De macht van Google
Vandaag verschijnt bij Kosmos Uitgevers De macht van Google – Werkt Google voor jou of werk jij voor Google?. Auteur Peter Olsthoorn beschrijft exact hoe deze uit zijn krachten gegroeide 12-jarige zijn macht op fenomenale wijze heeft opgebouwd en hoe die nu meer en meer wringt, schuurt en botst met tegengestelde belangen. Hoe nu verder Google? Een voorpublicatie.
Gratis en voor niks. Toch?
Alles op internet is gratis. Google is gratis, YouTube is gratis, Gmail is gratis. De halve wereld gratis en voor niks, en we betalen louter de verbindingen naar die prachtige bestemmingen op computers ver weg. Toch?
Installeer dan eens het Google Alarm in je Firefox-browser. De Oostenrijkse kunstenaarsgroep Free Art & Technology laat elke keer als Google je surfdata verzamelt, de vuvuzela afgaan, luider naargelang Google nadrukkelijker opereert. Het aantal sites waarop Google ‘spioneert’ wordt opgeteld: dit is al snel 80% van alle websites die je bezoekt, nog afgezien van de databerg die Google tot zich neemt met het opslaan van al onze zoekopdrachten en alle links die we aanklikken.
Maar ook dit bericht was in de krant te lezen: Google betaalt homo’s en lesbiennes die bij hen werken jaarlijks duizend dollar extra ter compensatie van hun belastingnadeel. Immers, Google vindt zichzelf een buitengewoon goedaardig bedrijf, etaleert dat graag, en in de meeste gevallen is dat beeld terecht.
Goed verdiend
Google is een begrip en het werkwoord ‘googelen’ is volgens Van Dale ‘het zoeken van informatie op internet’, maar in het bijzonder bij Google. We gebruiken trouwens in Nederland nauwelijks nog andere zoekdiensten. Zo’n tweederde van de 200 miljard zoekopdrachten per maand wereldwijd loopt via Google. Google-websites bereiken driekwart van de 2 miljard internetters in de wereld, veel meer dan Microsoft (59%), Yahoo (48%) en Facebook (38 %).
De sloten geld die Google verdient met zijn ‘gratis’ diensten, komen ook binnen via Amsterdam: Google harkt meer binnen aan reclame dan de Ster, RTL, de hele radio en de rest van internet in Nederland. Dat is te veel geld om te besteden aan het verbeteren van de zoekdienst, en dus kon Google naar hartenlust investeren in nieuwe diensten, zoals YouTube, dat de ‘populairste tv-zender’ ter wereld werd.
Unieke bezoekers Google-websites
Gmail komt, actief of passief, vrijwel alle Nederlanders op internet frequent onder ogen, net als Google Earth en Maps. Comscore, de Amerikaanse leider in internetstatistieken, verschafte op verzoek deze cijfers van het aantal unieke bezoekers van Google-websites in Nederland over april 2010:
- Google-sites – 11.140.000
- Google.nl – 10.800.000
- Google.com – 7.450.000 –
- YouTube – 8.100.000
- Google Gmail – 2.270.000
- Google Earth – 925.000
- Google Calendar – 206.000
- Orkut – 30.000
- Google Talk 22.000
Jeff Jarvis: wat zou Google doen?
Google is, zonder bedreiging, het beste internetbedrijf dat we kennen, het meest gebruikt, het meest bejubeld. De top van de verafgoding werd bereikt met het boek ‘What would Google do?’ (Wat zou Google doen), waarin Jeff Jarvis bedrijven van de meest uiteenlopende aard Google ten voorbeeld houdt, van een gefingeerde ‘Google Bank’ tot ‘Google Hospital’, een ziekenhuis dat gerund wordt als Google. De schrijver werd hier met de nodige eer onthaald, en ook Vrij Nederland vroeg zijn advies over innovatie, maar ging daarna gelukkig op de eigen weg voort en niet op die van Jarvis of Google.
‘Don’t be evil’
Het na-apen van Googles houding is zinloos, in weerwil van de door Jarvis bepleite betere wereld met de consequente toepassing van de ‘methode-Google’. Dat is ook wat Google voor ogen staat: de wereld beter maken, onder de veelbesproken leus ‘Don’t Be evil’; hiermee bestempelde Google zich als een soort van moeder Theresa van het bedrijfsleven, een witte raaf tussen kwaadwillende ondernemingen die uit zijn op ons geld. Google die voor ons alle informatie in de wereld ontsluit, straks de armen in Azië en Afrika van kennis voorziet en zelfs het CO2-probleem helpt oplossen met investeringen in nieuwe energie.
En Google hééft de wereld ook beter gemaakt. Snelle toegang tot informatie heeft levens gered, het leven voor velen beter gemaakt en biedt ons allen een fenomenale toegangspoort tot een groot deel van de informatie in de wereld die we zonder Google minder snel of wellicht geheel niet hadden kunnen bereiken. Tenminste, dat is het beeld. Google bespaart in elk geval veel tijd, maar of we de beste informatie krijgen, weten we niet.
Charmant is Google zonder meer met al die vernieuwingen en geschenken aan ons – activiteiten die het bedrijf nu geen geld opleveren, zoals Google Maps, Earth, YouTube, Gmail en Picasa. De technologie is uitstekend en het gebruik vaak prettig.
Versmalling van toegangsweg naar informatie
Google is speels begonnen, op een werkkamer van een universiteit, door de allerbeste wetenschappers en technici te verbinden, bij voorkeur wetenschappelijke technici. Nu werken er 20.000 mensen in een onoverkomelijk groeiende hiërarchie, die bij aanvang niet de bedoeling was. Hoe machtiger Google lijkt te worden, des te meer wordt de richting bepaald door de markt die de macht wil intomen. Aan de andere kant verwachten gebruikers en pers dat Google lief en braaf blijft, en buigen regelgevers en politici zich over de mogelijkheden om de grootmacht in te dammen.
