Gaan we met Intel’s RealSense onze pc besturen?

Al een paar jaar kennen we de Kinect Sensor, de revolutionaire 3D-sensor en camera die een nieuwe dimensie gaf aan gaming. Intel vindt dat deze nieuwe manier van interactie (door beweging) ook voor computers waardevol is en komt daarom met de RealSense- technologie voor de nieuwste generatie pc’s, zoals de Lenovo All in One en de Asus Notebook. Maar is alles wat ermee kan ook zinvol?

Niet alleen in ultrabooks

RealSense is een technologie die niet alleen maar in de high-tech ultrabooks (ultrabook is geen merk, maar een specificatie van Intel) komt. Je zou het misschien denken vanwege de platte sensor, maar ook in all-in-ones en notebooks zal je de RealSense-sensoren zien. Het gaat dan wel om relatief zware computers, maar het is geen webcam die echt rekenkracht nodig heeft. Op dit moment zijn de All-in-one van Lenovo (€ 1099,00) en de ASUS N551JQ Notebook (€ 999,00) er geschikt voor. Mediamarkt, waar de eerste RealSense- technologie ter wereld te koop is, gaf aan dat er komend jaar ook zo’n 30 procent goedkopere apparaten komen met RealSense-technologie.

De ultrabook-specificaties zijn dynamisch, dat wil zeggen dat iedere generatie Ultrabooks eigen specificaties heeft. Er is een verplichte set specificaties zoals het gewicht, de batterijduur, de opstartsnelheid en een set facultatieve specificaties. Als je als leverancier voldoet aan de verplichte specs, mag de pc een ultrabook worden genoemd.

Perceptual computing

Wat Intel met RealSense laat zien, komt uit de Perceptual Computing divisie. Op CES in 2013 liet Intel deze technologie al zien. Op dat moment was de naam nog Perceptual computing, wat nu RealSense is geworden. Wel nog heel duidelijk nog met een camera die niet geintegreerd was in de ultrabook. Een jaar later, in 2014 op CES, liet Mooly Eden (Intel SVP Perceptual Computing) zien dat de camera de dikte van een muntstuk had en heel goed kan worden geïntegreerd in een ultrabook.

Wat kun je met RealSense?

Net zoals bij Kinect kun je je handen gebruiken om, in dit geval, de pc te besturen. Het gaat om besturing van applicaties, nog niet op het niveau van het operating systeem zelf (dit komt volgens Intel wel op relatief korte termijn). De 3D-camera is in staat om diepte te zien. Met redelijk intuïtieve gebaren kun je bijvoorbeeld een spelletje spelen (één van de demo’s is Warrior Wave, waarbij je krijgers naar de uitgang toe moet tillen). Ook de rest van het spel bedien je met bewegingen.

De sensor werkt op een afstand van maximaal een meter en is volgens Intel instaat om emoties te herkennen. Het apparaat volgt 22 gewrichten (!) per hand, waarmee in theorie nauwkeurige herkenning van beweging mogelijk moet zijn. Wat je ermee kunt zie je in dit filmpje van Intel, helaas nog wel met veel game- en entertainment-gerelateerde voorbeelden.

RealSense-camera voor tablets

De RealSense-camera die volgend jaar in tablets komt kan ook foto’s maken waarbij je de focus later verandert. Dit lijkt op de Lightfield-fotografie van de Lytro-camera, maar toch werkt Realsense anders.

Er zijn drie lenzen waarmee de foto’s worden gemaakt. Door die diepte-informatie kies je eigenlijk gewoon later welke foto je wilt (dus op welk deel je inzoomt). De diepte gaat tot 30 meter! Ook kun je de echte maten van objecten meten na het maken van de foto.

‘Technology push’

Bij de introductie van Kinect was er bijzonder veel bewondering voor het concept. Dit zou de wereld gaan veranderen. Toch is de Kinect (in zekere zin een ‘voorloper’ van Realsense) niet het succes waarop de makers hoopten. De combinatie van Xbox One en Kinect als een verplichte verkoopbundel heeft Microsoft losgelaten. Zoals gamesite Polygon het omschrijft:

Microsoft’s dream of an always-on camera that listened to you and allowed you to play by waving your hands was gone, but the market itself didn’t care.

