Inspiratie, Verdieping

Te veel informatie tast ons geheugen aan

0

In het boek “Moonwalking with Einstein: The Art and Science of Remembering Everything” beschrijft journalist Joshua Foer hoe hij in 2005 voor het tijdschrift Slate in aanraking komt met “geheugen atleten”. Dit zijn mensen die door training een fenomenaal geheugen hebben ontwikkeld. Zo zijn ze bijvoorbeeld in staat om de willekeurige volgorde waarin 52 kaarten achter elkaar op tafel worden gelegd in 21,90 seconden te onthouden. Deze reeks kunnen ze vervolgens in de juiste volgorde oprakelen. Zelfs achterstevoren.

Foer raakt door deze mensen bezield. Heeft hij te maken met de nieuwe Rainmen? Of is het een truc die iedereen kan leren? Uiteindelijk gaat hij zelfs zover dat hij zich een jaar lang laat begeleiden door de Engelse Grand Master of Memory Ed Cooke om een jaar later zelf mee te doen aan de Amerikaanse geheugenkampioenschappen en deze ook te winnen.

Aan het begin van het boek onderzoekt Foer verschillende cases. Zo staat hij onder andere stil bij de problematiek van de kippenindustrie: hoe onderscheid je een kip van een haan? Bij kuikens is een maand na de geboorte pas vast te stellen welk geslacht de vogel heeft. En dit is een kostbare zaak. Je moet namelijk een maand lang deze vogels voeden en hanen zijn een kostenpost, zij leggen immers geen eieren. Hoe kun je deze periode van een maand verkleinen tot de dag waarop de kuikens geboren zijn?

In Japan hebben ze hier een oplossing voor bedacht. Door een kuiken zachtjes te knijpen, kun je de de darmen en de geslachtsdelen ietwat naar buiten laten puilen. Een ervaren kuikenkijker kan vervolgens binnen een paar seconden het geslacht vast stellen. Zo’n ervaren kuikenkijker wordt je niet zo maar. Ieder kuiken ziet er van onderen namelijk anders uit. Na een twee jaar durende training aan de Zen-Nippon Chick Sexing School ben je pas in staat om de kip van de hen te onderscheiden. De expert kuikenkijker is zo doende in staat om het geslacht van 1200 kuikens per uur met een zekerheid van 98 tot 99 procent te bepalen. In Japan zijn er zelfs een paar super professionals die twee kuikens per keer kunnen onderzoeken. Zij halen hierdoor zo’n 1700 kuikens per uur.

Diverse wetenschappers hebben zich gebogen over dit fenomeen. Hoe zijn deze ervaren kuikenkijkers in staat om binnen enkele seconden het geslacht van een kuiken te bepalen? Deze vraag kunnen de kuikenkijkers zelf niet beantwoorden. Ze “weten” het gewoon. Het is intuïtie. Wat heeft de geslachtsbepaling van een kuiken met het geheugen te maken? Volgens Joshua Foer alles.

In zijn zoektocht naar de werking van het menselijk geheugen komt Foer ook in aanraking met schaakkampioenen. Uit onderzoek van de Nederlander Adriaan de Groot blijkt dat schaakgrootmeesters in werkelijkheid niet afwijken van de doorsnee mens. Hun brein laat dezelfde capaciteiten zien. Waarom kunnen ze dan toch zo goed schaken? Misschien de grootste verrassing uit het onderzoek van de Groot was, dat schakers niet vooruitdenken. Ze zien de juiste zet in een oogopslag. Ze beschouwen de 32 stukken niet individueel, maar nemen het totale bord in een keer op en reageren daar bliksemsnel op.

Het schaakonderzoek maakt een ding duidelijk over ons geheugen. We herinneren ons geen geïsoleerde gebeurtenissen, maar we herinneren dingen in de context waarin ze zijn gebeurd. Schaakgrootmeesters onderscheiden zich van normale schakers doordat ze enorm veel partijen gespeeld en bestudeerd hebben. Dit stelt ze in staat om zo snel te reageren, ze zien het bord voor zich en vergelijken dat met eerdere partijen. Ze zijn grootmeesters in het herkennen van patronen, net zoals de kuikenkijkers.

Expertise is niets anders dan een combinatie van “enorme hoeveelheden aan kennis, op patroon-gebaseerde retrieval, en de planningsmechanismen die in de loop der jaren door opgedane ervaring aangeleerd zijn”. Een geweldig geheugen is de essentie van expertise.

Ook Bobby Fisher, misschien wel de beste schaker ooit, had al negen jaar intensief geschaakt voor hij op de leeftijd van 15 jaar een schaakgrootmeester werd. Dit is een punt wat ook Malcolm Gladwell aandraagt in zijn boek “Outliers: The Story of Success”. De mensen die uitblinken volgens Gladwell hebben ook allen zo’n 10.000 uur geïnvesteerd in hun passie.

Tijd en geheugen hebben dus ook iets met elkaar te maken. Wanneer je voortdurend dezelfde dingen doet, dan vliegt de tijd voorbij. Onderneem je voortdurend nieuwe dingen, dan lijkt het alsof de tijd stilstaat. “Monoty collapses time, novelty unfolds it.” Dit heeft implicaties voor de werking van het geheugen. Als je iedere dag dezelfde dingen onderneemt, dan lijkt iedere dag hetzelfde en worden ze niet aan het geheugen toegevoegd. Het is daarom belangrijk om routine te onderbreken. Ga vaak op vakantie, probeer zo veel mogelijk nieuwe ervaringen op te doen, opdat deze aan het geheugen worden toegevoegd. “Creating new memories stretches out psychological time, and lengthens our perception of lives”.

