Gezond leven: in de toekomst nog een vrijwillige keuze?
Er is steeds meer debat over de mate waarin we zelf verantwoordelijk zijn voor onze eigen gezondheid. Velen van ons willen echter niet teveel betutteld worden door overheden, werkgevers en zorgverzekeraars. Nieuwe technologische ontwikkelingen zullen ervoor zorgen dat we de gevolgen van onze levensstijl voor onze gezondheid in de toekomst steeds beter begrijpen. Met die kennis kunnen we gezonder leven, al zal dit tegelijkertijd steeds minder een vrijblijvende keuze worden.Onlangs plaatste de rechter drie kinderen onder toezicht van de kinderbescherming. De ouders van deze kinderen moeten de aanwijzingen van een voogd van jeugdzorg opvolgen om hun kinderen te laten afvallen. In de Verenigde Staten werd een kind met ernstige obesitas uit huis geplaatst. Via reclamespotjes en berichten op verpakkingen probeert de overheid het roken te ontmoedigen en zorgverzekeraars bieden gratis cursussen aan om te stoppen met roken. Ze vergoeden zelfs nicotine-pleisters, die daarbij kunnen helpen.
Mede door de toenemende vergrijzing en een verwachte stijging van het aantal mensen met chronische ziektes zoals diabetes, zetten overheden en verzekeraars steeds meer in op preventieve zorg. Een gezonde levensstijl is daarbij essentieel.
Meer meten = meer weten
Er is al veel bekend over een gezonde levensstijl, maar de komende jaren zal de kennis hierover verder toenemen en steeds meer gepersonaliseerd worden met advies op maat. Er is namelijk een ontwikkeling gaande waarbij we onze gezondheid steeds meer kunnen meten, met dank aan de smartphones vol (bewegings)sensorenen de vele gezondheidsapps. Daarnaast zijn er apparaatjes in opkomst zoals de Fitbit Ultra, Nike+ en de Jawbone Up. Deze hebben de vorm van een armband, een sensor in de schoenzool of een clip-on en meten niet alleen je activiteit gedurende de dag, maar volgen ook je slaapritme. Aangevuld met apps kunnen ze zelfs je eetpatroon bijhouden.
Lichaamsfuncties meten
Het is op dit moment vooral een selecte groep relatief fanatieke en gezondheidsbewuste burgers die gebruikt maakt van deze apparaatjes, zoals de sportievelingen van Nike Running, de afvallers van Weight Watchers en de fanatieke burgers van de zogenaamde ‘Quantified Self’-beweging. Deze laatsten meten vrijwel elke functie van hun lichaam, zowel lichamelijk als geestelijk, uiteenlopend van bloeddruk en hartslag tot gemoedstoestand en productiviteit.
De komende 20 jaar zullen er naar verwachting steeds meer sensoren in onze omgeving komen die verschillende lichaamsfuncties kunnen meten. Uiteindelijk zou dit kunnen leiden tot een netwerk van sensoren direct bij, op of misschien zelfs wel in ons lichaam, welke voortdurend onze gezondheid in de gaten houden. Hierdoor kan zo’n netwerk ons tijdig waarschuwen en advies geven ter verbetering: een beschermengel (niet toevallig ook de naam van een Europese onderzoeksproject op dit terrein).
Vooralsnog zijn de genoemde toepassingen sterk gericht op het individu en het zelf-management. Er zijn nog veel meer nieuwe inzichten te behalen wanneer de informatie uit verschillende bronnen en over meerdere mensen zou worden gecombineerd. Platforms als PatientsLikeMe.com laten hier nu het nut al van zien: de ervaringen van patiënten worden gebruikt bij de ontwikkeling van medicijnen en behandelingen. Het platform begon met een kleine groep chronische ziekten en breidt zich langzaam steeds verder uit naar algemene aandoeningen.
Collectieve intelligentie
Verzekeraars en artsen beschikken over enorme waardevolle informatie die ze nu alleen nog (mogen) gebruiken bij het berekenen van risicoprofielen en premies. Het MIT ontwikkelt samen met zorgtechnologie-bedrijf General Electric een kennisbank waarin nieuwe verbanden ontdekt worden tussen symptomen en aandoeningen. De gecombineerde informatie van vele deelnemers levert dankzij nieuwe datamining technieken een schat aan informatie op over de correlatie tussen bewegen, rust, eten en gezondheid. Dus, door meer informatie uit verschillende bronnen te combineren wordt onze collectieve intelligentie vergroot!
Gezondheid zal steeds minder een loterij zijn in de toekomst, zo is de belofte. We hebben in de toekomst dus meer kennis over gezonde levensstijlen en over onze eigen gezondheid. Maar betekent dat ook dat we er naar gaan handelen?
