Televisie is dood, lang leve televisie!
Televisiekijken – en daarmee televisie maken – is niet meer wat het was. Te midden van alle discussies over het recht van publieke omroepen om actief te zijn op internet, of over bezuinigingen op diezelfde publieke omroep, rijst eigenlijk de vraag: hebben ze nog wel een bestaansrecht? Kijken we nog wel televisie in de 21e eeuw? Een zoektocht naar de rol van vrije tijd, over de wensen en eisen van nieuwe generaties televisiekijkers én over de potentie van nieuwe vormen van televisiekijken.
Het begin van het einde
Op maandag 13 september 2010 zette het online videoclubje Rocketboom hun webcam weer op het statiefje, trok de achtergrond in hun studiootje weer recht en begon aan een nieuwe aflevering van hun dagelijkse programma: kletsen en slechte grappen maken over internettrends. Te zien op YouTube. Alleen vandaag was er iets nieuws: het was live.
[youtube width=”400″ height=”324″]https://www.youtube.com/watch?v=65HYkiLj494
Rocketboom goes live! (promo)
Gebrekkige kwaliteit
YouTube experimenteerde 2 dagen met live streaming video’s: ze gaven 4 geselecteerde grootgebruikers van YouTube de mogelijkheid om hun programma 2 dagen live de virtuele ether in te sturen. De resultaten waren even revolutionair als bedroevend.
Kijkers van de programma’s klaagden over gebrekkige verbinding. Zwart beeld met geluid, zwart beeld zonder geluid, schokkerig beeld met af en toe geluid… Maar ze klaagden ook over het niveau van de programma’s. Grappig bedoelde onzin tegen bordkartonnen achtergronden. Waarom waren er niet meer professionele producenten op dit experiment gezet?
YouTube: een vanzelfsprekende factor op het internet
YouTube bestaat natuurlijk al wat langer. Of nou ja, begin 2011 bestaat het 6 jaar. Dat is kort. Zeker voor iets dat zo vanzelfsprekend onderdeel is van internet zoals we dat dagelijks gebruiken. Een internet zonder video is ondenkbaar. Wereldwijd wordt er 24 uur videomateriaal geüpload naar YouTube… per minuut.
[youtube width=”400″ height=”324″]https://www.youtube.com/watch?v=jNQXAC9IVRw
Dit weinig verheffende filmpje gaat de geschiedenis in
als het eerste YouTube filmpje ooit (23 april 2005).
Veel is er al geschreven en gediscussieerd over ‘de nieuwe concurrent voor televisie’. Online video biedt mensen de mogelijkheid zelf te kiezen wat te kijken, wanneer en hoe vaak. Het is een platform voor films die niet mainstream zijn, die niet per se een groot publiek aanspreken, maar eerder een nichemarkt. Een nichemarkt die wereldwijd uit een flinke hoeveelheid kijkers kan bestaan. En al was er in het begin wat geklaag over de beeld- en geluidskwaliteit van de filmpjes, die zijn nu zo sterk verbeterd – met full HD mogelijkheid – dat ze menig tv kabelsignaal doen verstommen.
Toch heeft tv nog een ‘edge’, een voorsprong op online video. En dat betreft de live uitzendingen. Sport, nieuws, shows. Daarvoor moet je bij tv zijn: die kunnen grote, belangrijke evenementen direct vanuit het veld bij jou in de woonkamer brengen. Maar die edge lijkt nu te verdwijnen. In een artikel op CNN Fortune (pikant, want CNN staat immers voor Cable News Network), concludeert de vooraanstaande Amerikaanse journalist Seth Weintraub:
“As we become more comfortable with streaming events and YouTube’s broadcast of them (and advertising against them), will the desire to ‘cut the cable cord’ become more prevalent? Sports and News are, in my mind, the last reason to keep a traditional tv in the house. With YouTube sucking up that content too, why keep the $100 cable tv plan?”
Een nieuwe manier van televisie kijken
Als ik naar mijn eigen situatie kijk en naar die van mijn vrienden en generatiegenoten (begin dertig): onze manier van televisiekijken is al radicaal veranderd. We kijken niet meer naar uitzendingen op het moment dat ze uitgezonden worden. We nemen ze op met onze hard disk recorder, downloaden programma’s al dan niet legaal, kopen DVD boxen van mooie series, gebruiken interactieve tv, On Demand, Apple TV, Google TV, YouTube, Hulu… en kijken alleen op momenten waarop het ons uitkomt.
Reguliere televisie, met z’n vaste uitzendtijden, reclameblokken en beperkte aanbod, kan daar gewoonweg niet tegenop. Bovendien vinden wij het leuk om meteen verwante extra’s te bekijken na een aflevering van onze favoriete serie; interviews met de makers bijvoorbeeld, een kijkje achter de schermen. Of we willen onze mening direct kwijt en in discussie gaan met anderen die ook naar het programma kijken. Pauw & Witteman kijken we het liefst online, zodat we meteen de chatstream kunnen volgen en eraan kunnen bijdragen.