Wij zijn opgegroeid met het idee dat wanneer je de stekker in het stopcontact steekt, er automatisch een apparaat gaat werken. We denken totaal niet na over hoe de elektriciteit in onze huizen terecht komt. Of hoe de stroom wordt opgewekt. Het is er gewoon. De kinderen van nu groeien op met het idee dat internet er altijd is. En niet op de manier zoals wij die gewend zijn, met een computer en een muis, maar met de aanraking van een scherm consumeren zij het web. “Information at your fingertops”, zoals Bill Gates het ooit zo mooi voor zich zag.

De kinderen van tegenwoordig leven in een wereld die doordrenkt is met informatie. Het neemt een groot deel van hun tijd in beslag. Ze sms-en, ze Facebooken, ze Twitteren, ze kijken YouTube filmpjes, gamen et cetera. Uren achter elkaar zitten ze gekluisterd aan een computerscherm. Ze worden ware grootmeesters in het omgaan met informatie. Zij herkennen patronen in de tsunami aan informatie die over hun wordt uitgestort. Volgens onderzoek neemt een Amerikaan inmiddels zo’n 34 gigabyte aan informatie per dag tot zich. En deze hoeveelheid neemt in de komende tijd alleen nog maar toe.

Steeds meer mensen zullen in de toekomst werken met informatie. Dagelijks zullen zij zich door enorme hoeveelheden aan informatie heen worstelen. Iedere dag weer hetzelfde kunstje herhalen. Eentonigheid troef dus. Wat is de invloed van al deze informatie op ons geheugen?

Marshall McLuhan zei in het elektronische tijdperk al dat technologie iets toevoegt en tegelijkertijd iets afneemt:

“All media are extensions of some human faculty. Mental or physical. The wheel is an extension of the foot. Book is an extension of the eye. Clothing is an extension of the skin. Electric circuitry is an extension of the central nervous system. The extension of anyone’s sense, displaces the other senses and alters the way we think. The way we see the world and ourselves. When these changes are made, men change.”

Informatietechnologie voegt dus ook iets toe. We worden beter in het herkennen van patronen in de enorme overvloed aan informatie. Aan de andere kant neemt het ook iets af. Door ons voortdurend om te wentelen in de wereld van informatie, hetzelfde kunstje te herhalen, voegen we geen nieuwe indrukken toe aan ons geheugen.

Het geheugen van de mens kun worden opgedeeld in een drietal verschillende soorten geheugen: het sensorische geheugen (een verlenging van de zintuigen), het kortetermijn- en het langetermijngeheugen. In het langetermijngeheugen worden de herinneringen van een persoon voor langere tijd opgeslagen. Op het internet klik je voortdurend van link naar link, we scannen het web, uit onderzoek blijkt dat we hier voornamelijk het kortetermijngeheugen voor gebruiken.

Het kortetermijngeheugen heeft echter een grote beperking, het kan gemiddeld slechts zeven dingen tegelijkertijd onthouden. Zodra we dus geconfronteerd worden met een overload aan informatie, dan blokkeert dit geheugen. We zijn niet meer in staat om signaal van ruis te onderscheiden.

“The Twitterization of our culture has revolutionized our lives, but with an unintended consequence—our overloaded brains freeze when we have to make decisions. (…) But as information finds more ways to reach us, more often, more insistently than ever before, another consequence is becoming alarmingly clear: trying to drink from a firehose of information has harmful cognitive effects. And nowhere are those effects clearer, and more worrying, than in our ability to make smart, creative, successful decisions.

De directe consequentie van al deze informatieoverload is dat informatie niet meer wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen. En dit geheugen vormt de basis voor onze persoonlijkheid. Het bepaalt hoe we ‘tijd’ ervaren en het bepaalt voor een groot deel wie we zijn. Wanneer het langetermijngeheugen niet langer wordt gebruikt, hoe ziet het individu van de toekomst er dan uit? Veranderen we allemaal in digital couch potatoes?

Ik kan me nog een tijd herinneren dat ik telefoonnummers moest onthouden. Een aantal van deze telefoonnummers kan ik nog steeds zonder probleem voor de geest halen. Nu weet ik geen enkel telefoonnummer meer. Nummers zijn toevertrouwd aan een naam of aan een foto ergens in de cloud. Het web is een externe harde schijf voor mijn geheugen geworden. Hetzelfde geldt voor adressen. Als ik vroeger voor de eerste naar een nieuw adres was gereden, dan reed ik er de volgende keer zonder problemen uit mijn hoofd naar toe. Nu vertrouw ik blindelings op mijn navigatiesysteem. Naderhand weet ik vaak niet eens meer waar ik precies ben geweest. Laat staan dat ik het later zelf nog een keer kan terug vinden.

Ik denk niet dat ik dit erg vind. In dit soort gevallen vind ik technologie een goede uitbreiding op mijn eigen capaciteiten. Ik wil mij niet bezig houden met dit soort futiliteiten. Maar als het zo is dat technologie mijn geheugen afneemt en daarmee mijn zijn, mijn wezen verandert en ook nog eens de wijze waarop ik mijn tijd hier op aarde ervaar drastisch verkort, dan is er denk ik iets wezenlijk mis. Ik dacht dat ik dankzij technologie een betere controle kreeg over mijn eigen leven, maar in werkelijkheid verlies ik juist de controle.

Hoe denk jij hier over?