Verkiezingskroniek 2010: van ludieke stemwijzers tot nieuw kiesstelsel
Verkiezingen zijn hot. Lijsttrekkers verschijnen overal, het duizelt van de peilingen en al vooraf worden winnaars gelauwerd en verliezers afgezonken. De verkiezingen van 2010 kenmerken zich door een ongekende activiteit online en grote dynamiek in de teneur. De media trachten social media in te zetten in de vorm van een Hyves- en Twitter-debat, met beperkt succes. De partijen en lijsttrekkers twitteren er lustig op los en vergroten de teneurschommelingen door steeds meer oneliners, proefballonnen en aantijgingen. Social media hebben de vorm van de verkiezingen gewijzigd: het is hyperiger en medialer. Maar is onze maatschappij ook veranderd?
Twitter is een linkse hobby
De online activiteit van de politiek en de media is groot. Veel lijsttrekkers twitteren. Maar de een wat actiever en effectiever dan de ander. Zo heeft Femke Halsema inmiddels ruim zestigduizend volgers en gaat ze rap op weg naar de vierduizend tweets. Balkenende blijft steken op honderdéén tweets en slechts drieëntwintighonderd volgers. Maar dat komt vast doordat hij pas sinds kort twittert. Wellicht wegens de slechte peilingen? Niet zeer authentiek lijkt me.
Net als Job Cohen en Marc Rutte twittert Emile Roemer echter niet. Hij geeft daarvoor in DWDD naar mijn idee een goede verklaring. Hij zegt (vrij vertaald): “Twitteren is iets persoonlijks en ik zou het op zich wel gaan doen maar ik vind het vreemd om dit nu zo vlak voor de verkiezingen op te pakken”. Je moet jezelf blijven en niet opeens anders zijn en doen. In mijn eerdere artikel “Wilders + Zembla + Twitter = Vuurwerk” heb ik een complete analyse gegeven van twitterende partijen en politici. Twitter blijkt een linkse hobby maar rechts is effectiever.
Vincent Everts interviewde Rutte, Halsema, Cohen en Pechtold over gebruik Twitter op het BNN Verkiezingsgala. Zoals @vincente zelf al twitterde zijn de stijlverschillen tussen de lijsttrekkers tijdens goed te zien. Cohen is bijvoorbeeld zoals altijd een heer en geeft een mooi voorbeeld van de invloed van nieuwe media: “Ik was campagne aan het voeren in Tilburg toen een uitbater van een café me vroeg over het rookverbod en een kwartier later staat het op 101”. Femke Halsema geeft aan dat ze door Twitter eindelijk baas over eigen boodschap is.
Realtime verkiezingsoverzichten
Naast de aandacht voor twitterde politici kan men nog veel meer zaken in de online realtime wereld – de blogosphere – volgen. Zo zijn er overzichten van nieuws, zoekgedrag, blogartikelen en nog veel meer! Hieronder de politieke overzichten op een rijtje:
- Volgdetweedekamer: Overzicht van alle tweets, nieuws en blogs
- Verkiezingstweets: Overzicht en statistieken van Twitter
- Stemr: De social media peiling (afstudeerproject) op basis van live Twitter peilingen
- Twopcharts: Alle twitterende politici, partijen en lijsttrekkers op een rij
- Verkiezingskaart: Politieke voorkeuren weergegeven op een kaart van Nederland
- Google overzicht zoekgedrag: Overzicht van het zoekgedrag door Google
Stemwijzerwijzer
De meest populaire verkiezingswebsites zijn de stemwijzers. De eerste stemwijzer was er al in 1989, maar vanaf 2006 zijn we pas online aan het ‘stemwijzeren’ (zie Wikipedia). En daar zijn er inmiddels heel erg veel van. We hebben inmiddels eigenlijk een stemwijzerwijzer nodig. En zoals altijd is alles al gemaakt: zie de kieswijzerwijzer. Uit interesse en wegens dit artikel heb ik ze allemaal serieus ingevuld. Het resultaat is veel minder wisselend dan in de media en blogs wel eens wordt beweerd (zie bijvoorbeeld het artikel “Niets wijzer door de stemwijzer” in de Pers).
