Innovatie

De Nationale Tuinvogeltelling

0

De Nationale Tuinvogeltelling 2009 heeft alle records gebroken. Er waren meer dan twintigduizend deelnemers en er werden meer dan achthonderdduizend vogels geteld. De winnaar is de huismus, die werd gevolgd door de koolmees en de merel. Over tellingen van vogels en woorden, van thuis tot op Twitter.

Wat hebben al die tellers gedaan? De spelregels laten weinig aan de verbeelding over: Tel minstens één uur lang op een dag in het weekend van 24 en 25 januari 2009 de vogels in uw tuin of op uw balkon. Zoek een plek bij het raam vanwaar u de hele tuin of het balkon overziet, houd pen en papier bij de hand en eventueel een vogelgids en verrekijker, en geef vervolgens uw telling door via de site tuinvogeltelling.nl.

tuinvogeltellingHet is een vorm van mooie, nijvere burger-participatie.Het resultaat is dat we weten welke vogels door ons werden gezien. De uitslag is altijd goed voor een bericht in het journaal, of voor een klein artikeltje op de voorpagina van de landelijke pers.

Accepteer cookies

Maar nu gaan we verder. We gaan niet vogels tellen, maar woorden. Woorden die gebruikt worden door het volk. Op straat, in brieven, in gesprekken. Een kenmerk van deze tijd is dat steeds meer taal, ook gewone spreektaal, digitaal beschikbaar is.

Ik noem twee voorbeelden.

Een bekend fenomeen is Google’s Zeitgeist. Zeg mij welke woorden er gezocht worden en ik zeg u hoe het de wereld vergaat. Als de woorden ‘crisis’ en ‘goud’ in een en dezelfde grafiek worden geplaatst zie je wat je misschien verwacht: er komt eerst een piek in het woord ‘crisis’ en een paar dagen later wordt aantoonbaar meer op het woord ‘goud’ gezocht. Bekend is het feit dat het woord ‘muurkluisje’ steeds vaker werd gezocht, nog voordat de eerste banken hun gang naar minister Bos maakten. De onderhuidse behoefte aan ouderwetse veiligheid was er dus eerder dan de bevestiging in de cijfers.

crisis-goudDe suggestie is dus dat je een voorspellende waarde kunt toekennen aan de statistiek van de Google-invoer. Dat zou betekenen dat de verzameling van de aan Google gegunde zoekwoorden domweg geld vertegenwoordigt. Hier zit een grote bron van voorkennis.

Een tweede voorbeeld van woorden tellen betreft het onlangs door de New York Times uitgevoerde experiment tijdens de Super Bowl, de finale van American Football. Tijdens deze wedstrijd tussen de Cardinals en de Steelers konden de kijkers korte berichten sturen naar een site. Deze verzameling kun je grafisch weergeven, met een tijdas (het tijdsverloop van de wedstrijd) en een plattegrond van de VS. Per staat kun je zien welke sentimenten er leven tijdens de wedstrijd, die een spannend scoreverloop kende. Maar ook wordt meteen zichtbaar wat de impact is van de peperdure commercials tijdens deze finale, in hoeverre er gesproken wordt over de Pepsi-commercial met Bob Dylan en of het hier al voorspeld had kunnen worden dat de commercial van Doritos de winnaar zou worden van alle reclamefilmpjes.

twitter-chatter

Twitter Chatter During the Super Bowl (klik op de afbeelding voor een afspeelbare versie)

Het zijn twee toepassingen van woordentellingen. Het gebruik ervan is nog onschuldig, maar er gloren uitdagende vragen, met nog uitdagender antwoorden. Ga er van uit dat steeds meer spraak gedigitaliseerd over netwerken zal lopen. En dat al deze netwerken snuffelbaar zijn, legaal en illegaal afluisterbaar. En dat het weinig moeite kost om hier lompe statistiek op los te laten.

Welke toepassingen worden mogelijk? In hoeverre is het nog zinvol dat er een paar dagen voor de verkiezingen geen officiële polls meer worden gehouden? Bestaat het woord ‘lekken’ in combinatie met ‘informatie’ nog? Wat is de rol van trendwatchers?

Bestaat er nog een Nationale Vogeltelling als ieder vogeltje gechipt is, net zoals ieder rund in onze weilanden nu een oormerk heeft? Nee, natuurlijk niet. Vogels laten zich niet zo makkelijk chippen. Woorden wel, dat doen we namelijk zelf, door ze in te tikken. Ga er maar van uit dat straks genoeg woorden een oormerk hebben om er zinvolle en zinloze, doodgewone en levensgevaarlijke antwoorden mee te vinden.

Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.