Innovatie

LinkedIn wordt onderdeel van onze sociale status

0

Dit is deel 2 van de driedelige serie ‘De Status van onze Sociale Status’ over hoe onze online en offline sociale status zich tot elkaar verhouden. En hoe de online status zich manifesteert op een Professional Networking Site als LinkedIn. Aan de hand van mijn onderzoeksbevindingen geef ik een voorschot voor een mogelijke toekomst waarin Professional Networking Sites als LinkediIn onderdeel zijn geworden van onze sociale status en waardoor onze keuzevrijheid voor participatie in Professional Networking Sites steeds beperkter lijkt te worden.

Om de gehele aanleiding en context van dit artikel te begrijpen, verwijs ik naar deel 1 Geen keuze meer, iedereen op LinkedIn.

Een sociale status is niet iets dat voortgekomen is uit social media. Het bestond altijd al. Iedereen heeft een sociale status, online of offline. Die sociale status is afhankelijk van veel factoren en heeft verschillende kenmerken. Visuele kenmerken van sociale status zijn bijvoorbeeld de auto waarin je rijdt, de functie die je bekleedt of het merkpak waarin je rondloopt. Non-visuele kenmerken zijn bijvoorbeeld het salaris dat je verdient of de mensen die je kent. Al deze visuele en non-visuele kenmerken geven ons een positie in de hiërarchie van sociale status (Wilkinson 2006, pdf: 3). Veranderingen in de factoren die onze sociale status vormen, hebben directe invloed op onze positie in de hiërarchie; een nieuwe functie, een andere baan, meer of minder salaris.

sociale status

Onze sociale-status-posities staan echter niet los van elkaar; ze hangen met elkaar samen in de hiërarchie. We kijken naar elkaar als het gaat om sociale status. We vergelijken wat we hebben met een ander. “[…] status competition involves group members evaluating themselves relative to their colleagues according to some shared value scale” (Bezroukov: 1999). Als we iets zien dat we zelf niet hebben, maakt dit ons volgens Richard Layard ongelukkig, en als we uiteindelijk datzelfde wel hebben, maakt dit ons niet gelukkiger (Layard 2005: 161). Het gaat er in de hiërarchie namelijk om wat jij wel hebt en de ander niet. Hoe hoger we in de hiërarchie staan hoe gelukkiger we zijn. We stellen dus ook steeds meer in het werk om op te klimmen op de sociale ladder.

maatschappelijke ladderAls we opklimmen in de hiërarchie heeft dit echter gevolgen, niet alleen voor jezelf, maar voor de gehele hiërarchie. Als er iemand omhoog gaat in de hiërarchie gaan er automatisch ook mensen naar beneden. “[…] each step up the ladder for one person logically requires a step down for another. You can’t make space for an eleventh restaurant or university on a ‘Top Ten’ list, just as two runners can’t both come in first.” (Wilkinson 2006, pdf: 4). Als iemand een salaris verhoging krijgt is dit niet alleen een verhoging voor die persoon maar tevens een relatieve verlaging van het salaris van iedereen die onder hem op de ladder staat.

Een negatief effect van deze hiërarchie van sociale status is dat er een soort wapenwedloop ontstaat. Als iemand een iPod koopt om hiermee zijn sociale status te verhogen, zullen anderen snel volgen om hun positie in de hiërarchie veilig te stellen. “If I try hard to move up the positional ladder, the people just ahead will try harder still to maintain their lead” (Wilkinson 2006, pdf: 4). Dit verklaart ook deels de populariteit van sommige producten in bepaalde kringen en waarom de topfuncties van een bedrijf allemaal in (dezelfde) dure pakken rondlopen.

Non-visuele kenmerken visueel op LinkedIn

De visuele kenmerken van de hiërarchie zijn voor ons zichtbaar vanuit onze eigen positie, we vergelijken onze eigen positie met die van anderen binnen ons bereik. PNSs zoals LinkedIn maken echter ook de non-visuele kenmerken van de hiërarchie zichtbaar en inzichtelijk. Bepaalde kenmerken zijn eenvoudig op te zoeken en te vergelijken. Ze maken soms zelfs onbewust een hiërarchie. Huidige functie, vorige functies, gevolgd onderwijs, de connecties die je hebt; ze zijn allemaal op LinkedIn terug te vinden en te vergelijken. LinkedIn maakt zelfs een lijst aan waar je het aantal connecties eenvoudig kunt vergelijken; een versimpelde hiërarchie van wie de meeste connecties heeft. Sommige factoren die bepalend zijn voor je sociale status lijken op LinkedIn visueel gemaakt te worden. Zoals bijvoorbeeld je gevolgde onderwijs of je netwerk van connecties. Deze zie je normaal gesproken niet. Het is een andere manier van presenteren. PNSs als LinkedIn zouden dus een aanvulling kunnen zijn op je offline sociale status waarin dit soort non-visuele kenmerken visueel gemaakt worden. Of toch niet?

LinkedIn Contactlist

LinkedIn maakt non-visuele kenmerken – zoals je netwerk – zichtbaar

Het netwerk van connecties lijkt een kenmerk van sociale status die niet direct visueel is, maar we maken dit vaker visueel dan we er onszelf bewust van zijn. LinkedIn is een vrij directe manier, maar het gebeurt vaak genoeg dat personen een naam van één van hun contacten met een bepaalde hogere status ‘toevallig’ in een gesprek proberen in te passen. “The high status name-dropping may be a deliberate ploy to impress the listener of the speaker’s importance or ability to effect some action” (Donath en boyd 2004: 72). LinkedIn is in het geval van sociale status via connecties niet veel anders, het heeft het hooguit eenvoudiger gemaakt om je netwerk van connecties tentoon te stellen en het kan door anderen op correctheid worden gecontroleerd omdat de onderlinge connectie door de ander moet worden goedgekeurd. De impact op je sociale status lijkt hierdoor echter gelijk te blijven. Ditzelfde zou kunnen gelden voor functies en onderwijs. Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand nonchalant zijn vorige functie, werkgever of gevolgd onderwijs laat vallen in een gesprek?