De mooiste wijzer vond ik overigens de Stemmentracker. Daar kun je aangeven hoe je gestemd zou hebben op werkelijk uitgevoerde Tweede Kamer stemmingen. Het resultaat geeft naar mijn idee de echte waarheid aan, namelijk welke partijen echt jouw stem representeren. Het is daarin beter dan Stemwijzer want we weten allemaal dat plannen soms meer retoriek en mooie voornemens zijn dan werkelijke actie. Toch vind ik dat stemwijzers en specifiek de Stemmentracker veel serieuzer genomen en wellicht zelfs geformaliseerd moeten worden. Hoe precies weet ik nog niet…
Hieronder een overzicht van alle stemwijzers die ik heb kunnen vinden:
- Stemwijzer: Officieel en vooruitkijkend, wat zijn de plannen en wat zou jij willen?
- Stemmentracker: Officieel en achteruitkijkend, wat hebben ze gestemd en wat zou jij hebben gedaan?
- Kieskompas: Grootste alternatief, niet alleen links rechts maar ook progressief conservatief
- Stemkijker: Voor iedereen die op basis van een korte videoclip wil kiezen, gewoon even lekker kijken
- Stomwijzer: Ben je net als 80% van Nederland te stom om partijprogramma’s te lezen of een echte stemwijzer in te vullen?
- Stepwijzer: Een stemwijzer met een bijzondere resultaatweergave – steppende lijsttrekkers – kiezen is entertainment
- ffstemmen: “Maak je eigen programma en deel het via social media”, interactievere stemwijzer met 3FM
Substemwijzers
Naast deze globale stemwijzers zijn er ook thematische stemwijzers die ik substemwijzers noem. Deze leveren bij mij een meer wisselende uitslag op, maar dat lijkt me alleen maar logisch, je focust je immers slechts op één thema. De Studentenkieswijzer valt bij mij het meest uit de toon, het lijkt of ik een socialistische dierenliefhebber ben want SP en PvdD komen structureel bovenaan terwijl ik dat in andere wijzers niet zo was. Deze substemwijzers geven echter wel goed inzicht in specifieke standpunten en thematische voorkeuren van alle partijen:
- Wereldstemwijzer: Ontwikkelingssamenwerking
- Studentenstemwijzer: Studenten
- Groenestemwijzer: Natuur en milieu
- Metropolis M Stemwijzer: Kunst en cultuur: (alleen een artikel)
- ICT Stemwijzer: ICT (alleen een artikel)
Onhandigheid van online debatten en uitvergroting door social media
Het gebruik van nieuwe social media vormen in de campagne hebben effect, maar niet altijd het effect dat de media of politici wensen. Zo heeft het Twitter-debat niet echt gewerkt, omdat het veel te snel ging. Iedere twitteraar denderde de 140 karakters het debat binnen en als een lijsttrekker het net gelezen had dan leek de vraag allang weer passé vanwege het aantal nieuwe vragen. “Dit lijkt nog het meest op een fruitmachine”, twitterde GroenLinks-leider Femke Halsema. “Ik word zeeziek van dat beeldscherm … en heb pas 1 borrel op “, stelde D66-leider Alexander Pechtold (zie nu.nl artikel).
RTL noemde het overigens wel een succes omdat het naar eigen telling zevenentwintigduizend gebruikers trok. Ook het Hyvesdebat was geen doorslaand succes, wachten op een antwoord van de lijsttrekker maakte het debat tot een trage en saaie conversatie. De “postduif is sneller” typte Alexander Pechtold, wederom de grappigste thuis (zie nu.nl artikel).
