Programmeren? Dat leer je op de basisschool!
Computers en techniek zijn permanent aanwezig in het dagelijks leven. Toch is het informatica-onderwijs achterhaald. Zo leren kinderen op school niet hoe ze moeten programmeren. Een slechte zaak. Daar moet verandering in worden aangebracht.
KNAW onderstreepte dat niet zo lang geleden met het rapport ‘Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs’. Daarin wordt alarm geslagen over het informatica-onderwijs, dat ver onder de maat is.
”De wijze waarop het informatica-onderwijs op middelbare scholen wordt ingericht, voldoet niet meer. Sinds de invoering ervan in 1995 – een periode van zeventien jaar wat in ICT-land grenst aan de eeuwigheid – is het informatica-onderwijs niet noemenswaardig aangepast. Niet aan de technologische ontwikkelingen en niet aan de invloed daarvan op de maatschappij.”
Leren programmeren op de basisschool
Daarover ging ook het seminar ‘Programmeren met kinderen’, dat ik mede-organiseerde op 9 oktober in de Openbare bibliotheek Amsterdam. De OBA, stichting Kennisnet en stichting Mijn Kind Online waren de afzenders. “Momenteel is er in Nederland een groot gebrek aan goede mensen in de ICT-sector”, vertelde Joris van Mens van Google. “Begin al vroeg met het aanleren van technische vaardigheden. Ze moeten opgeleid worden voor de eenentwintigste eeuw”, was de teneur van niet alleen zijn presentatie, maar van elk verhaal dat werd gehouden:
Han van der Maas: vervang klassieke talen voor programmeertalen
Prof. dr. Han van der Maas, hoogleraar en hoofd van de groep psychologische methodenleer van de Universiteit van Amsterdam, was het felst is zijn pleidooi voor meer programmeeronderwijs. Hij pleitte voor straffe maatregelen:
- Programmeren zou als kerndoel moeten worden toegevoegd in het primair onderwijs en zou zelfs getoetst moeten worden voor de Cito.
- Vervang bij tenminste twee Amsterdamse gymnasia de klassieke talen voor gedegen programmeeronderwijs, zodat er in de toekomst een ‘Amsterdamse Silicon Valley‘ kan ontstaan.
- Het is tijd om een serieuze leerlijn voor informatica uit te werken voor het voortgezet onderwijs. Dat wordt een uitdaging, aangezien er dan andere vakken moeten wijken, maar die ambitie moet er zijn. Het zou een volwaardig vak voor iedereen moeten zijn, compleet met een centraal schriftelijk examen. Je zou het vak ook verplicht moeten stellen om toegelaten te worden bij vele studies.
- Elke universitaire student moet kunnen programmeren. Het zit nu niet in het curriculum, ook niet die van een brede bachelorstudie.
Kansen voor het onderwijs
Michael van Wetering, manager Innovatie bij stichting Kennisnet, benadrukte dat de techniek laagdrempeliger is geworden en dat het voor scholen makkelijker dan ooit is om met programmeren aan de slag te gaan. Er staan steeds vaker 3D-printers op middelbare scholen, zodat een idee ook echt gemaakt kan worden. Programmeren wordt daardoor tastbaar en leerlingen leren op een speelse manier kennismaken met techniek. Verder zijn er meer mensen actief met het programmeren en produceren van producten. Online delen ze hun ideeën en creaties via bijvoorbeeld diy.org. Je vindt er tal van projecten die je eenvoudig op school kunt doen. Bekijk hier zijn presentatie:
Van Wetering raadde een aantal leuke toegankelijke tools aan waarmee je de leukste dingen kunt maken: de Arduino, een variant op de Raspberry Pi, en Makey Makey. Met Makey Makey verander je een plant of een tros bananen in een piano, gekoppeld aan je computer. Magie! En simpel uitvoerbaar.
Codekinderen
Maar vergeet Codekinderen niet, een special lespakket voor de basisschool dat tijdens het seminar werd gelanceerd. Daarin leren kinderen, van 7 tot 12 jaar, spelenderwijs programmeren, onder andere met deze bestaande tools:
- Scratch. Met de software van Scratch leer je stap voor stap programmeren. Laat figuren bewegen, maak geluiden en laat ze reageren.
- Domo. Met Domo Animate maak je makkelijk animaties met leuke functies en geluidseffecten. Laat met de vele mogelijkheden je fantasie de vrije loop!
- Pivot. Met Pivot leer je animaties te maken met een draadpoppetje. Je verzint een verhaal en laat het poppetje een avontuur beleven.
- Daisy the Dinosaur. Met de app Daisy the Dino leer je de basis van het programmeren. Geef de dinosaurus Engelstalige commando’s. Zo kan Daisy opdrachten doen.
- Pop. Met POP maak je zelf een prototype (een eerste model) voor je eigen app. Ga aan de slag met je idee door te tekenen en foto’s te maken. Je idee kun je uiteindelijk op de iPad bekijken!
- LEGO WeDo. Met LEGO WeDo maak je een LEGO-robot. Maak je eigen krokodil, leeuw of vogel. Laat ze brullen, zwaaien en draaien!
- Kodable. Met Kodable zitten monstertjes vast in een doolhof, help ze de weg eruit te vinden. Kodable leert je spelenderwijs programmeren. Je leert logisch nadenken en eenvoudige programmeercommando’s.
- Blockly Maze. Een game met tien niveaus waarin kinderen stap voor stap leren programmeren. Doel van ieder level is om het poppetje Popmn door het doolhof naar zijn doel te brengen.
De kinderen aan het roer
Op de basisschool van mijn eigen 7-jarige zoon geven ze in groep 5 al Scratch-les. Kinderen die willen krijgen Scratch als weektaak. Eén van hen krijgt zelfs als weektaak om Scratch te leren aan de andere kinderen in de klas. Na de iPad-school is het tijd voor Scratch-scholen. Met de kinderen aan het roer.
Foto intro met dank aan Fotolia.