijven die portemonnees aanbieden (‘wallets’) waar je je bitcoins in kunt bewaren, in een app op de telefoon of op internet. En er zijn ‘payment providers’, bedrijven die transacties in bitcoins mogelijk maken door middel van software en een speciaal mobiel apparaat. Ook die bedrijven worden dikwijls betaald met een kleine commissie. Die commissies kunnen echt klein zijn, want bij bitcoins kun je rekenen tot acht cijfers achter de komma. Als er maar veel transacties zijn, verdien je toch nog wat. Zo’n honderdmiljoenste van een bitcoin wordt liefkozend een Satoshi genoemd. Die is dus momenteel slechts 0,000002 dollar waard, twee tienduizendste dollarcent.
Maar dat kan best eens veranderen. Er is nu voor nog geen drie miljard dollar aan bitcoins in omloop. Op wereldschaal is dat niks. Als de bitcoin echt aantrekt, kan het maar één kant uit. Omdat het aantal bitcoins beperkt is, en zal blijven, kan alleen de koers de lucht in. Dan is misschien uiteindelijk één Satoshi gelijk aan één euro. En dan is iedereen die nu één bitcoin heeft honderdvoudig miljonair.
Zal ik voor jou een pizza bestellen?
Met medewerking van Robert-Reinder Nederhoed van Bitmymoney.
Foto intro met dank aan Fotolia