Haalplicht
Alle Nederlandse inwonenenden hebben een brengplicht van belastinggeld. Het is iets wat de gemiddelde Nederlander zich niet zal realiseren. Sterker nog, mijn inschatting is dat heel veel belastingplichtigen ervan uit zullen gaan dat we alleen maar belasting hoeven te betalen als er om gevraagd wordt. De brengplicht van belastinggelden veronderstelt redelijkerwijs dat de mensen weten waarvoor zij belasting dienen te betalen.
Als er iets veranderd is de afgelopen tien jaar dan is het wel de mogelijkheid van de burger om bij informatie te komen. De mens zit midden in een grote bibliotheekbol, die aan de binnenkant is behangen met alle encyclopediën van de wereld, talengidsen, reisgidsen, belastingstelsels, kwartaalcijfers, bonusregelingen en hossende partijleiders, met alle werken van Shakespeare tot Mohammed, en alles is binnen handbereik vanuit het centrum van de bol. Met andere woorden: er is heel dikwijls geen excuus meer om te zeggen dat je niet zou weten hoe je ergens achter zou kunnen komen, of dat je iets niet gezien zou hebben.
Op middelbare scholen zal het nauwelijks meer voorkomen dat leraren de cijfers van de proefwerken in alfabetische volgorde voorlezen. Wat zenuwslopend kan zijn als je achternaam met een ‘s’ begint. Rapportcijfers worden door de leraren op het extranet van de school geplaatst waarna het aan de leerlingen zelf is om te bepalen of ze willen weten wat voor cijfer ze kregen.
Het komt nog steeds voor. Gul betaalde commissarissen die de stukken die ze opgestuurd kregen niet hebben gelezen. De stukken die keurig in een ringbandje met tabbladen werden geprint en per speciale koerier werden verzonden. En dan nog zijn er lieden die het presteren om onvoorbereid hun aanwezigheidspremie op te eisen en hun onkunde te verbloemen door het stellen van triviale vragen waarop het antwoord overduidelijk geweten had kunnen worden. Iedereen kent dergelijke gevallen. Mail ze dit stukje.
Commissarissen van nu hebben een leesplicht; ze worden verondersteld de opgestuurde stukken te hebben doorgond. De onderneming heeft een brengplicht van stukken. Daar zitten ook tijds-eisen aan: minimaal een aantal weken voor een vergadering van de comissarissen moet al het papierwerk in het bezit zijn van de genoden.
Maar het wordt anders.
De moderne onderneming krijgt een plaatsplicht; ze plaatst alle stukken op een extranet voor commissarissen dat op een veilige en elegante manier benaderd kan worden. En vervolgens is het aan de commissaris om zijn haalplicht uit te oefenen. ‘Wir haben est nicht gewusst’ is geen excuus meer. Vanaf het moment dat de stukken geplaatst zijn heeft de onderneming aan zijn verplichtingen voldaan. Als er nog informatie ontbreekt heeft de commissaris een vraagplicht: de plicht om te vragen om ontbrekende informatie.
Het wordt wennen voor menig commissaris. ‘Niet’ of ‘te laat’ ontvangen bestaat niet meer, net zo min als een stakende courier, een aswolk of een sneeuwstorm. En natuurlijk wordt het nog een interessante uitdaging voor een onderneming om de informatie zodanig te organiseren en aan te bieden dat ze laagdrempelig te pakken is. Misschien dat een commissaris-proof iPad hier een rol in kan spelen. Er zitten niet te veel knoppen op het apparaat, dat is zeker.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.