‘De jure’ standaards lopen hopeloos achter op ‘de facto’ tijdsgeest
Column – Op het grote podium in La Roque d’Anthéron, bij Aix-en-Provence, staat een vleugel. Jazz-pianist Chick Corea komt op. Hij excuseert zich voor zijn Frans en zal de tweeduizend toeschouwers twee uur lang boeien met talloze tonen. Halverwege vertelt Chick over een diner met zijn goede vriend Stevie Wonder, na een voorstelling. Ze hadden het over bewegingen in de Jazz. ‘And then Stevie said to me: “Chick, why don’t we make some new standards?”’.
‘De jure’ versus ‘de facto’
Je moet overtuigd zijn van jezelf, om zoiets te zeggen. Een duo bestaande uit Stevie Wonder en Chick Corea kan het claimen. Ze vonden dat de tijd rijp was voor nieuwe ongeschreven wetten in de jazz. Als het lukt, als er een groep volgers aanklampt, krijg je vanzelf een ‘de facto’ standaard. Verwar het niet met de ‘de jure’ standaard, een voorschrift dat bijvoorbeeld in de wetgeving wordt vastgelegd, opgelegd door een overheid of autoriteit.
Soms lopen de ‘de jure’ standaards hopeloos achter bij de ‘de facto’ tijdsgeest. Neem nu de financiële sector. Innovaties in de financiële wereld komen zelden uit het oude eigen milieu. Dat heeft met de cultuur te maken, het heeft ook met de achterhaalde regelgeving te maken.
Crowdfunding-platform Monefy
Het Nederlandse Monefy is een crowdfunding-bedrijf dat mensen met een overschot aan geld wil koppelen aan kleine en middelgrote bedrijven met behoefte aan geld. Een crowdfunding-platform, heet dat. Natuurlijk moet dit met de grootste zorgvuldigheid gebeuren. Natuurlijk moet hier niet gebeuren wat er in de oude financiële wereld is gebeurd, natuurlijk moet je verantwoord de tering en de nering met daartussen de nodige buffers op elkaar afstemmen.
Het zijn jonge starters, de geur van collegebanken hangt nog in hun spijkerbroek.
De AFM stelt voorwaarden aan starters in de financiële markten. ‘De jure’ standaards, zou je kunnen zeggen, bijvoorbeeld dat de leiding van een dergelijk bedrijf over genoeg bestuurservaring moeten beschikken. Dat ontbreekt er aan bij de oprichters van Monefy. Het zijn jonge starters, de geur van collegebanken hangt nog in hun spijkerbroek. Ook het toevoegen van twee ervaren bestuurders (Verhaar en Droppert) was niet voldoende. Daarnaast, zo regelt de AFM, mag je niet te veel mensen in dienst hebben. Maximaal zes, om mee te beginnen.
De AFM zou ook kunnen zeggen: “bestuurlijke ervaring in de ‘oude financiële wereld’ wordt afgeraden. We hebben nieuwe denkers nodig. We willen niet dat ons hetzelfde nog een keer gebeurt. We gaan de banquaire oligopolie serieus uitdagen. We dagen starters uit om hun plannen bij ons te presenteren. Wees niet zuinig met je ontwikkelcapaciteit. Er zullen plannen lukken, er zullen plannen mislukken. Dat is het spel, dat we zorgvuldig gaan spelen. We zullen mislukkingen niet meer verhalen op de samenleving, dat hebben we vroeger genoeg gedaan”.
Deze tijd schreeuwt om nieuwe standaards
Airbnb en Uber laten zien dat door hen gezette ‘de facto’ standaard (we gebruiken het) de oude wetgeving zodanig uitdaagt, dat er aanpassingen moeten komen. Dat geldt voor de taxi-wetgeving, hotel-wetgeving, voor verenigingen van eigenaren. De financiële wereld moet dit toch gezien hebben, zou je zeggen.
Stevie Wonder kan met Chick Corea nieuwe standaards maken. Het zijn autoriteiten op hun gebied, tenslotte. Daarom zou de AFM het ook moeten doen, nieuwe standaards maken. Het is tenslotte – de A in de naam suggereert het op zijn minst – ook een autoriteit.
Het weblog Fastcompany publiceerde een lijst met de meest innovatieve bedrijven in de financiële wereld in 2014. En, raad eens, in de top tien van alle innovatieve initiatieven waarbij het streven is om geld van de hogere plekken naar de lagere plekken te krijgen – toch een primaire taak van banken – is geen enkele traditionele speler te vinden.
Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.
Illustraties met dank aan Fotolia.