Motiveren
Hoewel anno 2012 iedereen weet dat roken en overgewicht slecht voor ons zijn, slagen velen er niet in de verleidingen te weerstaan. Uit jarenlang onderzoek hebben we geleerd dat de mens in het algemeen geen sterke discipline heeft als het gaat om het realiseren van lange termijn-doelstellingen die niet direct op korte termijn een grote winst opleveren. We komen pas echt in actie als we ziek zijn, want dan wordt gezondheid pas een issue. Bovendien zijn we zijn bijzonder hardnekkig in onze (slechte) gewoonten en we zijn oorspronkelijk niet gebouwd op een ‘obesogene’ omgeving die er nu is. We hebben een overvloed aan eten tot onze beschikking, welke met uiterst weinig fysieke inspanning voorhanden is.
Als we de motivatie onvoldoende uit onszelf halen, wat kunnen we dan doen om toch tot gedragsveranderingen te komen? Ook hier zou technologie een handje kunnen helpen. Technologie die gebruik maakt van bewezen beïnvloedingssprincipes, bekend uit onder andere de psychologie en sociologie, wordt nu al volop gebruikt in games, reclames en sociale netwerksites. Zo worden we bij sociale netwerksites gemotiveerd om ons profiel aan te vullen door de melding dat ons profiel nog maar 80% af is. Ook het aangeven van het aantal vrienden en volgers werkt al motiverend om meer mensen te gaan toevoegen. Nike maakt bij haar Running platform, bedoeld voor hardlopers, slim gebruik van ‘groepsdruk’ door jouw sportieve prestaties af te zetten tegen die van je vrienden of je het zelfs tegen ze te laten opnemen in competitie. (“Jouw beste vriend heeft al 5 km meer gelopen, of hij was veel sneller dan jij”). Het gebruik maken van dit soort spelelementen wordt ook wel ‘gamification’ genoemd.
Dankzij ICT kan deze effectieve beïnvloeding gericht en individueel worden ingezet. Een bedrijf als Philips doet uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheden om deze zogenaamde ‘persuasive technologies‘ in te zetten om mensen gezonder te laten leven. De verwachting is dat de komende decennia computers ook sociaal steeds intelligenter zullen worden. Daarmee kan nog gerichter worden ingespeeld op onze gemoedstoestand en ons karakter op een manier die steeds natuurlijker is: de computer als coach.
Naast psychologische prikkels kunnen ook financiële prikkels gegeven worden. Zo wordt er serieus nagedacht over het subsidiëren van gezonde producten naar Deens voorbeeld of het belasten van ongezonde producten met veel vet (de ‘vettax’). Zorgverzekeraars richten zich steeds meer op het gratis of goedkoper aanbieden van preventieve behandelingen zoals fitnessprogramma’s, voeding en stoppen-met-roken-cursussen.
Eigen verantwoordelijkheid of paternalisme?
Ondanks alle inspanningen verwachten veel gezondheidsorganisaties dat het aantal chronische ziekten als gevolg van een ongezonde levensstijl zal blijven stijgen de komende decennia. Ook de kosten van de gezondheidszorg zullen daarmee naar verwachting blijven stijgen. Tenzij er serieus wordt ingegrepen.
Naarmate er meer gemeten kan worden en iedere burger dus beter op de hoogte gebracht kan worden van zijn eigen gezondheid, wordt een ongezonde levensstijl steeds meer een bewuste keuze en eigen verantwoordelijkheid. Meer inzicht kan daarnaast leiden tot een verder afnemende solidariteit tussen burgers: de een wil niet meer meebetalen aan de ander die er ‘bewust’ een zooitje van maakt.
Zorgverzekeraars kunnen als ze dat willen premies steeds meer aanpassen aan individuele risicoprofielen. Kosten en baten zullen hier in de toekomst steeds inzichtelijker worden, daar zijn al verschillende studies over gaande. Premies op maat ondermijnen echter het draagvlak voor een collectieve verzekering, die juist nodig is om de hoge kosten in de zorg te kunnen blijven betalen en mensen te beschermen zodra ze onverwachts toch ziek worden. Uiteindelijk hebben we als samenleving een collectief belang bij een algehele gezonde bevolking en moeten we gezamenlijk de kosten zien op te brengen.
Bij het grootschalig inzetten van bewezen beïnvloedingsprincipes rijst de vraag of dit er niet voor zorgt dat we steeds meer voorgeprogrammeerd worden en onze vrije wil kwijtraken. En wie bepaalt dan wat het ‘goede gedrag’ is waar we aan moeten voldoen?
Toch lijkt een beetje paternalisme door de overheid noodzakelijk om het draagvlak te behouden voor een mate van collectiviteit en solidariteit rond zorgverzekeringen. Een steuntje in de rugvoor onze eigen bestwil. Dat betekent tegelijkertijd dat er een discussie moet starten over de mate waarin wij vrij zullen blijven om zelf te bepalen of we gezond willen leven.