Overheid en ICT: Open source software tegen cybercriminaliteit
De Nederlandse overheid is weer eens getroffen door een virus. Het Dorifel-virus heeft afgelopen week pc’s van overheden geïnfecteerd, maakte ze onderdeel van een botnet, blokkeerde Word- en Excelbestanden en verstuurde gegevens over internetbankieren door. De inhoud van de Microsoft Office-bestanden wordt door het virus versleuteld, maar niet vernietigd. Dat dit virus een grote omvang heeft, komt mede doordat in Nederland nog altijd een monocultuur bestaat voor ICT-besturingssystemen en een grote afhankelijkheid van slechts een handjevol grote IT-bedrijven. Niet in de laatste plaats Microsoft zelf.
Open source software verkleint kans op cybercriminaliteit
Cybercriminelen richten zich vooral op software met het grootste marktaandeel. Een monocultuur, waarbij een bepaald systeem of platform op een grote schaal wordt gebruikt, maakt het eenvoudig voor criminelen om een grootschalige aanval te lanceren, omdat ze dat gericht doen op één bepaald systeem. Meer diversiteit door het gebruik van open source software, waarbij de broncode bekend is en deze verbeterd kan worden, vermindert de kans op besmette systemen en de economische schade die dat als gevolg heeft. Bovendien blijkt open source software kwalitatief beter te zijn dan gesloten software.
In een tijd van bezuinigingen en groeiende ICT-onveiligheid is het zaak dat de overheid het stimuleren van het gebruik van open source software in een hogere versnelling zet. Open source heeft niet alleen financiële voordelen, zoals eerlijke marktwerking, betere prijzen, keuzevrijheid en innovatie. Daarnaast biedt het gebruik van open source ook veel bijkomende voordelen. In een economische crisis is het vanzelfsprekend dat economische argumenten zwaar wegen.
Stimuleren open source software bij overheid
Al in 2002 was er een meerderheid voor de motie van GroenLinks, waarin de regering werd opgeroepen om open standaarden te verplichten en het gebruik van open source software te stimuleren. Nu, tien jaar later, dient wat mij betreft haast te worden gemaakt. De overheid stimuleert het gebruik van open source software nog altijd onvoldoende. De regering verschuilt zich achter een beperkt onderzoek van de Algemene Rekenkamer, naar kostenbesparingen met open source software. Er is veel aan te merken op dat onderzoek. Zo werd alleen gekeken naar het het functioneren van de desktop bij het Rijk, zonder te kijken naar decentrale overheden of naar servers en andere componenten van ICT. Een intern onderzoek van Binnenlandse Zaken sprak wel over hoge besparingen, maar dan moet je wel verder kijken dan alleen de rijksdesktop.
De voordelen van open source gaan verder dan slechts kostenbesparingen. Het geeft de overheid de vrijheid zelf te bepalen om over te stappen op andere software en op het hergebruik van data, zonder beperkingen die worden opgelegd door fabrikanten. Dit biedt toegankelijkheid tot overheidsdata in de toekomst en draagt bij aan transparantie en controleerbaarheid.
Open source betekent stimulans voor kenniseconomie
Toch blijft de regering zeggen: heb geen hoge verwachtingen. En dat in een tijd van bezuinigingen, falende ICT-projecten, groeiende ICT-onveiligheid en de kenniseconomie, die wel wat stimulans kan gebruiken. Nederlandse open source ontwikkelaars kunnen wel wat hulp gebruiken. Ze krijgen nog altijd te weinig voet aan de grond bij de overheid, doordat grote vaak buitenlandse IT-giganten nog altijd de voorkeur krijgen. Een overstap van de import van gesloten software naar een hogere versnelling met open source betekent een stimulans voor de kenniseconomie. Als we naar een open overheid willen, dan kan dat niet zonder open standaarden, open data en een impuls voor het gebruik van open source.