Hoe maak je van co-creatie een succes?
Succes is een keuze. De kern van waarheid hierin: succes betekent de juiste keuzes maken. Maar op basis waarvan maak je keuzes? Eerder al schreven we over het co-creatie adviesmodel dat organisaties ondersteunt de juiste keuzes te maken (zie deel 1, 2 en 3). Garantie voor succes is er niet, maar vanuit theorie en vooral de experimenten en ervaringen in de praktijk kan er veel geleerd worden. Dit artikel gaat in op de implementatie van co-creatie strategieën, oftewel het derde onderdeel van het beslismodel voor online co-creatiestrategieën. Hiermee kunnen organisaties bepalen hoe (online) co-creatie zo succesvol mogelijk kan worden geïmplementeerd.
Hoe maak je keuzes?
Het implementatiemodel bestrijkt operationele beslissingen in de aanpak van een co-creatie initiatief. Deze beslissingen zijn afhankelijk van de doelstellingen, de waardecreatie voor alle betrokkenen en de beoogde resultaten van het initiatief op korte én lange termijn. Daarnaast zijn eigenschappen van de betrokken organisatie-onderdelen, doelgroep en uiteraard beschikbaar budget en beoogde doorlooptijd van belang. Alle concrete middelen om het doel te bereiken, zijn ondersteunend om de co-creatie tussen beide partijen (organisatie en community) op gang te brengen en te houden, zeker bij duurzame co-creatie.
Aan de hand van de keuzes in het TNO strategieblog, waarbij interne TNO-medewerkers bij het strategievormingsproces werden betrokken, wordt zoveel mogelijk concreet gemaakt hoe de implementatiestrategie van co-creatie initiatieven ingevuld kan worden.
Per situatie verschillen de co-creatie doelen (en dus de benodigde middelen)
Afhankelijk van waar in de beleids- of productcyclus een organisatie zit, zijn er andere doelstellingen en is de context anders. Onderstaand schema is geen defacto standaard, maar schept wel een kader om de meest geschikte middelen te selecteren.
Bij het TNO strategieblog was de doelstelling bijvoorbeeld om de kwaliteit van de nieuwe strategie te verhogen en nieuwe strategische proposities door middel van co-creatie toe te voegen. Dit betekent dat de waarde vooral bestaat uit de inzet en het verzamelen van sociaal kapitaal, een hogere betrokkenheid en acceptatie van de strategie en daarmee snellere adoptie.
Binnen de doelgroep wil je afhankelijk van de productontwikkelingsfase een specifiek type mensen activeren. De grootte van de doelgroep verschilt bovendien per type co-creatie, waarbij de ratio 1:10 staat voor de verhouding actief versus passieve deelnemer. Doorlooptijd en budget zijn in ideegeneratie meestal ook anders dan in de ontwikkelingsfase.
Bij het strategieblog was te zien dat in principe iedereen binnen TNO mee kon denken over de strategie. Ongeveer 1500 bezoekers bezochten het blog, waarvan een deel regelmatig terugkwam. Opvallend daarbij was dat maar liefst 500 personen een idee plaatsten. Hoewel het participatieniveau doorgaans ongeveer 10% is, kan dit percentage in sommige gevallen ook stukken hoger liggen.
Het juiste middel voor het gewenste succes
Op basis van andere modellen (zoals FLIRT en DART) en ervaring uit de praktijk kan het formuleren van de implementatiestrategie worden gegroepeerd in de volgende blokken:
- Business en juridische middelen
- Communicatiemiddelen
- Procesmiddelen
- Tools en technologiemiddelen
Deze indeling kent ook weer verschillen als je dit plot op de productontwikkelfase of beleidscycus, maar het voert te ver daar in dit artikel op in te gaan.
