“Waarom zou de e-booklezer profiteren ten koste van de printboeklezer?”
Sam Bruinsma, Directeur Business Development & E-Publishing van Uitgeverij Brill (de oudste uitgeverij in Nederland) ziet de oplages in de boekenmarkt steeds kleiner worden, maar betwijfelt of de komst van digitaal lezen na de boekdrukkunst de grootste ontwikkeling in het boekenvak is. Vandaag zijn verhaal in deel 5 van de 10-delige reeks ‘State of Print‘, waarin uitgevers van boeken, kranten en tijdschriften vertellen hoe zij digitale ontwikkelingen beleven.
Huidige situatie
Kun je de situatie benoemen waarin de uitgeverij zich bevindt?
“In totaal hebben we zo’n 7000 leverbare boektitels in de catalogus. Traditioneel hielden we onze titels al lang leverbaar, maar sinds de invoering van printing–on-demand (‘Pod’) laten we niets meer uit druk gaan. De drukoplages zijn sterk geslonken in de afgelopen 2 decennia. Dit komt enerzijds door de toenemende specialisatie in de wetenschappen en anderzijds door toenemende marktconcentratie aan afnemerszijde. Vakgebieden ontwikkelen zich in de richting van steeds kleinere specialisaties, het lijkt alsof elk vakgebied eens in de tien jaar wordt gevierendeeld, met steeds kleinere groepen specialisten.
Tegelijkertijd neemt het aantal afnemers ook af door concentratie: vroeger had een universiteit naast de centrale bibliotheek nog een aantal faculteitsbibliotheken, vaak met overlappende collecties en was het niet ongewoon meerdere exemplaren van hetzelfde boek te leveren. Tegenwoordig verkopen we nog hooguit één exemplaar van een titel aan de universiteit of zelfs dat niet waar universiteiten zich organiseren in regionale en nationale consortia voor digitale inkopen.”
Toekomst
Wat zal de toekomst brengen voor jullie uitgeverij?
“Voor wetenschappelijke uitgevers kan het ineens snel gaan, de financiële crisis speelt ook een rol. Je merkt dat veel bibliotheken de printabonnementen van de tijdschriften opzeggen en naar digitaal overstappen. Het e-book staat wel erg in de aandacht, maar de verkoop is in onze markt nog niet op grote schaal van de grond gekomen. Dit leidt tot ongewenst uitstelgedrag bij bibliotheken die nog niet precies weten wat ze met het e-book willen, maar wel alvast de aankoop van print matigen.
Er is een ook nog steeds een aarzeling in de markt omdat digitaal niet tastbaar is, het wordt niet als bezit ervaren, vaak is ook alleen toegang gekocht. De bibliotheek is van oudsher toch een verzamelplaats en de bibliothecaris – en dit is liefdevol bedoeld – toch een hamster. Om die vrees weg te nemen, sluiten wij overeenkomsten af met partijen, zoals het eDepot van de Koninklijke Bibliotheek. Die garanderen dat de content altijd beschikbaar zal blijven, ook als Brill failliet gaat en bovendien bruikbaar blijft, ook als er nieuwe formaten en operating systems komen.”
E-books
Zoals we het e-book nu kennen, is dat compleet?
“Wij publiceren inmiddels e-books op ons eigen platform. Op elk vakgebied brengen we nu jaarcollecties uit, aan het eind van dit jaar zijn dat ca. 2300 titels. Deze jaarcollecties bestaan uit 30 a 50 titels en zijn redelijk prijzig. Losse titels bieden wij zelf nog niet aan, daarvoor zouden we ons platform moeten aanpassen. Maar mogelijk laten we die markt voorlopig aan derde partijen die zich juist wel op de individuele academic consumer willen richten, zoals bijvoorbeeld Google Editions. De komst van Google Books, de Kindle en iPad was enorm belangrijk, omdat daarmee major players de e-book markt betraden en een enorm titelaanbod losmaakten.
Ik zie het e-book dan ook niet meer zo snel verdwijnen. De e-reader zelf vind ik een ander verhaal, het is lastig te voorspellen wat er met dat apparaatje gaat gebeuren. Als ik voor mijn werk reis, zie ik veel mensen op e-readers lezen. De iPad is interessant, omdat daarin verschillende functies worden gecombineerd. Maar of het scherm voldoet voor langdurig lezen, is nog de vraag. En ik vind het een log apparaat, maar dat zal wel veranderen. De grote pluspunten van de e-ink readers zijn toch leesbaarheid, hanteerbaarheid en batterijduur.
Persoonlijk vind ik e-books een heel goede ontwikkeling. Of de komst van digitaal lezen de grootste ontwikkeling in het boekenvak is na de boekdrukkunst, zou ik niet durven zeggen. De groeiende alfabetisering vanaf de 17e eeuw lijkt me toch wel wat belangrijker. Maar de tijd zal leren of digitaal lezen de derde grote ontwikkeling is. Ik vermoed dat voor vakinformatie en wetenschappelijke output digitaal de toekomst is en dat print zal verdwijnen, maar we spreken in termen van decennia, niet van jaren.”
Beveiliging e-books (DRM)
Ben je voor- of tegenstander van beveiliging op e-books?