Studenten weten het (echt) beter
Natuurlijk worden er ook oplossingen voor deze social media problemen bedacht. Studenten lopen hierin wat mij betreft voorop. Twee mooie voorbeelden zijn debatplaats en stemwijzerinbeeld. De eerste is een site die onderwerpen selecteert aan de hand van tweets van politici. Voor deze onderwerpen wordt een hashtag aangemaakt die iedereen vervolgens kan gebruiken om over het onderwerp mee te debatteren. De structuur in de tweets wordt aangebracht door een waarderingssysteem. Zo worden de betekenisvolle tweets niet ondergesneeuwd en ontstaat er per onderwerp een overzichtelijk debat.
Nog leuker is echter de visie van studenten van de Willem de Kooning Academie (WdKA) op informatieverstrekking over politiek. Ruim 100 studenten grafisch ontwerpen van WdKA Hogeschool Rotterdam hebben onderzoek gedaan naar nieuwe vormen van deze informatieverstrekking over politiek. Een selectie van ongeveer 30 projecten zijn te bekijken in het Centrum Beeldende Kunst (CBK) Dordrecht en online op stemwijzerinbeeld.nl
#Ukijktzolief
Het grootste succes van in social media hebben de social media zelf. Zij spinnen er garen bij met meer exposure en vragen om advisering. Leuk voorbeeld hiervan is de verkoop van het “U kijkt zo lief T-shirt”. Naar aanleiding van het Carré debat heeft een blogger/twitteraar een T-shirt met deze tekst bedrukt en bereikte daags na het debat het Financieel Dagblad en Shownieuws. Uiteindelijk heeft hij zijn jaarlijkse T-shirt omzet met deze ene actie ruim verdubbeld (zie “Hoe het social media balletje kan rollen #ukijktzolief“). Ook zijn er minder mooie voorbeelden zoals sites die zich als stemwijzer voordoen, maar alleen maar uit zijn op je 06-nummer om een SMS abonnement te slijten. Hier zou tegen opgetreden moeten worden (zie Calivary en D2 mobile).
Je moet de online kanalen wel goed gebruiken!
Hoe precies de social media ingezet kan worden voor debat en dialoog lijkt vooralsnog niet duidelijk, gezien de kritiek op het Twitter- en Hyves-debat. In ieder geval is het handig om te reageren op gebruikers die op Twitter een gerichte vraag stellen en het niet alleen als zendmedium gebruiken. Uit onderzoek blijkt dat vooral Femke Halsema (jawel, de Twitterkoningin) dit goed doet. Ook Maxime Verhagen en Andre Rouvoet verstaan deze kunst van reageren (zie artikel “Politici antwoorden niet via Twitter“).
Dit is een makkelijk haalbare verbetering, maar er kan meer verbeterd worden aan het gebruik van de online en social media. Om maar eens te beginnen bij de websites van de politieke partijen. Deze zijn namelijk niet allemaal even gebruiksvriendelijk. Het bureau Valsplat heeft 600 respondenten ondervraagd en gekeken naar de verschillende websites van de politieke partijen. Groenlinks bleek de beste site te hebben, 77% vond het eenvoudig om te vinden wat hij zocht en slechts 20% twijfelde tijdens het zoeken. De tweede plaats voor de VVD met 66% om 26%. Het percentage geslaagde zoektaken was bij Groenlinks 89% tegen 82% voor de SP, 76% voor de PvdA, 74% voor de VVD, 70% voor het CDA, 69% voor D66 en een schamele 52% voor de PVV.
Effectiviteit en resultaat van online politiek
Of al deze online activiteit van media en politiek effect heeft op de verkiezingsuitslag is maar de vraag. Er lijkt heel erg veel te gebeuren maar of er nu echt wezenlijk wat verandert…? Om dat te bekijken heb ik alle verkiezingsuitslagen vanaf 1977 op een rij gezet.
* In deze kolom zijn ook de LPF, CD en CP opgenomen. Hiermee wil ik deze partijen absoluut niet gelijkstellen aan elkaar. Voor mijn verhaal is het voldoende dat deze partijen te rechter zijde van het spectrum opereren, wat overigens door kieskompas niet zo wordt gezien wat betreft de PVV, maar wel in andere media.
