Bedrijven die ‘doxen’: privacy schendende roofdieren of sympathieke luisteraars?
Mooi werkwoord: to dox. Het is een neologisme, typisch een kind van deze tijd. Doxing is het bij elkaar halen, combineren en publiceren van persoonlijke informatie over iemand. Naam, adres, leeftijd, vakantiehuis, e-mail, foto’s, artikelen, allemaal gegevens die in het algemeen online beschikbaar zijn, maar zelden op één en dezelfde plaats. Omgevingen als Twitter, Facebook en LinkedIn zijn prachtige startpunten voor de dox-miner. Vervolgens wordt deze kennis gebruikt om een mogelijke klant te benaderen.
Het verhaal van Leon Leonwood Bean
Op het blog Medium staat een verhaal over Leon Leonwood Bean, die als verkoper weinig succesvol was met zijn handel in stalen trappen en dode herten. We zijn in 1912, Freeport, Maine. Bean had zijn hand weten te leggen op een lijst met namen en adressen van houders van jachtvergunningen in Maine. Hij stuurde hen een brochure waarin laarzen werden aangeboden, gedeeltelijk rubber, gedeeltelijk leer. Zoals het een goede marketeer betaamt, besteedde Bean meer aandacht aan de gezwollen retorica in de folder dan aan het product zelf. Mocht je tot koop overgaan en je was ontevreden, dan mocht je ruilen voor een nieuw paar of je kreeg je geld terug.
Het gesprek was belangrijker dan de verkoop
Het ging Bean om het contact, niet om die eerste transactie. Het gesprek was belangrijker dan de verkoop, en hij kreeg zijn gesprekken. Negen van de tien mensen die laarzen kochten waren ontevreden. Vreselijke laarzen waren het. Na een paar wandelingen vielen ze uit elkaar. Bean ging aan de slag met het product, ging in op suggesties van klanten, verbeterde het materiaal, de stiksels, de buigbaarheid en stuurde nieuwe paren op. De ontvangers waren verrast door de aandacht die ze kregen, gehoord worden was toen al een onderscheidend genoegen. The Bean boots werden populair. L.L. Bean was een feit, nu is het een wereldspeler: “We’ve been around 100 years, join us for the next 100″.
Let vooral op de volgordelijkheid der dingen. Het begon met een lijst met namen (gestolen? geheeld? slim gecombineerd?), een goed verhaal en een slecht product. Dat leverde een gesprek op. En met hulp van de klant werd het goede product ontwikkeld.
ABN Amro heeft ‘gedoxt’
De praktijk van vandaag. ABN Amro heeft gedoxt, is het verwijt. De Correspondent wist in juni dit jaar al te vertellen dat de bank blijkbaar weet wanneer een klant een buggy gaat nodig hebben. En de Volkskrant liet vorige week weten dat er een heuse rechtzaak wordt voorbereid tegen de bank, om “voor eens en altijd duidelijk te maken dat banken de betaalgegevens niet mogen gebruiken voor commerciële doeleinden”, zo laat Ancilla Tilia weten, die de zaak tegen de bank aanspant. Als ze het kan betalen.
Ancilla Tilia werft geld met crowdfunding, natuurlijk, we leven namelijk in 2014.
Ze werft geld middels crowdfunding, natuurlijk, we leven immers in 2014. De meeste banken zelf bestaan sinds een paar jaar bij de gratie van crowdfunding, dan moeten ze er ook niet van opkijken dat ditzelfde financieringsmechanisme wordt gebruikt om zaken tegen hen aan te spannen.
‘Friendly doxing’, dat moet toch mogelijk zijn?
Wat is eigenlijk het bezwaar tegen doxing als de klant er beter van wordt? Friendly doxing, dat moet toch mogelijk zijn. Hoe reageer ik op de boekenverkoper die mij in een telefoontje laat weten dat hij de nieuwe van Dis apart heeft gelegd? De garagist die me ongevraagd meldt vrijdag tijd te hebben voor de winterbanden? Attente lui, die boekenverkoper en die garagist, en beiden bellen aan de hand van een door de computer opgelepelde lijst.
De doxwolf in mensenkleren wordt sympatiek gevonden, de digitale doxwolf is een privacy schendend stalkend roofdier en krijgt een proces aan zijn broek. Het is een dunne lijn, die tussen stalken, privacy roven, sympathiek luisteren en attent reageren.
Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.
Foto intro met dank aan Fotolia.