LinkedIn als domein

Statusfactoren zijn niet universeel, ze zijn afhankelijk van de personen waarmee we die factoren delen, het domein waarin ze actief zijn. Elk domein heeft zijn eigen factoren waaruit de sociale status wordt bepaald. Binnen een domein kun je dus ook een hogere sociale status hebben dan in andere domeinen. We hebben ook de keuze om uit een bepaalde statusrace te stappen en in een ander domein verder te gaan (Wilkinson 2006: 8). De normen, waarden en statusfactoren binnen zo’n domein staan vast, maar er is geen limiet aan het aantal domeinen. Er komen ook steeds nieuwe domeinen bij. “New dimensions of excellence and status often open up due to technological innovation” (Wilkinson 2006: 7). Is een PNS zoals LinkedIn zo’n nieuw domein dat voortgekomen zou zijn uit een nieuwe technologie? Staat de online status op LinkedIn hierdoor los van onze offline status?

linkedinLinkedIn lijkt geen nieuw domein te zijn en hiervoor zijn diverse redenen te noemen. Ten eerste veronderstelt een nieuw domein een nieuwe set van statusfactoren maar deze statusfactoren zijn helemaal niet zo verschillend met die uit de ‘echte’ wereld. Dit komt omdat de groep van mensen waaraan we onszelf in de hiërarchie spiegelen online niet veel anders is. In de onderzoeken van Danah Boyd onder jeugd is dit een veel terugkerend punt; “[…]teens indicate that most teens use Social Media to socialize with people whom they already know or with whom they are already loosely connected” (boyd 2008a). Ik heb geen indicatoren dat dit op PNS anders is. De overgrote meerderheid van de gebruikers die ik in het kader van dit artikel heb geïnterviewd beamen dit ook.

Saskia Best, docent marketing en eigenaresse van een marketing en communicatiebureau, zei hierover; “Ik ben niet geconnect met mensen waar ik niks mee heb […] ik ken ze persoonlijk en doe er persoonlijk ook iets mee”. Er zijn – zoals Danah Boyd in haar artikelen ook benadrukt – uitzonderingen, maar het merendeel van de gebruikers heeft dezelfde contacten online als offline. Het domein zakelijke / professionele contacten lijkt online gewoon hetzelfde domein te zijn.

offline-online

Socializing online and offline (foto: Luke Brassard, Flickr)

Het domein zakelijk / professioneel kan, net als vele andere domeinen, onderverdeeld worden in meerdere subdomeinen; huidige werkgever, vorige werkgever, collega’s, klanten en soms ook oud-studiegenoten bijvoorbeeld. Maar als die domeinen op LinkedIn samenkomen zorgt dit niet voor een specificatie van die factoren, eerder voor een vervlakking, voor een ‘reduced self’. Specifieke factoren per domein gelden niet meer en sommige factoren kunnen in het ene domein succesvol zijn en in het andere schadelijk. Hierdoor reduceren we kenmerken tot het minimale, tot de kenmerken die actief zijn in alle domeinen.

Al deze domeinen staan ook in relatie tot elkaar, een domein kan zelf een statusfactor zijn. Denk bijvoorbeeld aan mensen die tot elite domeinen behoren of specialistische domeinen. Je kunt binnen een domein bovenaan de hiërarchie staan, maar “[…] you’re likely to be quite well aware of the other mountains [domeinen] around you that make yours look in comparison like a low-grade class of a gently sloping foothill, or perhaps even in slightly upraised knob in the middle of a steep declination” aldus Henry Farrell in een reactie op Wilkinson (Farrell 2006). Met andere woorden: als LinkedIn al een apart domein zou zijn dan zou dit alsnog in verhouding staan tot de andere (grotere) domeinen. Domeinen zelf hebben een rangorde in onze statushiërarchie. LinkedIn zelf lijkt een statusfactor in het grotere domein zakelijk / professionele contacten te zijn.

network

LinkedIn lijkt dus niet te functioneren als apart domein. Voor SNSs is het wellicht weer geheel anders. Dit ligt puur aan de groep die een dergelijk domein beheerst, bijvoorbeeld bij thematische online communities waarbij een directe link tussen de online contacten en offline contacten ontbreekt. LinkedIn en andere social media lijken dus gebruik te kunnen worden als statusfactor. We hebben het hierbij dan over het gebruik van LinkedIn zelf en niet zozeer de statusfactoren die LinkedIn bevat. De statusfactoren die LinkedIn bezit lijken namelijk, zoals we al eerder hebben gezien, dezelfde te zijn online als offline. De nadruk op LinkedIn ligt echter meer op de non-visuele factoren i.p.v. op de visuele factoren waaraan we ons offline spiegelen. “Social Media mirror, magnify, and extend everyday social worlds” (boyd 2008a).

In Deel 3 ga ik dieper in op het gebruik van LinkedIn en wordt het tijd voor de conclusie van deze driedelige serie.

Lees hier (straks) de hele serie De status van onze Sociale Status.