** Na 1998 vormden de RPF en de GPV een nieuwe partij genaamd ChristenUnie. Tot 1998 zijn de zetels van de RPF en GPV in dit schema opgeteld.
*** Na 1986 vormden de PSP, CPN en PPR een nieuwe partij genaamd Groenlinks. Tot 1986 zijn de zetels van de PSP, CPN en PPR in dit schema opgeteld.
Vervolgens heb ik een relatie gelegd tussen de zetelverdeling en de economische groei.
De volgende zaken kan ik concluderen uit de analyse:
- Economische groei heeft invloed op stemming: slecht economisch klimaat maakt meer rechts en goed economisch klimaat maakt meer links.
- Nederland wordt gemiddeld iets linkser (socialer), conservatisme blijft ongeveer gelijk en de religieuze achterban blijft ongeveer gelijk.
- Nederlanders switchen steeds meer waarbij grote koerswisselingen veroorzaakt worden door “koppen”.
Er is duidelijk te herkennen dat er steeds meer dynamiek is. Er verschuiven steeds meer zetels van de ene naar de andere partij. Gisteren (7 juni 2010) werd ingeschat dat 50% van de Nederlanders op een andere partij gaat stemmen dan de vorige verkiezingen. Dat zou de grootste verschuiving ooit betekenen. Deze verschuivingen lijken zeer teneur- en mediagedreven. Het lijkt ook sterk met de (on)populariteit van de lijsttrekkers te maken te hebben ofwel “de poppetjes”.
Dat laatste is volgens mij echter niet nieuw. Ik kon uit mijn parate geheugen – en die is echt niet erg goed 🙂 – bij iedere vergroting of verkleining van meer dan 50% van een partij een lijsttrekkersnaam noemen die als veroorzaker van die verandering werd genoemd. De oorzaak wordt vaak gelegd bij de lijsttrekkers, zij zijn de veroorzakers van grote verschuivingen. En dat geldt niet alleen in de laatste jaren zoals vaak gezegd wordt maar al vanaf 1981. De grote verschuivingen en daarmee de dynamiek of hypegevoeligheid is echter wel nieuw. In een mediagedreven wereld wordt de invloed van ‘de poppetjes’ alleen maar groter.
Nieuw kiesstelsel door gebruik van nieuwe media
Interessant om te zien is dat indelingen van partijen niet erg veel veranderen, maar de dynamiek wel. Deze dynamiek wordt juist door social media vergroot. Deze wordt steeds hyperiger, waardoor – wat mij betreft – verkiezingen in de huidige vorm niet meer voldoen voor het effectief kiezen van het bestuur van ons land. Hoe kan je de hyperigheid uit het systeem halen en tevens recht doen aan de steeds mondiger wordende burger?
Ik stel voor om dit te doen zoals men in het bedrijfsleven doet met de waardebepaling: neem het gewogen gemiddelde van verschillende jaren. Laat iedereen dus ieder jaar stemmen op basis van de resultaten van het afgelopen jaar (stemtracker) en de wensen voor komend jaar (stemwijzer en kieskompas). Zo krijgen gehaktdag en Prinsjesdag ook meer (interactieve) betekenis. Een keer in de vier jaar leidt dat tot een nieuw parlement en kabinet. De stemming is dan een gewogen gemiddelde van de afgelopen vier jaar en daarbij geteld de verkiezingsuitslag op de vierjaarlijkse ‘echte’ verkiezing.
Ik stel daarbij nog voor dat dat op een nationale vrije dag gebeurt, namelijk 5 mei, de “Dag van de Democratie”. Op die manier is er geen reden om niet te stemmen en is het ieder jaar op een vast moment. Op deze manier doe je recht aan de gewenste interactiviteit en het contact met de mondige burger en zorgt de regelmatige basis voor behoud van dynamiek zonder dat het doorslaat in een hype.
Zo! En nu nog een oplossing voor het feit dat men steeds minder partijtrouw is… Ik ben benieuwd naar jullie reactie!