Bitweters
Het is de paradox van het digitale tijdperk: we hebben alles te danken aan nulletjes en eentjes, maar het gevolg van het digitale op de samenleving is altijd een nuance. Het kenmerk van sommige criticasters van het digitale tijdperk is echter dat zij zich gedragen als een bit: iets is waar of niet waar.
Twee voorbeelden. In het FD schrijft op 27 januari de promoverende Michel Meulpolder dat studenten van morgen geen gebouwen en geen docenten meer nodig hebben. De student gaat zich alleen nog maar ‘on demand’ ontwikkelen; een college wordt geplukt van het internet op het moment dat het de student uitkomt. Meulpolder: “Onderwijsinstellingen zullen op zoek moeten gaan naar de eigen specifieke meerwaarde. Zij moeten gerichtere, uniekere services leveren, niet langer gebaseerd op kennisoverdracht maar op knowhow, ambachtelijke praktijktraining en charismatische docenten met een inspirerend levensverhaal”.
Ik hang al even in de touwen. Even later komt nog het begrip ‘ambacht on the fly’ langs en in de laatste alinea van het ingezonden stuk wordt beweerd dat in de toekomst concepten als ‘student’ en ‘onderwijs’ zijn verdwenen.
Ander voorbeeld. In de Volkskrant van 9 februari schrijft filosoof Hans Schnitzler dat het een mythe is om te denken dat datgene wat er in Egypte gebeurde kan worden omschreven als een Twitteropstand of een Facebookrevolutie.
“Deze fabel wordt in stand gehouden doordat men sociale media als Twitter en Facebook iets toedicht wat hun ten enenmale ontbreekt: macht”. En even later: “… het zijn uiteindelijk de massa’s op straat die de regimes aan het wankelen brengen, en niet het twitterende individu”.
Volgens Schnitzler kan macht pas ontstaan als –in de woorden van Hannah Ahrendt– mensen samenkomen en eensgezind handelen. En deze twee karakteristieken ontbreken bij Facebook en Twitter omdat de berichten worden verstuurd door individuen. Schnitzler, even verder: “niet dankzij, maar ondanks Twitter en Facebook gaan mensen de straat op”.
Het zijn bit-weters, Meulpolder en Schnitzler. Het is alles of niets, het is zwart of wit. Iedere boer, of hij nu een vrouw zoekt of niet, zal begrijpen dat het onderwijs van de toekomst een mengvorm is van de beste technieken van straks met de onvervangbare bijeenkomsten in klasjes van nu. Net zoals iedere boer zal begrijpen dat een revolutie nooit van begin tot eind op Twitter of Facebook zal worden gevoerd.
Maar wat is het echte verschil tussen een spandoek op straat en een tweet? Wat is het echte verschil tussen een schoen in de lucht en een #failmubarak? Hoe komt het dat het nu rommelt in Iran en de landen van Noord-Afrika? Postduiven? Wordt er druk gefaxt? Maken de muil-ezels overuren? Zou het ook kunnen dat het een goed menage à trois is, revolutie, Facebook en Twitter?
In mijn schaakklasje op de lagere school, op vrijdag. Ik laat foto’s van Giri en Carlsen zien, 16 en 19 jaar zijn ze. Ze speelden tegen elkaar, in de derde ronde van het afgelopen Tata tournooi. Carlsen maakte een fout op de 19e zet, even later gaf de beste schaker ter wereld op. Sensatie. We spelen het na, op een echt bord met houten stukken. We plukken de zetten van het internet. Het werkt. We vieren niet voor niets ieder jaar oud en nieuw.
Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.