De andere helft
Het was een bericht dat in ieder geval de nieuwsbrieven op het internet haalde. Sommige kranten namen het ook over: een consortium van partijen waaronder Google, investeringsbank HSBC en kabelbedrijf Liberty Global gaat internettoegang aanbieden aan onderontwikkelde landen in Afrika, het Midden-Oosten en delen van Zuid-Amerika. Laagdrempelig en draadloos internet, er worden daartoe zestien satellieten aangeschaft. De groep betreedt de markt onder de naam ‘O3B Networks’, the Other 3 Billion. Daarmee worden de drie miljard mensen op deze aarde bedoeld die nog geen toegang hebben tot internet.
De missie van O3B is om iedereen op deze aarde betaalbare toegang te geven tot het internet. Kennis als zuurstof: iedereen heeft er recht op, in gelijke mate. Eerlijk zullen we alles delen. Er is een markt voor informatie op deze wereld en iedereen mag meedoen. Het moge duidelijk zijn: als we het hebben over toegang tot het internet hebben we het ook over mobiele communicatie. De hele wereld een mobieltje en een toetsenbord, is de gedachte.
Het is altijd interessant om te zien hoe eerlijk de toegang tot wereldwijde informatie nu is verdeeld. Pak een wereldkaart en kijk naar de kaart van de glasvezelnetwerken. Er lopen heel dikke bundels op vooral het noordelijke deel van de aarde; een brede snelweg loopt als een cirkel via Noord-Europa, Verenigde Staten, Japan, Korea, China en via India en het Suezkanaal komen we terug in Europa. Heel magere lijntjes daarentegen lopen om Afrika heen; glasvezel is dun gezaaid in de zeeën en oceanen rondom Afrika. Zuid-Amerika is redelijk verbonden, vooral het oostelijke deel, Argentinië, Brazilië, Venezuela.
En leg dit beeld nu eens op de kaart van de wereldhandelsroutes uit de tijden dat we nog een VOC-mentaliteit hadden. Op die kaarten zijn Afrika, Zuid-Azië en Zuid-Amerika aanzienlijk beter bedeeld. Op de kaarten die de wereldhandel in slaven rond de 16de en 17de eeuw in beeld brengen, komt de hele lange kust van West-Afrika nadrukkelijk in beeld.
Dát is natuurlijk de rechtvaardiging voor het O3B initiatief: we gaan het terugbrengen. We hebben de landen geplunderd, de bevolking tot slaaf gemaakt, we hebben er een paar honderd jaar over gedaan om er kennis van te maken, en nu geven we de verrijkte grondstoffen terug. O3B is een grote boetedoening. En omdat het nu eenmaal makkelijker is om voedsel te droppen vanuit de lucht dan via zee en land, gaan we het aanbieden via satellieten. Informatiedropping. De zestien satellieten gooien hun onmetelijk grote luiken open en grote en kleine parachutes dwarrelen in een oneindig lange sliert naar beneden. Eronder bungelen pakketten boeken, muziek, films, clips, artikelen, encyclopedieën, gesprekken, en dat alles in een verrijkte vorm, afkomstig van die verrijkte westerse wereld.
De hele wereld is verbonden. In het Saudische Zahran hoort een edelsmid een Amerikaanse vrouw zeggen dat Obama eigenlijk een Arabier is, en dat dat in de Verenigde Staten niet liefkozend bedoeld is. In het Peruaanse Bajo Masosia leest een mandenvlechter over de dramatische intrekking van de bonussen die de westerse bankenwereld treft. Hij leest ook de bedragen. En in een openluchtklasje op Bekipay in Madagascar wordt inspirerende muziekles gegeven en schitterende ritmische gitaarmuziek gemaakt. Ze hadden de YouTube-beelden van Andy McKee gezien en iedereen wilde het nadoen.
De hele wereld raakt verbonden. Het is een groot project dat alleen kans van slagen heeft als nationale en lokale overheden zich er nadrukkelijk niet mee bemoeien. Zeg HSL, Noord-zuid of Betuwelijn en je weet waarom niet. De aanwezigheid van een partij als Google vergroot de slagingskans. Google – sinds kort ook producent van software voor telefoons – zal alleen investeren als het uiteindelijk leidt tot meer zoekopdrachten. En dat er meer gezocht gaat worden in 2010 is zeker. Kennis wordt teruggevraagd. Miljarden vragen zullen worden gesteld. Of ze altijd blij zijn met de antwoorden is nauwelijks een vraag.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.