Business & Juridisch
Onder business verstaan we onder andere het businessmodel waarin de co-creatie kan plaatsvinden. Wie zijn de spelers, welke rollen zou een ieder in kunnen nemen en welke onderlinge verhoudingen zijn er? Hoe ziet het waardemodel eruit? Alleen als alle partijen waarde zien in de co-creatie kan het gewenste proces op gang gebracht worden. Soms is het slim een revenuemodel in te brengen om de waardecreatie te stimuleren of explicieter te maken. Dit kan ook zijn om de kosten te dekken of meer impact te bereiken, zoals non-profit communities doen.
Bij het strategieblog was het bijvoorbeeld in het begin lastig om mensen te motiveren om verbeteringen aan te dragen voor proposities. Deze waren namelijk al ver uitgewerkt en de waarde voor bezoekers om hieraan bij te dragen was beperkt. Zodra de mogelijkheid werd toegevoegd om ook nieuwe proposities in te dienen, schoot het participatie-niveau enorm omhoog. Ook waren er soms belemmeringen voor medewerkers om deel te nemen; die werden gesignaleerd en zoveel mogelijk weggenomen.
In sommige co-creatie initiatieven dienen eerst meer formele afspraken gemaakt te worden, bijvoorbeeld voor het invullen van juridische aspecten als eigendomsrecht, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Bij ideegeneratie of productontwikkeling is IPR in co-creatie een vaak voorkomend dilemma.
Steeds meer zien we ook organisaties die een business case proberen op te stellen om vooraf inzicht te hebben in de kosten en opbrengsten, maar vooral ook om hier tijdens het proces gericht op te kunnen sturen. In de experimenteerfase is het vaak nog niet zwaarwegend, maar als het om een strategisch of grootschalig traject gaat is het slim om naast een business case (hoe moeilijk ook) een risicoanalyse te doen. We kunnen leren van de Dell Hell en andere co-creatie mislukkingen en voorbereidingen treffen voor wat er kan gebeuren. De crowd kan je namelijk positief, maar ook negatief verrassen.
Communicatie
Een communicatieplan is noodzakelijk, waarin je kiest welke kanalen je gebruikt om je doelgroep te bewegen te participeren en waarin je bepaalt met welk gezicht je dat doet. Haak je aan bij een bestaande omgeving of creëer je een nieuwe? Als de community al in andere gremia goed actief is, is het slim te kijken of je als organisatie kunt aanhaken en hierin je doelstellingen kunt bereiken. Als je zelf iets start, dien je na te denken over de spelregels van interactie. Wil je het besloten of openbaar en kan men anoniem bijdragen of wil je weten met wie je co-creëert? Besloten kan slim zijn als je klein wilt beginnen en je bijvoorbeeld lead users direct kunt uitnodigen, maar ook je risico’s in openbare co-creatie ziet voor het initiatief. En last but not least: welke incentives kies je? Hoe stimuleer je aanwas, groei en (indien gewenst) hoe hou je een volwassen community in stand?
In het geval van het strategieblog is ervoor gekozen om op intranet, via e-mail en tijdens sessies met management, op te roepen om deel te nemen, de discussie aan te gaan, en de beste input te belonen met strategieproposities en -budgetten. Extra workshops op locatie, een nog duidelijkere uitleg van het beslisproces en snellere reacties op het blog hadden mogelijk nog meer kunnen helpen om de participatiemotivatie te verhogen.
Motivatie is de motor van participatie en co-creatie
Incentives spreken intrinsieke en extrinsieke motivatoren aan bij potentiële deelnemers. Het mag duidelijk zijn dat intrinsiek gemotiveerde klanten of burgers die vanuit hun eigen passie deelnemen meer geneigd zijn van nature bij te dragen en waarschijnlijk loyalere communityleden zullen worden dan extrinsiek gemotiveerde klanten of burgers.
Om extrinsiek gemotiveerde personen te laten participeren, zijn er meer expliciete incentives mogelijk om ze (blijvend) te interesseren, zoals een financiële bijdrage, gratis producten, maar ook expliciete waardering. Bevestiging van hun autoriteit kan aanslaan, afhankelijk van de doelgroep. Daarnaast blijkt uit onderzoek (pdf) dat er verschil zit in of deelnemers op zichzelf of op anderen gericht zijn.
