Het viel niet op
Het fragment is al vele malen besproken. Kardinaal Simonis wordt bij Pauw en Witteman geïnterviewd over de misstanden in de katholieke kerk. Even later zegt hij met groot gevoel voor understatement: ‘Het is een heel gevaarlijke uitspraak die ik doe: wir haben es nicht gewusst.‘
Het was waar, wat hij zei. Hij wist het niet. Een kardinaal liegt niet.
In het Amazonegebied leeft al eeuwenlang een inlandse stam. De stamleden voorzien in hun eigen onderhoud, verbouwen papaver en tarwe, jagen met een speer en telen ook wat vee. Het is de gewoonte dat iedere bezoeker, of het nu een zendeling is, een journalist of een verdwaalde toerist, eerst wordt gemarineerd, daarna op een verwarmde steen wordt gegrild en vervolgens helemaal wordt opgegeten. Dat gaat zo al generaties lang. De jongere leden van de stam overerven het gedrag van hun ouders, van speergooien tot steengrillen.
Toen laatst iemand het stamhoofd vroeg of er nog sprake was van kannibalisme, ontkende het stamhoofd dit. Hij wist niet dat hij een kannibaal was. En vervolgens werd de vragensteller gemarineerd, gegrild en opgegeten.
Gedrag is pas opvallend als het afwijkend is. En als iedereen zich in een groep hetzelfde gedraagt, er dezelfde gewoontes op na houdt en elkaar leert wat gebruikelijk is, wat goed is en wat kwaad, zal het alleen een buitenstaander opvallen dat er iets bijzonders aan de hand is. Maar misschien is de buitenstaander wel bijzonder.
Ieder gesloten systeem ontwikkelt zijn eigen regels. In een eeuwenlang gesloten eikenhouten vat groeien de mooiste schimmels, maar in het vat weet niemand dat het mooi is.
Leden van een partij in Nederland die een promotiefilmpje maken, zijn al jaren opgevoed met hun eigen waarheid. ‘Beter een goed cliché dan een slecht idee’, hangt er als lijfspreuk aan de muur van het clubhuis. En als de leider zegt ‘water tot aan de lippen’, dan filmen we mensen wie het water tot aan de lippen komt.
Wat je ziet is wat je hoort, en wat je hoort is wat je ziet. In het clubhuis vindt niemand het raar. Totdat het filmpje in een ander systeem terechtkomt. Dan is het opeens een raar filmpje.
‘De beloning is marktconform‘, sprak socialist Kok, over de hoge bonussen bij de bank die even later steun behoefde. Het is maar welke markt je bedoelt. Niet de Albert Cuyp in ieder geval. Hij bedoelde ‘systeemconform‘. In het systeem keek immers niemand op. Het financiële systeem is gesloten als een oester.
Toen Simonis zei dat hij het niet had geweten had hij gelijk. Maar dat is het gevaarlijke van het gebruik van een verkeerd cliché. Want hij bedoelde te zeggen: ‘Het viel ons niet op.’
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.