Anders dan de ook zelf als profeet bejubelde Jarvis, kijk ik iets nuchterder tegen Google aan. Ik vind Google geweldig, en die bewondering is er al vanaf het prille begin. Maar na het intensief volgen van Google – ik heb er meer dan duizend artikelen over geschreven – en wellicht als een van de meest intensieve gebruikers vanaf 1998 heb ik ook vele andere kanten van Google mogen ervaren en aanschouwen.
We maken ons enorm afhankelijk van de ene poort naar alle informatie in de wereld. Eenvoudiger: wat wij leren en te weten kunnen komen, wordt meer en meer bepaald door dat ene Amerikaanse bedrijf, en ook nog met doorgaans louter klikken op de eerste zoekresultaten. Die zijn sinds kort ook persoonlijk (Google spreekt van ‘personalized search’), want Google pretendeert te weten hoe wij individueel verschillen in informatiebehoeften.
Na eeuwen van verbreding van wetenschap, kennis en toegang tot informatie, culminerend in de fenomenale oceaan van internet, en na een eeuw van het bevechten van onderwijsvrijheden en -rechten, versmallen we de toegangsweg naar die informatie en kennis tot de eerste pagina van de zoekresultaten van Google. En we zijn er nog blij mee ook.
Big Brother
Dit is gechargeerd, maar in de kern de realiteit. Of moeten we voorbeelden noemen van het maken van scripties, zoeken van recepten, selecteren van foto’s en video, beelden van onze omgeving?
Voor de goede orde: eerst komt de vaststelling dat Google de wereld met het snel vinden van informatie een fantastische dienst heeft bezorgd, waar meer dan 1,5 miljard mensen van profiteren met heel vaak buitengewoon nuttige resultaten. (Wat je niet krijgt voorgeschoteld, weet je niet; dat vergroot de tevredenheid.) Dat is een ongeëvenaard mooie prestatie.
Nu volgt niet het geheven vingertje om te waarschuwen tegen de op handen zijnde transformatie van Google tot de fictie van Big Brother in 1984, waarin een werelddictatuur voorspeld wordt. Noch is Google het subject van cynische vaststellingen van het alomvattende kwaad. Dit boek is echter wel een aanzet tot nadenken over de afhankelijkheid die we creëren, en over de manier waarop iedereen deze commerciële dienst betaalt en versterkt.
Het is niet verplicht om zoekdiensten, en in het bijzonder Google, te gebruiken. Je kunt zelf gaan surfen, andere zoekdiensten gebruiken. Maar met het intikken van opdrachten in Google, het klikken op resultaten en het gebruik van andere diensten, maken we voortdurend de reclamemachine sterker en machtiger en maken we de eigenaar ervan rijker. De spiraal omhoog wordt mogelijk gemaakt door de zoekers, die in een mum van tijd een resultaat vinden – en daarvoor niets betalen.
In de knoop met eigen principes
Dit boek wil tonen hoe de macht van Google tot stand is gekomen. En hoe Google door de door ons toebedeelde macht – die het bedrijf, uiteraard, wil verdiepen en vooral verbreden – in de knoop is geraakt met de eigen principes, zoals de beleden goedheid en het plezier in innoveren met technologie.
Google staat na twaalf jaar op een kritiek punt in zijn geschiedenis. De druk van buiten (de markt, politiek, pressiegroepen en pers) neemt enorme hoogten aan en Google kan die druk nauwelijks weerstaan. Met de macht die Google, of hij nu wil of niet, in enorme proporties krijgt toebedeeld, sluipt het kwaad naar binnen.
Dat doen wij gebruikers, omdat we verslaafd zijn aan Google en zijn kwaliteit. Die is ‘gratis’ en dat zal een reden zijn dat Google in Nederland het snelst is gegroeid. Intern ontstaat tweespalt door de commerciële druk versus de wens louter ‘goed’ te doen, en ook door de verdeling van de leiding over een trio en de structuur van de zeggenschap.
Google verdient een kritische benadering
In 2001 liep ik op een congres in New York Google-oprichter Sergey Brin tegen het lijf. Snel richtten mijn broer Jos en ik de camera en microfoon op Brin, die allervriendelijkst toestemde in een vraaggesprekje. Mijn argwaan, toen al, resulteerde in de vraag: Werkt Google nu of straks voor de Amerikaanse geheime diensten? Brin ontweek de vraag handig door te zeggen dat het de dienst vrij stond om Google te gebruiken. Inmiddels wordt Google gebruikt door alle geheime diensten in de wereld en werkte Google inderdaad samen met de geheime dienst in de VS.
Meer en meer knelt de vraag: hoe kun je de reclamemachine en de nieuwe ontwikkeling als communicerende vaten naast elkaar laten bestaan? Hoe kun je aan de ene kant spijkerhard je commerciële markt uitbreiden en aan de andere kant de weldoener zijn die de wereld verrijkt met gratis leuke dingen voor de mensen? Hoe los je dat op?
Google is goed, Brin en maatje Larry Page willen en zullen misschien niet met opzet kwaad aanrichten. Maar macht kregen ze – en macht vergroot zich zelfstandig en wordt ten slotte een doel op zich, gezien de noodzaak tot overleven en winnen in de vrije markt. Meer en meer dilemma’s dienen zich aan en niet altijd slaagt Google er nog in ‘het goede’ te kiezen in zijn streven om het beste technologiebedrijf ter wereld te blijven dan wel te worden.
Dus Google verdient een kritische benadering: des te langer hebben we er plezier van.