Ordening in de chaos die e-health heet
Twitterende dokters, YouTube-filmpjes met patiënteninformatie, patiënten die online hun dossier kunnen inzien… E-health is voor veel mensen een grote brij aan het worden. Daarom in deel 2 van de artikelserie ‘Hoe verder met e-health’ een beknopte ordening en toelichting op het containerbegrip e-health. Wat valt eronder? Waarom is het nodig? En waar gaat het naartoe met e-health?
In gesprekken over e-health wordt vaak van alles op een hoop gegooid. Begrijpelijk, want door de razendsnelle ontwikkelingen op het internet en de snel groeiende hoeveelheid online toepassingsmogelijkheden voor de zorg, is er voor veel mensen geen touw meer aan vast te knopen. Tel hierbij de aandacht voor social media en zorg op, en de verwarring is compleet.
Heel algemeen zou je e-health kunnen omschrijven als het gebruik van ICT en internet in de gezondheidszorg. Zorgorganisaties kunnen hiermee hun zorg- en service-aanbod verder verbeteren, terwijl het patiënten een scala aan nieuwe tools biedt om te werken aan hun gezondheid of herstel.
Vier toepassingsgebieden
Globaal kun je op het terrein van e-health 4 toepassingsgebieden onderscheiden:
E-communicatie
Denk hierbij aan informatie over gezondheid, ziekte, behandeling, behandelaanbod, zelftesten, etc.
Kerndoelstelling: vindbaar en bereikbaar zijn.
Voorbeelden: Boulimia de Baas, Hulpmix en amandelen knippen.
E-services
Hierbij gaat het om alle processen rond de behandeling die gemak bieden, zoals aanmelden, afspraken maken of verzetten, (sms)reminders, dossiers inzien, toegang tot lab-uitslagen, vragenlijsten invullen, herhalingsrecepten aanvragen, etc.
Kerndoelstelling: gemak, zelfmanagement, efficiency
Voorbeelden: digitale poli’s, medische gegevens en mijn Flevoziekenhuis.
E-behandeling/preventie/begeleiding/zelfmanagement
Hieronder valt alles wat direct te maken heeft met de eigenlijke zorg en behandeling, het primaire proces: zoals psycho-educatie en behandelmodules, contact met zorgprofessionals, het bijhouden van een dagboek, oefeningen doen, screen-to-screen communicatie, chatten met zorgverleners, etc.
Kerndoelstelling: gemak, zelfmanagement, efficiency
Voorbeelden: online behandelaanbod Brijder Verslavingszorg, Wifi-bloeddrukmeter, fysiotherapie online en online begeleiding voor VG-cliënten.
E-support
Denk aan groepen van patiënten, ervaringsdeskundigen of lotgenoten. Maar ook aan community’s rondom ziektebeelden of bepaalde problematiek op open en besloten platforms.
Kerndoelstelling: zelfmanagement en ondersteuning
Voorbeelden: Proud2Bme, AYA4, Alcohol de baas en Stomaforum.
E-health en social media
We horen nogal eens de opmerking: “e-health is toch iets met social media?”. Social media zijn online ‘tools’ waarmee je makkelijk op internet kunt communiceren, informatie delen, samenwerken. Uiteraard kun je social media inzetten in de zorg. Maar dan met name voor online (marketing)communicatie, bepaalde vormen van online services, en online community’s. De mogelijkheden om social media-tools ook in te zetten ter ondersteuning van het online behandelproces zijn beperkt: de meeste social media zijn immers heel open, wat niet strookt met de privacy- en veiligheidswensen en eisen die vanuit verschillende invalshoeken aan de zorg gesteld worden. Kortom, e-health is daarmee een veel breder begrip dan social media.
Waarom e-health?
E-health is een belangrijke sleutel bij het oplossen van een groeiend maatschappelijk probleem: steeds meer ‘grijze koppen’ die vaker aan de bel trekken bij een arts, tegenover een slinkende groep hulp- en zorgverleners. Hoe kun je de zorg tegen die achtergrond betaalbaar en beschikbaar houden, terwijl ook de kwaliteit er niet op achteruit gaat? Onderzoeken wijzen uit dat juist e-health mogelijkheden biedt om patiënten zelf aan het werk te zetten. Bovendien kunnen instellingen hiermee hun behandelcapaciteit efficiënter inzetten. Vooralsnog is dit echter vooral een papieren werkelijkheid van nota’s, beleidsvoornemens en onderzoeksrapporten. In de dagelijkse praktijk blijkt het heel lastig te zijn om de benodigde organisatie- en structuurveranderingen te realiseren, zodat e-health werkelijk landt.
