iPhone Tracker: voorbij privacy
Mijn vader had een curvimeter. De kaart van Europa lag op de eetkamertafel, en op de curvimeter gaf hij aan in welke schaal de kaart gemaakt was en vervolgens liet hij het wieltje rollen over de ingetekende weg van Breda via Antwerpen naar de Vogezen.
Dan vertelde het metertje precies wat de afstand was en wist je ongeveer hoe lang de reis zou gaan duren. Diezelfde kaart werd later ook weer gebruikt voor ons ‘reisverslag’: waar we gestopt hadden, waar het uitzicht mooi en de benzine goedkoop was. Een jaar later werd dezelfde kaart van stal gehaald om de volgende weg in te tekenen; de reis naar het meer van Lugano, met de Périférique van Parijs, bergpassen en tunnels. Dat was het grote werk. Na een aantal vakanties kon je in één oogopslag zien welke wegen van Europa door ons bedwongen waren. De kaart werd een keer in de vijf jaar ingelijst en opgehangen aan muur: de vakantiegalerij.
‘Being tracked by your iPhone. Do you care?’ luidt de kop boven een artikel in Techrepublic. Het zal wel. Ik heb vorige week nog een programma geïnstalleerd waarmee je je iPhone kunt opzoeken als je hem kwijt bent. Of zelfs tot zwijgen kunt brengen als je bang bent dat hij gestolen is. Precies hetzelfde gedaan met mijn iPad. Nooit afgevraagd hoe ze dat voor elkaar krijgen, wat er allemaal voor nodig is. Als je even nadenkt is het simpel. Zo staat op je iPhone (en ook iPad) een klein bestand dat wordt gevuld met broodkruimeltjes die de tijd en de locatie bewaren, ieder keer als er een beweging wordt geconstateerd.
Dit doet Apple sinds het nieuwe besturingssysteem werd gelanceerd, ongeveer een jaar geleden. Mij werd nooit gevraagd of ik dit goed vond, maar zit ik er mee? En toen waren er twee programmeurs die een programmaatje ontwikkelden waarmee je het broodkruimeltjesbestand kunt uitlezen. Ik heb het gepakt, en een minuut later staat het geïnstalleerd op mijn computer. Een paar seconden later staat er een landkaart vol met duizenden stipjes op mijn scherm. Fascinerend. Ik kan precies zien waar ik geweest ben, het afgelopen jaar. Heel veel Nederland, Düsseldorf, Parijs, Aix-en-Provence, Cadiz. Allemaal plaatsen waar de iPhone binnen het bereik van Wifi netwerken was, want de oplichterstarieven van de providers zorgen er wel voor dat de telefoon uitgaat zodra de grens in zicht komt.
Nog spectaculairder wordt het als je de tijdsbalk laat lopen. Dan zie je van week tot week waar je was, het afgelopen jaar; op de WiFi-terrasjes van Aix, in het stadsnetwerk van Cadiz, heel veel in Nederland, op het vliegveld van Düsseldorf, in de TGV met wifi naar Parijs. Rode konen, een feest van herinneringen. Dit is vroeger, de kaart van Europa, hier heb je geen curvimeter bij nodig. Printen en aan de muur hangen. Schrik ik? Camera’s in de stad. OV-chipknip. Tom Tom. Pinnen. Google. Sony Playstation. Facebook. Het rammelt overal. Privacy is als een curvimeter; je weet dat het ooit bestaan heeft en met nostalgie denk je er aan terug.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.