“Wij zijn eigenlijk wars van DRM. We verkopen ons digitale aanbod nagenoeg alleen aan bibliotheken en de drempel naar de eindgebruiker moet laag blijven. De bibliotheek wil niet voortdurend klachten krijgen omdat bepaalde bewerkingen niet mogelijk zijn. Studenten en onderzoekers mogen onze bestanden ook vrijelijk gebruiken en uitwisselen in het kader van studie en onderzoek, zoals wordt aangegeven in onze licenties. Het is overigens aan de bibliotheek om te bewaken of het gebruik in overeenstemming met de licentie is. Uiteraard houden wij wel in de gaten of er systematisch misbruik plaatsvindt; industrial downloads zoals wij dat noemen.
Onze e-books en e-journals zijn nu nog in PDF, dat was tien jaar geleden het formaat om de content in aan te bieden. In de wetenschap wordt gerefereerd aan paginanummers, waarvoor het gefixeerde PDF-bestand zich beter leent dan flexibele bestandsformaten zoals e-pub of HTML. Of wij ook e-reader formaten gaan leveren, hangt primair af van de ontwikkeling in de algemene markt. Daar wordt bepaald of de e-reader het medium zal worden. Sinds ongeveer 5 jaar staan ca. 11.000 boektitels op Google Books, inclusief zo´n 4000 niet meer leverbare titels uit ons erfgoed. In potentie zou dit titelaanbod beschikbaar kunnen komen via Google Editions.”
Prijs e-books
Wat is een goede prijs voor een e-book?
“Brill heeft altijd het model gehanteerd dat e-books dezelfde prijs hebben als het fysieke boek. Wij zien ook geen enkele reden om hier vanaf te stappen. Waarom zou de e-booklezer profiteren ten koste van de printboeklezer? Je bent in de markt om er te blijven, dus moet je het exploitatiemodel hier ook op inrichten. We dienen de vaste kosten terug te verdienen in een beperkt aantal jaren. De variabele kosten zijn medium specifiek, maar per saldo verschillen print en digitaal daarin niet veel.
Vaak worden de kosten onderschat die gepaard gaan met bestandsverrijking, bestandsmigratie, hosting, access control, metadata-distributie, etc. Kosten die op de digitale exploitatie rusten. Zelfs de claims door verkeerd verzonden of niet aangekomen fysieke boeken hebben hun pendant in claims vanwege corrupte bestanden, access problemen en andere bugs. De gedachte dat de kosten al zijn gemaakt voor het fysieke boek en daarom niet meer hoeven te worden verwerkt in de prijs van het e-book, is dus erg kortzichtig. Het e-book substitueert het printboek, waarom zou het printboek het e-book subsidiëren? Verlaag je de prijs van het e-book dan moet je de prijs van het printboek verhogen om aan dezelfde marge te komen.”
Piraterij
Wordt piraterij overschat of onderschat?
“Beide. Als je het over piraterij hebt, dan heb je het enerzijds over een groepje waar geen beveiliging tegenop kan en anderzijds over hen die daarvan profiteren, in ons geval voornamelijk studenten. In het algemeen is het in onze markt zo dat de individuele gebruikers niet onze primaire afnemer zijn. Dat zijn de bibliotheken en willen we het de bibliotheek niet te moeilijk maken, dan moeten we een bepaald gehalte aan piraterij onder studenten accepteren. Of proletarisch winkelen de verkoop ook daadwerkelijk stimuleert betwijfel ik. Aan de andere kant weet ik ook niet of het de verkoop schaadt, het hangt af van de schaal waarop het gebeurt. We zoeken wel naar wegen om het te laten monitoren en het zwaarste misbruik aan te pakken.
Voor algemene uitgeverijen is het risico veel groter, daar is de individuele markt wel de primaire doelgroep en dan kom je al snel uit op de gevolgen van wat er is gebeurd in de muziekindustrie. Muziekproducenten hebben het kennelijk niet goed aangepakt, daar kun je dus als uitgever van leren. In plaats van de consument aan te pakken, kun je beter de bronnen aanpakken. Momenteel zijn we in gesprek met Stichting Brein om te kijken of we iets kunnen verzinnen om onze online content te monitoren en het meest systematische misbruik aan te pakken. Uitgevers hebben daar zelf geen capaciteit voor. Een schrale troost: het fysiek kopiëren van onze boeken en tijdschriften hebben we ook niet effectief kunnen bestrijden.”
Toekomst van digitale informatie
“Ik ben geen kenner van de algemene markt, maar persoonlijk zou ik wachten met het uitbrengen van e-books tot de distributie goed geregeld is. De grote massa vraagt er nog niet om, auteurs ook nog niet, op een enkele luidruchtige uitzondering na. Als je intern je bestandsbeheer op orde hebt, kun je snel schakelen als het moet. Je mist nu nog geen marktaandeel als je geen e-books uitgeeft. Het is toch ook niet zo dat alle plaatsen over een paar jaar zijn vergeven, voor unieke content is altijd plek.
Het argument dat door het schrale titelaanbod de e-bookmarkt stagneert, is wel de laatste zorg van de uitgever. Het einde voor uitgevers is nog niet in zicht, er komen dagelijks nieuwe uitgevers bij. De markt verandert, uitgevers ook. Voor nieuwkomers in de digitale markt, die alleen digitale content uitbrengen, liggen er prachtige kansen. Zij hebben geen voorraden, geen backlist, geen vertegenwoordigers, kunnen vrij eenvoudig de markt betreden en gebruik maken van i-books etc.”
Het volledige interview zal na de reeks ‘State of Print‘ in een gratis e-book gepubliceerd worden en hier op Frankwatching verschijnen.