De afgelopen jaren werd e-health vaak gezien als optie voor zorgaanbieders. Kijkend naar de maatschappelijke impact van internet en ICT is dat inmiddels een gepasseerd station. E-health is niet langer een optie voor de zorg; het is een must geworden! Allereerst voorkomt het dat de zorg binnenkort volledig vastloopt, maar net zo goed sluit het aan bij de online leefstijl van (zorg)consumenten. Zorginstellingen zullen – net als winkels en banken – met hun communicatie, services en dienstverlening moeten aansluiten bij het feit dat we niet langer zonder internet kunnen en willen leven: ‘always connected’.
Waar staan we met e-health in Nederland?
E-health heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Dankzij allerlei initiatieven en projecten staat er inmiddels van alles: van digitale poliklinieken tot bloggende en twitterende patiënten. Daarnaast wordt er het nodige onderzoek gedaan naar de effectiviteit van nieuwe toepassingen. Ook de financiering van deze nieuwe online zorg krijgt steeds meer vorm. Voorlopers ervaren echter dat zorgvuldig ontwikkelde internettoepassingen nog lang niet altijd vanzelfsprekend benut worden door zorgprofessionals en cliënten. Dat is niet verwonderlijk. Het organisatiebreed online brengen van het primaire proces heeft verstrekkende gevolgen voor alle onderdelen van de organisatie. Later in deze artikelserie komen we daar op terug. Bovendien zorgt het voor een drastische verandering in de relatie tussen de zorgverlener en de patiënt.
Impact van e-health op relatie zorgprofessional – patiënt
Doordat patiënten steeds beter in staat zijn om op internet relevante informatie over ziekten en behandelmogelijkheden te vinden, worden zij meer en meer volwaardige gesprekspartners voor artsen. Zij zijn niet alleen beter geïnformeerd, maar nemen ook in toenemende mate zelf de verantwoordelijkheid bij het maken van keuzes tussen diverse behandelmogelijkheden. Hierdoor krijgen zij steeds meer eigen regie over hun behandel en herstelproces. Dat leidt tot kantelende machtsverhoudingen. Deze traditionele relatie tussen zorgprofessional en patiënt (paternalistisch model) waarbij de dokter wist wat goed voor je was, maakt meer en meer plaats voor een coach-patiënt relatie (dienstverleningsmodel) waarbij de dokter je ondersteunt bij het maken van eigen afwegingen.
Internettechnologie leidt daarmee tot collaborative care en participatory healthcare. Hierbij gaan patiënten zoveel mogelijk zelf aan de slag (zelfmanagement); en zorgprofessionals werken niet langer vóór maar mét de patiënt. Zo maakt de dokter een transformatie door ‘van god naar gids’, zoals professor Bas Bloem, hoogleraar en neuroloog bij het UMC Radboud dat zo treffend verwoordt in het onderstaande fragment.
Waar gaat het naar toe?
Trendstudies zoals ‘Alle kanalen staan open’ van het Sociaal Cultureel Planbureau (oktober 2010) maken duidelijk dat de informatie- en communicatiemogelijkheden de komende jaren alleen nog maar zullen toenemen. Trefwoorden hierbij zijn: digitaal, sneller, flexibeler en mobieler.
Voor zorginstellingen is het belangrijk om zich hierbij te realiseren dat er altijd sprake is van een voor- en achterhoede; zowel bij patiënten als zorgverleners, die deze ontwikkeling snel of veel minder snel oppakken. Dat is een factor om rekening mee te houden bij het vormgeven van de verander- en transitieprocessen om e-health een plek te geven binnen de organisatie.
Als je bekijkt wat er sinds 2000 is veranderd, staat één ding vast: digitaal wordt het ‘nieuwe normaal’. In het volgende artikel gaan we 10 jaar terug in de tijd: toen e-health nog cybermedine heette en patiënten al klaar waren voor online services van zorgorganisaties.
Lees ook de andere artikelen uit de serie Hoe verder met e-health.