Het aantal spellen voor Kinect op Xbox (360 en One) was al aan de lage kant. Ook Sony’s gesture system (EyeToy (Ps2) en Playstation Move (PS3) zijn geen groot succes geworden. Ook RealSense komt bij de introductie met een bescheiden aantal applicaties: 3DMe, Warrior Wave en Personify (collaboration tool). Tijdens CES zullen dit er ongeveer tien zijn, en eind 2015 moeten er 60 applicaties voor RealSense zijn.

Mediamarkt & RealSense

Mediamarkt staat aan het begin van een grote campagne op het gebied van RealSense. In alle vestigingen komen speciale stands waar consumenten het zelf kunnen ervaren. Met 3DMe kun je je gezicht laten scannen, op een avatar plakken en de film hiervan delen op social media of laten 3D-printen. Onderstaand filmpje is gemaakt met de 3DMe-software (alleen het scannen van mijn gezicht is gedaan, de rest is standaard in de software).

Je kunt met de 3D-camera ook andere objecten scannen. De software van 3DUniversum (een spin-off van de Universiteit van Amsterdam) werkt naar verluidt ook met de RealSense- camera.

Is het wat?

Zowel op CES in 2013 als in de video’s bij Intel met Big Bang’s Jim Parsons (Sheldon Cooper) zie je games als voorbeeld voor de technologie. Ik zou graag meer productiviteitstoepassingen zien, zodat als je RealSense koopt (of beter gezegd een apparaat met RealSense) er een bredere basis is dan alleen maar leuke games.

Timing & niche

De uitdaging voor iedere technologie is timing en het vinden van een niche. Zelfs bij een goede match, bijvoorbeeld bij spraaksoftware (veel mensen praten makkelijker  en sneller dan dat ze typen), is het pas nu dat spraakherkenningssoftware in de buurt van het niveau komt dat we beter kunnen dicteren en herkennen dan als we het typen. Het zelfde geldt voor gesture. Er zijn voorbeelden te bedenken waar gesture handig is, bijvoorbeeld in een niet zo complex systeem met een beperkt aantal handelingen. Maar in veel gevallen is gesture een aanvulling (en geen vervanging) van de mogelijkheden die we hebben voor interactie met de computer. En dat zijn er best wel een hoop:

1. Keyboard
2. Muis
3. Touchscreen
4. Spraaktechnologie
5. Gesture

Spraak is makkelijk in een situatie waarbij je je handen niet kunt gebruiken, bijvoorbeeld omdat je aan het rijden bent. Aan de andere kant, in een volle treincoupé met Mobiel Bankieren van ING een bedrag overboeken, is dan weer onhandig. Dan kan je weer beter typen (of het zelfs uitstellen tot je thuis bent).

USP of nice-to-have?

Een belangrijke sleutel tot succes van RealSense is de beschikbare software. Zelfs het meest krachtige en innovatieve apparaat is zonder de juiste software niet meer dan een dom hoopje elektronica. Op de slide van Intel over nieuwe applicaties zag ik ook Autodesk en Skype staan, naast entertainment- en edutainment-bedrijven. De juiste software maakt RealSense een USP of, en dat is ook nog niet zo slecht, een nice-to-have.

Gaat de RealSense-camera touchscreens achterna?

De RealSense-camera op de tablets geeft, met de aanname dat deze niet extreem duurder is dan een reguliere tablet-camera, een nieuwe dimensie aan fotograferen die vergelijkbaar is met Lytro-camera’s. Dit is wel een heel andere manier van fotograferen, en verandering kost tijd. Maar misschien is nu de tijd voor deze technologie. Touchscreens waren voor de komst van de tablets en smartphones al beschikbaar, maar nooit echt een groot succes. Nu zijn niet alleen steeds meer tablets en smartphone voorzien van touchscreens, maar ook steeds meer laptops, notebooks en ultrabooks.

Intel heeft tijdens de Computex-beurs een wedstrijd uitgeschreven met als hoofdprijs een miljoen dollar voor degene die de beste applicatie ontwikkelt voor RealSense. De tien finalisten zijn ondertussen bekend bij Intel. Ik heb het vermoeden dat Brian Krzanich tijdens zijn keynote op CES bekend zal maken wie de hoofdprijs mee naar huis neemt.

Wordt RealSense een succes?

Het is een mooi stukje innovatie van Intel, maar wat mij betreft hangt alles af van de software. Wat denk jij?