Voetballen
Honing en gal. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om het nìet te hebben over de finale. Het voetbal is onontkoombaar. De wielrenners in de tour kunnen vallen op kasseien, ze kunnen staken tot ze stilstaan, het heeft geen enkele zin, een gebeurtenis is immers pas waarheid als het de media haalt. Wie Wimbledon heeft gewonnen weet niemand. Alle bandbreedte in deze wereld wordt opgevroten door het wk, alleen voetbal is waarheid. “Er was vandaag een besloten training, waar we niet bij mochten zijn. Laten we kijken naar een verslag, van Bert Maalderink”.
Voetbal zit in alle poriën van de samenleving. Het lot van onze economie ligt in handen van het resultaat van morgen. José Bloemer, een nijvere professor aan de Radboud universiteit in Nijmegen, heeft uitgerekend dat een overwinning zal leiden tot een extra economische groei van 0,5%. Dat mag ook wel, lijkt me zo, want toen ik vorige week maandag ’s-middags om twee uur van Utrecht naar Amsterdam reed stond de hele A2 aan de andere kant vast, allemaal nijvere werknemers op weg naar de wedstrijd van vier uur. We hebben nog wat goed te maken.
In de Kerkstraat in Amsterdam staan, schuin tegenover elkaar, twee televisietoestellen. De een krijgt een analoog signaal, de modernere overbuurman geniet van haarscherp digitaal beeld. Maar hij is wel, met al zijn vrienden en familie, drie seconden later dan het analoge gezelschap. Als van Bronckhorst bij de digitalen aanlegt voor een schot hangt de bal bij de analogen al in de kruising. Hun gejuich dempt alle spanning. Het leidt tot een klein handgemeen, met het verzoek om het geluid zachter te zetten.
Oranje zuigt. Nergens meer is er genocide, er stroomt geen olie meer de oceaan in, bij Organon worden geen mensen ontslagen en er is geen crisis meer in Spanje. Oranje wint tot nu toe alles, niet alleen de wedstrijden maar ook de aandacht. Het maakt niet eens uit of er mooi gevoetbald wordt. Tien minuten per wedstrijd gaat de naaimachine aan, zoals radioverslaggever Jack van Gelder zo mooi zei, en dat is tot nu toe steeds voldoende gebleken.
Woensdagavond, in het openluchttheater van Diever. Het is de try-out van The Two Gentlemen of Verona. Valentino, een van de twee vrienden, verhuist van Verona naar Milaan, om de wereld te leren kennen, en wordt verliefd op Silvia, de dochter van de Hertog. Hij is in de war. “Hoe wispelturig kan liefde zijn. Het is honing en gal tegelijk”. Ik had gehoopt op een voetbal-loze avond, maar in de pauze gonst het dat de Duitsers verliezen. Shakespeare had gelijk. De liefde voor voetbal is als honing en gal tegelijk. Nog één lepeltje honing dan graag.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.