Software eet de ‘Fortune 500’-bedrijven op
In augustus 2011 publiceerde Marc Andreessen, een van de oprichters van Netscape en tegenwoordig investeerder in bedrijven zoals Facebook, Groupon, Skype, Twitter, Zynga, Foursquare en LinkedIn, in The Wall Street Journal een essay getiteld: “Why Software Is Eating The World”. In het artikel staat Andreessen stil bij hoe gerenommeerde bedrijven als Borders, Kodak, Disney en Nintendo zich met moeite staande kunnen houden in de digitale tornado die er om hun heen woedt.
Hij schrijft: “More and more major businesses and industries are being run on software and delivered as online services—from movies to agriculture to national defense. Many of the winners are Silicon Valley-style entrepreneurial technology companies that are invading and overturning established industry structures. […] Over the next 10 years, the battles between incumbents and software-powered insurgents will be epic. Joseph Schumpeter, the economist who coined the term ‘creative destruction’, would be proud.”
Re-imagination
Mary Meeker, partner bij Kleiner Perkins en voormalig analist bij Morgan Stanley, staat bekend om haar jaarlijkse presentatie waarbij ze inzoomt op de laatste stand van zaken van het web. Tijdens de ‘All Things D’-conferentie van dit jaar gaf ze in een gesprek met Walt Mossberg haar visie op de huidige internettrends. Uit de vele sheets die ze in korte tijd presenteerde, kwam een punt heel duidelijk naar voren: re-imagination of nearly everything. Bedrijven uit allerlei sectoren worden door digitale technologie gedwongen om zichzelf opnieuw uit te vinden. Indien ze dit niet doen, dan ligt er een start-up op de loer, om ze met huid en haar op te vreten.
Of zoals Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook, het vlak voor de beursgang in een brief aan potentiële aandeelhouders zo netjes verwoordde:
“We hope to rewire the way people spread and consume information… We think a more open and connected world will help create a stronger economy with more authentic businesses that build better products and services.”
Fortune 500
Gabriel Weinberg, de oprichter van zoekmachine DuckDuckGo, stelt in een blogpost over de “software eating the world”-thesis het volgende: “We should eventually be seeing bigger companies form and rise faster and faster over time. Not only should they pick off huge incumbents, but they should also pick off each other in faster waves.” In de nabije toekomst zullen nieuwe bedrijven ontstaan die binnen een mum van tijd een enorme groei behalen en daardoor de positie van gevestigde organisaties ondermijnen.
Om bovenstaande stelling te bewijzen, heeft Weinberg naar de Fortune 500-lijst gekeken sinds het jaar 1955. Uit dit onderzoek blijkt dat inderdaad er een versnelde wisseling van de wacht plaats vindt. Bedrijven komen steeds minder vaak jaren achtereen op deze lijst voor. Na een paar jaar verdwijnen de meeste bedrijven al weer van deze lijst en wordt hun plek ingenomen door een ander. Weinberg verwacht dat snel het punt bereikt wordt dat slechts 200 bedrijven uit de Fortune 500 lijst er ook 5 jaar geleden al opstonden.
Singulariteit maakt Kondratieff-golven korter
In het huidige digitale, realtime tijdperk gelden de regels van de fysieke economie niet langer. De industriële revolutie die zo’n 250 jaar geleden begon, wordt gekenmerkt door schaarste. Productiefactoren zijn slechts in beperkte hoeveelheid beschikbaar. In de digitale revolutie die nu plaatsvindt, hebben we te maken met een nieuwe productiefactor, een bit (een 0 of 1) die in overvloed aanwezig is. Data is de nieuwe olie. Het is een ruwe grondstof die bedrijven op allerlei manieren inzetten om nieuwe goederen en diensten mee te produceren.
De economen Nikolai Kondratieff, Joseph Schumpeter en Carlota Perez hebben de geschiedenis van de industriële revolutie uitvoerig onderzocht en gedocumenteerd. Uit hun onderzoeken blijkt dat om de circa 60 jaar een nieuwe technologie wordt geïntroduceerd die een economische golfbeweging veroorzaakt. Over de afgelopen 250 jaar zijn 4 van zulke bewegingen waar te nemen. Nu maken we een vijfde Kondratieff-golf mee die wordt veroorzaakt door informatietechnologie.
In een eerder artikel ‘Big data, veranderende bedrijfsmodellen en singulariteit‘ schreef ik dat de technologieën elkaar nu zo snel opvolgen, dat de wereld in een stroomversnelling is geraakt. ‘Panta rhei’: Alles verandert, niets blijft hetzelfde. Men kan niet tweemaal in dezelfde rivier stappen, want het is steeds weer vers water dat u tegemoet stroomt. Als inderdaad steeds meer bedrijven in afzienbare tijd uit de Fortune 500 lijst verdwijnen, doordat “software” ze als het ware rauw lust, dan kan verwacht worden dat ook de Kondratieff-golven korter worden. Versnelde verandering is de enige constante. Maar als versnelde verandering voortdurend plaats vindt, hoe kort kunnen deze golven dan wel niet worden?