Onze manier van tv kijken is heel persoonlijk, bewust en actief: we bepalen zelf wel waar we wanneer naar kijken en willen in real time onze mening erover delen via alle online kanalen en netwerken waar we lid van zijn.
Nu denk je misschien dat mijn vrienden en ik tot een select en klein groepje behoren. Dat de meerderheid van Nederland gewoon tv kijkt als altijd. Dat klopt wellicht. Maar ten eerste: beschouw ons dan als early adopters: wij waren ook de eersten met een smartphone, de eersten met een digitale camera. Nieuwigheden die de rest van Nederland korte tijd later massaal omarmde. Early adopters zijn een teken aan de wand.
En daarbij: ik heb het nog niet gehad over de generaties die jonger zijn dan wij. Generaties die volgens talloze onderzoeken steeds minder tv kijken, en meer online zijn (CBS – Meer internet en minder tv bij jongeren). Generaties die eigenlijk geen verschil meer zien tussen tv, online en mobile. Het zijn de tv-kijkers van morgen die helemaal geen tv meer zullen kijken. Het is de generatie die nu kijkt naar lullige YouTube showtjes, tenenkrommende LOLCats en narcistische poses voor webcams. Doffe ellende…
Vrije tijd en televisie
Wordt dit de toekomst van televisie? Terug naar af? Ehm… ja. Net als met alle revoluties, ontstaat bij de online-videorevolutie vooral een hoop puinhoop. Bestaande structuren worden afgebroken zonder dat daar meteen iets tegenover staat. Mensen met ervaring vallen weg en vinden geen plek in de nieuwe orde. Het wiel moet opnieuw uitgevonden worden door mensen die daar nooit eerder mee in aanraking zijn gekomen. Het is dubbelblind from scratch opnieuw opbouwen.
Het is daarom ook niet verbazingwekkend dat de eerste live YouTube-uitzending zoveel lijkt op de allereerste televisie-uitzending. Houterig, inhoudsloos en gebrekkig qua techniek en boodschap. Daar kun je over klagen, maar eerlijk gezegd vind ik het iets om enthousiast van te worden.
In zijn nieuwe boek ‘Cognitive Surplus’ schetst online denker Clay Shirky een beeld van de 2e helft van de 20ste eeuw als een periode waarin vrije tijd een recht en een vanzelfsprekendheid werd. En vooral een periode waarin vrije tijd enkel passief consumeren betrof. Van televisie.
“Television viewing has come to displace principally (a) other diversions, (b) socializing, and (c) sleep. […] One of television’s effects has been the reduction in the amount of human contact, an idea called the social surrogacy hypothesis.”
We zijn als westerse samenleving ontzettend goed geworden in dat consumeren. Zo goed dat we niet anders meer kunnen als we vrij zijn. Vrije tijd en televisiekijken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Echter, de 21e eeuw ontwikkelt zich nu als een periode waarin die vrije tijd weer wordt opgeëist voor actieve participatie. Shirky noemt die extra tijd Cognitive Surplus: een ongebruikt tijdsdeel van onze mentale capaciteit. Zelfs als we maar een klein stuk van die cognitive surplus weten te gebruiken, biedt dat al enorme kansen op nieuwe creativiteit, op maatschappelijke vooruitgang, op intellectuele en sociale groei. En ja, dat zien we ook bij de debiele filmpjes op YouTube en van Rocketboom. Waar het om gaat, is dat er unieke content gemaakt wordt door geheel nieuwe mensen en op geheel nieuwe wijze. Dat is revolutionair te noemen. Immers: het allergrootste obstakel bij creatie, dat de overgrote meerderheid van de mensheid weerhoudt om iets te creëren, betreft de stap om überhaupt iets te creëren. Los van het eindproduct.
[youtube width=”400″ height=”324″]https://www.youtube.com/watch?v=qu7ZpWecIS8
Clay Shirky op TED over LOLCats en Cognitive Surplus.
Televisie van de 21e eeuw
Het einde van televisie zoals we dat nu kennen, is een zegen. Een zegen voor het publiek, dat niet alleen beter bediend kan worden met nicheprogramma’s, maar ook actief kan participeren of zelfs produceren. Maar ook een zegen voor makers, die veel directer met een publiek in contact kunnen komen, niet overgeleverd zijn aan een handjevol omroepen die bepalen wat wel en wat niet geschikt is voor dat publiek én… die als pioniers iets nieuws kunnen bouwen. Een nieuwe structuur voor televisie van de 21e eeuw.
Televisie is dood, lang leve televisie!