Aantekeningen maken: leren we onze kinderen schrijven of typen?
De discussie vlamde weer even op, een paar weken geleden, in de NRC (28 november). Kun je nu beter aantekeningen maken met een blocnote of schrift, of is het effectiever om je notities in te tikken op een toetsenbord, of het nu een laptop of een ipad is?
De wetenschappers zijn er al lang uit. Onderzoek dat werd gepubliceerd in Psychological Science (23 april) heeft aangetoond dat degenen die aantekeningen maken met hun eigen schrift beter in staat zijn om begripsvragen te beantwoorden dan zij die hun dictaat direct intikken op een toetsenbord. ‘Met pen onthoud je beter wat je noteert’, is de kop boven het artikel.
Handschriftdebat
En natuurlijk springen de voorspelbare reaguurders in de ring. De zie-je-wellers, de ik-heb-het-altijd-al-gezegd’ers. Het handschriftdebat wakkert weer aan. Hoe voeden we onze kinderen op? Leren we ze schrijven met een handschrift, leren we ze schrijven met blokletters, of mogen ze meteen intikken op een toetsenbord? En bij dit soort discussies wordt bijna altijd ook de naam van Verginia Berninger genoemd, hoogleraar Educational psychology aan de universiteit van Washington. Zij beveelt de tweetalige opvoeding aan: zowel het handschrift als de typevaardigheid.
Ik blader eens in mijn notitieboekje. Heb ik altijd bij me. Met een pennetje. Je weet nooit waar het goed voor is. Heb aantekeningen gemaakt in de grote zaal van Tuschinsky, tijdens het IDFA. Slordig geschreven, grote letters, zinnen door elkaar heen, het was donker.
Muziek stimuleert hersenen
Ik heb aantekeningen gemaakt van de documentaire ‘Alive Inside’: over wat er kan gebeuren als demente bejaarden een koptelefoon krijgen opgezet met muziek uit hun jongere jaren. Ze veranderen, als mens, Oliver Sacks legt het uit. “Muziek heeft het vermogen om andere gedeelten van de hersenen te stimuleren” (mijn aantekening: Oliver Sacks. Awakenings. Stimulus. Activate brain).
Er wordt een programma ontwikkeld, ipods met koptelefoons, en de gesloten afdeling van het bejaardenhuis komt tot een ander leven. Op de vraag wat ze van de ipod vindt antwoord een oude vrouw, dansend: “It’s small“. (mijn aantekening: systeem verhindert om personal medical systems -ipod $40- voor te schrijven à personal funding, it’s small).
Wat ik me herinner: de verzekeringsstructuur in de verzorgingshuizen laat niet toe dat de patiënten dergelijke goedkope hulpmiddelen vergoed krijgen. Dus kan dit programma alleen worden uitgevoerd op persoonlijk initiatief met hulp van gulle gevers of familie. Zoiets moet Rutte bedoeld hebben met de participatiemaatschappij. Het gevolg van het gebruik van de ipods met eigen muziek er op is overigens dat het verplegend personeel meer tijd krijgt voor zorg-handelingen.
Als je veel kunt typen, kun je letterlijk hele zinnen van de docent overnemen. Het kan een gedachteloze transcriptie zijn van datgene wat gezegd wordt, de mens als een recorder.
Schrijven is een schaarste-afweging
De discussie tussen pen of toets is eigenlijk gebaseerd op een heel simpel uitgangspunt: de gemiddelde hedendaagse student kan veel sneller typen dan schrijven. En als je veel kunt typen, kun je letterlijk hele zinnen van de docent overnemen. Het kan een gedachteloze transcriptie zijn van datgene wat gezegd wordt, de mens als een recorder.
Voor de schrijvers daarentegen komt er een schaarste-afweging bij kijken. Ze moeten een selectie maken. In woorden, in nuances, in zinnen, in belangrijkheid. En dat kan alleen maar door de hersens aan het werk te zetten, een interpretatie te geven aan het betoog, je legt aan jezelf uit wat er bedoeld wordt. In een paar woorden, meer tijd heb je niet, als schrijver.
Alles opschrijven is een vorm van luiheid
Dat studenten met een toetsenbord in de collegezaal zitten is niet het probleem. Het probleem is dat ze net zo snel kunnen tikken als de leraar praat, dus is de schaarste-afweging er helemaal niet. Alles wordt opgeschreven, het is een vorm van luiheid. Het denken, interpreteren wordt uitgesteld, vervolgens afgesteld. En, een college is als spinazie: hoe verser gegeten, hoe beter verteerd.
Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.
Foto intro met dank aan Fotolia.