Is journalistiek “too big to fail”?
Op 17 november kwam het boek ‘De littekens van de dag, kracht en zwakte van de journalistiek en het nieuws van morgen’ uit. Reden voor een lunchgesprek met auteur Hans Laroes over zijn zorgen rondom nieuwsgaring. Eigenlijk spreken wij over Laroes’s memoires, opgedragen aan zijn familie “die mij met het nieuws moesten delen en de journalistiek is zo veeleisend,” zoals Hans openlijk in de eerste pagina’s schrijft.
Dit boek is voor alle liefhebbers van journalistiek. “Het is investeren. In de betekenis van journalistiek op de langere termijn. In vertrouwen. In je eigen overleven.”
Fragment 1: Objectiviteit, neutraliteit zijn schijnbegrippen. Ze suggereren dat de journalistiek onaantastbaar is, in een roestvrijstalen werkelijkheid werkt, de ultieme waarheid spreekt. |
In het Grand Café Amsterdam reserveer ik een tafeltje. Hans Laroes ziet er goed uit wanneer hij binnen komt lopen. Het valt op dat hij bijzonder uitgerust is en even later wanneer hij aan het woord is, dat het post-NOS-leven hem goed doet. Voor ik het weet, is het tweeënhalf uur later. Ik lees later ‘De littekens van de dag‘, eenvoudig geschreven maar complex qua incrowd politiek en motieven. Zo vertelt Hans dat een NOS-correspondent ooit benaderd werd door een MIVD-er en spreekt over spionage.
Onze kennisinfrastructuur
“Mijn leven na de NOS is anders. Ik heb een andere routine en meer vrijheid in de zaken die ik oppak. Zo kijk ik samen met de European Broadcasting Union (EBU) naar de verbeteringen in de journalistiek. We moeten verder denken dan ons huidige publieke omroepstelsel. Ik spreek ook over de staatsomroep in het boek. De maatschappij moet vaststellen wat er aan informatievoorziening nodig is. Laten wij nu ook echt nadenken over de lange termijn.
Wat is onze kennisinfrastructuur ons waard en hoe gaan wij die faciliteren in termen van btw-verlaging, uitgeverijen en rendement? Wat zijn de taken van een bredere omroep? Laten wij de ledenomroep in ieder geval niet in stand houden. Noem het publieke media, bestaande uit diverse platforms gebaseerd op draagvlak, legitimiteit en bereidheid. Weg met de krampachtige posities die men probeert te behouden,” legt Hans stellig uit.
Fragment 2: Over de wonden die nieuws kan slaan, iedere dag weer, die vaak genezen en soms hun sporen achterlaten. |
Gezamenlijk nieuws maken
Waar wij niet omheen kunnen, is de rol van onze digitale snelweg in het verkrijgen van informatie. “De NOS had geen apart potje voor online. We gingen destijds anders werken en herschikten onze middelen. Online zorgt ervoor dat we anders verhalen moeten brengen en er zit een gigantisch groot bereik aan vast zoals nooit tevoren. Online zorgt ervoor dat we niet alleen zenden maar ook de dialoog aangaan. Inmiddels weten we dit allang, maar waar het om gaat is dat het algemene besef groeit over wat er bij gezamenlijk nieuws maken komt kijken. Vertrouwen staat hierin centraal. De journalist heeft de monopolie verloren en is onderdeel van vele netwerken geworden.”
Fragment 3: Het ingewikkelde is dat je het nooit goed lijkt te kunnen doen. |
“Ook is de toegang tot diverse deskundigen eenvoudiger geworden. Daarbij is nadenken en goede research cruciaal om erosie en vervuiling tegen te gaan, zeker in een tijd waarin de opkomst van deskundigen die nergens van weten groot is,” zegt Laroes.
Fragment 4: De eerste signalen van vernieuwing in de dagbladsector dienden zich aan in de vorm van IBM-typemachines met draaiend bolletje. |
Blijf experimenteren
Online informatievoorziening betekent snelheid. De tijd van één krant per dag lezen en ’s avonds naar het journaal kijken, is voorbij. “Ga op zoek naar jouw eigen betekenisvolle verhalen en wees bijvoorbeeld in de regio de beste als het op berichtgeving aankomt. Dat er vele kranten zijn omgevallen, komt doordat er steeds kleine stappen werden genomen zonder naar de lange termijn te kijken. Focus je op die lange termijn. Experimenteer en blijf experimenteren. Wees daar nooit bang voor. Beter experimenteren zonder succes dan niets doen.” Hans glimlacht breed.
Fragment 5: Ik ging op pad met een grote voorraad kwartjes, voor als Hilversum zich op de ‘pieper’, de semafoon meldde en ik naar het dichtstbijzijnde benzinestation moest om te telefoneren wat er was. Na een paar maanden kreeg ik mijn eerste mobiele telefoon, zo groot als een accu uit een hedendaagse auto, statussymbool, zichtbaar door die extra antenne op de wagen, toen bijna vierduizend gulden kostend (iets meer dan 1800 euro). |
Explosie versus erosie
In ‘De littekens van de dag’ spreekt Hans Laroes over zijn verantwoordelijkheden als toenmalig hoofdredacteur, over diverse maatschappelijke agenda’s, gebeurtenissen en hypes. “Journalisten die uit de bocht vliegen zorgen voor bezonkenheid, oftewel erosie. Tot nu toe dachten wij dat banken too big to fail waren, evenals de journalistiek. Nu zien wij de sporen van slijtage. Misschien is een volledige explosie en wederopbouw geeneens zo’n absurde gedachte, zeker wanneer het algemene vertrouwen in de journalistiek zoek is. Toch zal dat nu niet gebeuren. We zien eerder geleidelijke en constante erosie. Een tussentijdse oplossing is in ieder geval transparantie waarbij iedereen inzicht kan krijgen in de gemaakte keuzes, dus in de black-box. Een meta-benadering,” vertelt Hans.
