Zin en onzin over de webrichtlijnen
Wij werken al jaren met de webrichtlijnen, in ontwerp- en bouwprojecten en in adviestrajecten. In die tijd hebben we er veel verhalen over gehoord. Uit die verhalen bleek dat de juiste informatie over de webrichtlijnen in veel gevallen niet bij de opdrachtgever terecht komt. En dat is jammer: de kwaliteit van een project of product wordt namelijk voor een groot gedeelte bepaald door de kwaliteit van haar opdrachtgever.
We kunnen in dit artikel bij lange na niet alle verhalen die de ronde doen over de webrichtlijnen ontkrachten of bevestigen. Maar laten we er eens een paar uitpikken.
“Van de webrichtlijnen mag ik [x] niet gebruiken” (x = je favoriete onmisbare webtechnologie)
Dit is niet waar. De webrichtlijnen zeggen niets over welke technieken gebruikt mogen worden. Of het nu JavaScript of Flash is, alles mag en kan. Er zit slechts één maar aan het verhaal: het is niet toegestaan om de techniek slecht te implementeren.
De webrichtlijnen gaan er van uit dat je zo veel mogelijk rendement moet halen uit de investering die je doet. Dat kan alleen als er geen potentiële bezoekers worden buitengesloten. Het mag dus niet uitmaken of bij de bezoeker JavaScriptondersteuning aan- of uitstaat – hij of zijn moet de informatie die de pagina geeft kunnen bereiken.
Dit geldt ook voor Flash of elke willekeurige andere plugin. Als de website of applicatie netjes gelaagd wordt gebouwd, wordt er niemand buitengesloten en is het gebruik van Flash of JavaScript zeker toegestaan.
“Het is moeilijk/duur om aan de webrichtlijnen te voldoen”
Als we een euro hadden gekregen voor iedere keer dat we deze mythe hoorden dan schreven we dit artikel vanaf ons privéstrand op de Bahama’s. De mensen die deze onzin verspreiden weigeren simpelweg om hun werk (goed) te doen. Vaak zijn dit mensen die nooit aan de webrichtlijnen hebben voldaan. Ze weten niet eens of de stelling waar is.
Als je een nieuwe website maakt is het niet waar, mits de eisen van de webrichtlijnen in het ontwikkelproces worden meegenomen en er niet achteraf nog in moeten worden geschroefd. Bij bestaande websites is vaak de bestaande implementatie het probleem en niet de webrichtlijnen.
Dit geldt ook voor het CMS. Als het CMS niet goed is gebouwd, is het inderdaad lastig om het te verbouwen. Maar dan voldeed het product niet, en moet je zeggen dat het met dit CMS duur wordt om aan de webrichtlijnen te voldoen.
“Voor ons is branding heel belangrijk en dat gaat niet samen met de webrichtlijnen”
De webrichtlijnen zeggen niets over de branding en/of user experience van de site. Er staat wel in dat je voldoende contrast moet gebruiken in het ontwerp. Maar is dat nu zo’n opgave voor een goede ontwerper?
Veel erger is de reputatieschade die een bedrijf kan oplopen als mensen geen gebruik kunnen maken van de site. Een voorbeeld: vrijwel alles uit de Verenigde Staten komt een keer deze kant op. Zo zal het slechts een kwestie van tijd zijn voor er hier ook rechtszaken aangespannen worden tegen bedrijven of instellingen die mensen buitensluiten. De Amerikaanse warenhuisketen Target kan er over mee praten welke schade je in zo’n geval op kunt lopen. Financieel, maar natuurlijk ook een flinke deuk in de reputatie. Daar kan geen webcare-team tegenop.
“Ik hoef helemaal niet te voldoen aan de webrichtlijnen”
Dat klopt voor de meeste sites op internet. Wat een heerlijk idee is dat. Niks te maken met Rijksoverheid, Gemeenten of Waterschappen? Dan is er geen verplichting.
Wel is het een aardig idee om eens te kijken naar het kwaliteitsmodel van die webrichtlijnen en te beoordelen of dit aanknopingspunten biedt om de projectleiding binnen je organisatie te verbeteren. De webrichtlijnen vormen bijvoorbeeld een solide basis voor een offerteaanvraag en kunnen er voor zorgen dat de bouwkwaliteit van het eindproduct beter zal zijn. Ook kun je geld uitsparen op een extern SEO-bureau, omdat bouwen volgens de webrichtlijnen zorgt voor een betere indexeerbaarheid van de website.
Laat je niks wijsmaken
We staan aan de vooravond van de tweede versie van de webrichtlijnen: de eerste versie zal gemoderniseerd worden. We gebruiken hier niet voor niets het woord moderniseren: de webrichtlijnen gaan al vijf jaar mee. Onzinnige uitspraken hierover zouden dus al lang tot het verleden moeten horen. Als leverancier zou het je eer te na moeten zijn om nu nog steeds ongefundeerde uitspraken te doen.
En bij goede leveranciers horen goede opdrachtgevers. Als opdrachtgever ben je vaak niet in staat om het kaf van het koren te scheiden. Daar kun je echter zelf iets aan doen: is de kennis niet aanwezig in de organisatie, zorg er dan voor dat deze komt, bijvoorbeeld door training. Projectleiders die mee kunnen praten met hun leverancier zorgen voor betere projecten. En dat laatste is beslist géén onzin.
Dit artikel schreef ik samen met Stephen Hay, mede-organisator van Grip2010. De inhoud is een gedeelte uit zijn presentatie “Webrichtlijnen voor Projectleiders”.