Proces
Hoe richt je een zo succesvol mogelijk co-creatieproces in? Keuzes zijn onder andere: wat doe je offline en wat online met je doelgroep? Als je (delen van) je doelgroep fysiek bij elkaar kunt krijgen, zijn offline-methoden het beste, eventueel aangevuld met online activiteiten om bij de grote groep reflectie en eventueel draagvlak te bereiken.
Als je echter plaats- en tijdsonafhankelijk wilt co-creëren met een groep die mogelijk offline niet bij elkaar te krijgen is, dan is online co-creatie interessant. Hoe intensief wil je de dialoog voeren en hoe lang? Is het slechts een korte termijn initiatief met hoge intensiteit, waarin de organisatie meer wil sturen, of wil je een duurzame dialoog waarin de community (mee)stuurt? Andere procesaspecten zijn: zijn er veel of weinig iteraties (divergeren/convergeren) en mijlpalen? Is het een lineair proces of niet? Is het een centraal of gedistribueerd co-creatieproces waarin taken zijn opgedeeld? Wil je dit van te voren voorschrijven, of kan het dynamisch ontstaan? Welke rol neemt de crowd en initiator in? In welke mate faciliteer en modereer je? Een massa laat zich namelijk niet zomaar managen. Bij co-creatie komt (bij)sturing vaak van beide kanten en verschilt het wie de meeste macht hierin heeft; is dat de organisatie of de community?
Deze aspecten kun je beantwoorden in het licht van de eigenschappen van de case, de organisatie en de community, die in het eerdere matchingonderdeel terugkwamen. Deze aspecten worden in grote mate bepaald door de doelstellingen en de mate waarin je het proces wilt sturen. Het matchingmodel geeft aan op welke punten je meer aandacht zal moeten besteden om je doelstelling te bereiken.
Tools & technology
Veel vragen in de praktijk gaan (helaas) te snel in op technologische keuzes. Deze keuzes zouden in het teken moeten staan van de doelstellingen en moeten passen bij de eigenschappen van de case, organisatie en community. Aandachtspunten hebben te maken met de mate van controle, flexibiliteit, veiligheid en kosten. Vragen zijn onder andere:
- Kies je voor een bestaand of nieuw platform?
- Wil je eigenaar zijn?
- Waar draait het (hosted of inhouse)?
- Is het een gratis platform of betaald?
- Is het eigen fabricaat of open source/3rd party?
Afgeleide van het co-creatieproces is: welke functionaliteit moet het platform bevatten (denk aan discussiemogelijkheden, shared documents, multi-media, votings, creditsystemen, reacties, leden beheren en gebruikers profielen)?
Er zijn inmiddels veel partijen die online co-creatie oplossingen bieden. Aan tools dus geen gebrek, maar om ze goed te vergelijken, dien je naast genoemde aspecten ook te denken aan: mogelijkheden voor online/offline gebruik, private/public, anoniem/geregistreerd gebruik, gebruiksvriendelijkheid, meetbaarheid (logging), betrouwbaarheid, flexibiliteit/aanpassingsvermogen, schaalbaarheid, beheer, extern/intern gebruik, uitbreidbaarheid en aansluiting andere platformen (open API’s).
Gelukkig is het aanbod in de markt breed en kan er een goede match gemaakt worden bij de situatie waarin een organisatie of community zich bevindt. Zo kun je experimenten starten met eenvoudige laagdrempelige (en soms gratis) tools. Voor belangrijke of duurzame co-creatie relaties met een community zijn er robuuste, flexibele en geavanceerde tools die kunnen meegroeien met zowel organisatie als community. We hopen hiermee dat voor organisaties die hun co-creatie doelstellingen en KPI’s scherpgesteld hebben, het opstellen van de implementatiestrategie beheersbaarder en eenvoudiger wordt.
We zijn benieuwd hoe jullie het beslismodel voor online co-creatiestrategieën zouden gebruiken en eventueel aan kunnen vullen!