Fragment 6: Het is ook een kwestie van houding. Journalisten, zeker commentatoren of de mensen op de televisie, hebben de neiging de ‘stem van God’ te zijn. Onaantastbare autoriteit, brenger van het verhaal in zijn definitieve vorm. |
Professionele relevantie
Het gebrek aan vertrouwen in de journalistiek zit bij de meesten veel dieper. Het wordt aangewakkerd wanneer er fouten worden gemaakt en feiten niet kloppen. “Ten eerste hebben ook wij – doelend op de NOS – fouten gemaakt. Als nieuwsorganisatie of journalist moet je dat kunnen toegeven. Ten tweede weten we dat mensen bepaalde belangen, scholing, voorgeschiedenis, antipathieën en beschouwingen hebben. Wij weten dat het zo werkt. Journalisten handelen ernaar en nieuwsconsumenten beoordelen ernaar. Tegelijkertijd gaat het in de journalistiek om professionele relevantie. Het gaat er juist om een verhaal in een context te plaatsen. Maar goed, laat duidelijk zijn dat je als journalist ieder audio-, video-, beeldmateriaal, quote enzovoorts moet verifiëren en valideren. Ik kan mij voorstellen dat mensen met dit soort thema’s zitten. Ook voor hen schreef ik mijn verhaal op,” zegt Hans.
Fragment 7: Ik leerde er, door waar te nemen, hoe het kan werken, machiavellisme in de journalistiek – en hoe makkelijk het is het niet te hoeven toepassen als je eenmaal gezag hebt verworven. |
Een mooie openbaring is dat wanneer Hans Laroes terugblikt, hij geen zaken anders had willen doen. Wel had hij graag wat jaren als Amerikaans correspondent aan de slag willen gaan. “Het stond vast: ik wilde correspondent in de VS worden. Bijna veertig jaar later koester ik de droom nog steeds.”
Fragment 8: Langzaamaan groeide, juist door nadere efficiency, de gelegenheid om research en specialisatie verder in te richten – zoals we gedroomd hadden voordat we de redacties samenvoegden. |
Hans snapte goed wat de relatie met het individu via de digitale mogelijkheden, veranderende verhalen en betekenistoekenning inhield. In het boek geeft hij zich bloot via persoonlijke anekdotes en eigen inzichten. Dit is de man met een bijzondere nuchterheid die ooit in zijn rug werd neergestoken en het letterlijk op millimeters na overleefde.
Fragment 9: Na een uur of drie werd het mes, onder narcose, uit mijn rug gehaald. Geluk. Een kwestie van een paar millimeter was het geweest, zei de chirurg. |
Nieuws verdient commitment en waardering
“Nieuws is belangrijk en niet gratis. Het belang voor een nadenkende democratische samenleving is groot. Nieuws verdient commitment en waardering. Dat wil ik meegeven. Nogmaals, blijf in een soort laboratoriumsituatie experimenteren. Misschien heb ik geluk gehad en werd ik sneller als geloofwaardig bestempeld, omdat ik altijd de loner ben gebleven die tot de kern probeerde door te dringen. In dit wonderbaarlijke journalistieke wereldje waar de meest eigenaardige figuren rondlopen, hield ik altijd distantie. Zoals ik ook schreef: Van afstand is de journalistiek nooit slechter geworden. Het is een alles absorberend vak,” eindigt Hans. Een paar minuten blijf ik hem onderzoekend aankijken. “Journalistiek is er niet om te kietelen, maar om te prikkelen,” schreef hij in zijn boek. En ik snap het.
Fragment 10: Of ze kloppen of niet, ik heb ideeën over nieuws, over journalistiek, over de relaties met het publiek, over de plek van nieuwsorganisaties in de samenleving. Ik heb ze hier opgeschreven, met een gevoel van dankbaarheid: ik ben hoofdredacteur geweest in een tijd van grote veranderingen die ik mee heb geprobeerd vorm te geven. Dit boek is ook mijn manier om verantwoording af te leggen. Het is eerder een Angelsaksische dan Nederlandse traditie, maar ik vind dat hoofdredacteuren, politici en andere mensen op sleutelposities zouden moeten opschrijven wat ze hebben meegemaakt en wat ze denken. Ongetwijfeld zullen veel mensen het niet met me eens zijn of vinden dat ik hier en daar overdrijf. Dat kan. Ik zoek geen gelijkgestemden, ik wil graag vertellen wat ik heb gezien, wat ik me herinner en heb gedacht en nog denk. Debat maakt altijd wijzer. |
Fragment 11: Zacht grommend en stampend komt de pers op gang. De trillingen zijn voelbaar. Het is de stoomtrein die langzaam begint,die met zijn machtige armen voorzichtig de wielen laat ronddraaien, gestaag aan snelheid wint, uiteindelijk op de toppenvan zijn kunnen voortraast en op hoge snelheid lijkt te zingen in een indrukwekkende cadans. Kadoemkadoemkadoemzmzmzmzmzzzzzzmmmm. |